Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Esso Den Haag (2) - (1963-1975)
Artikel Nautica t.b.v. Esso den Haag (2)
ss 'Esso Den Haag'
Grootste Nederlandse tanker thans in de vaart

Vloot van Esso Nederland nv met 90.000 ton dwt uitgebreid

Op 4 juli heeft in aanwezigheid van H.K.H. Prinses Beatrix, die tijdens de officiële proef vaart de doop plechtigheid verrichtte, aan Esso Nederland nv de overdracht plaats gevonden van de 'Esso Den Haag', de grootste mammoettanker ooit door een Nederlandse werf gebouwd. ,
De kiel van deze tanker werd op 23 mei van het vorige jaar in het Koningin Wilhelmina-dok van de Verolmewerf te Rozenburg gelegd. De burgemeester van Den Haag Mr. H.A.M.T. Kolfschoten, was vergezeld van de wethouders en de leden van zijn gemeenteraad bij de kiellegging aanwezig omdat de residentie de eer te beurt viel de oliereus als petekind te adopteren.
Bij deze gelegenheid werd de vlag van deze gemeente aangeboden, zodat de 'Esso Den Haag' een voor een schip wel zeer merkwaardige vlag zal gaan voeren: een gele met in het hart een ooievaar. De doop plechtigheid zou reeds eerder, t.w. op 12 juni worden verricht. Men vermoedde echter niet dat de technische proefvaart een voortijdig einde zou vinden doordat defecten in de machinekamer aan het licht kwamen toen men bespeurde dat zeewater in het hoofdcondensaatsysteem was gekomen.
Van de drie reuzentankers, waarvoor Verolme in 1957 het contract tekende, is de 'Esso Den Haag' de laatste van de serie. De 'Esso Hampshire' en de 'Esso Libya' werden reeds eerder overgedragen.

Belangrijke gegevens
De hoofdafmetingen van de 'Esso Den Haag' zijn als volgt:
lengte over alles .......................   260,858 m
lengte tussen de loodlijnen ....... 249,936 m
breedte naar de mal ...............   38,100 m
holte naar de mal ...................    19,050 m
diepgang naar de mal ............   14,275 m
De inhoud van de ladingtanks is circa 3.900.000 kub.vt. De snelheid bij de proeftocht ca. 18 kn.
De 'Esso Den Haag' is gebouwd overeenkomstig de voorschriften en onder toezicht van het American Bureau of Shipping, de Nederlandse Scheepvaart Inspectie en de International Gonventions and Conferences, Suez Canal Rules.

Voortstuwing
De voortstuwing geschiedt door de vierbladige 'Gunial' bronzen schroef met een diameter van 7.50 m en een gewicht van ruim 35 ton. De asieiding met een diameter van 60 cm wordt ondersteund door dubbelsmeerringlagers. Het huis van de lagers bestaat uit gietijzer in 'ductile iron' kwaliteit.

De hoofdmachine bestaat uit een Werkspoor Pametrada HD- en LD-turbine, die ontworpen is om een normaal vermogen van 24.000 pk bij 105 omwentelingen per minuut te ontwikkelen. Wanneer aan de turbine-inlaatflens de stoomdruk 815 psig en de temperatuur 850° F bedraagt, is het maximum continu-vermogen 26.500 pk bij 108 omwentelingen per minuut.
De HD-turbine heeft een dubbel huis, de rotor bestaat uit een Gurtiswiel dat door acht trappen gevolgd wordt. Dertien open straal-buizen geven de turbine een vermogen van 11.600 pk. Voorts zijn er nog drie straalbuis-groepen die elk door een afsluiter afgesloten kunnen worden. Doordat de groepen respectievelijk 14, 6 en 2 straalbuizen hebben, zijn veel verrnogens-combinaties mogelijk. De uit negen trappen bestaande LD-turbine heeft een gelast buitenhuis en een gietstalen binnenhuis waarin diafragma's van geheel gelaste constructie zijn geplaatst. Aan de tur-binehuizen zijn vier stoomaftappunten waardoor de stoom afgetapt wordt voor de 4-traps voedingwaterverwarming en andere verbruikers, zoals verdampers.
Het achteruitgedeelte, dat uit een Curtis-wiel en twee actietrappen bestaat, is ondergebracht in het voorste gedeelte van de LD-turbine.

De tandwieloverbrenging is van het dubbele reductietype met een dubbele V-vertanding. Het grote tandwiel heeft een mas-sieve velg, waarin de vertanding is gefreesd. Deze gesmede velg heeft aan de binnenzijde vier opstaande randen terwijl vier stalen lijfplaten de gesmede velg met de smeedstalen naaf verbinden. Aan de achterzijde van de tandwielkast is het separate drukblok geplaatst.

De smering van de voortstuwingsmachine geschiedt volgens het 'gravity'-systeem. De hoofdturbine wordt beschermd tegen wegvallen van smeeroliedruk en te hoge rotorsnelheid door middel van membraankleppen en regeleenheid aangebracht aan de manoeuvreer-afsluiter.

Ketelinstallatie
De stoom wordt geleverd door twee Verolme Babcock & Wilcox waterpijpketels van het 'integral furnace' type die elk gedu-rende maximale verdamping 95.000 Ibs/hr en 150.000 Ibs/hr ontwikkelen. De werkdruk is 850 psig en temperatuur 860° F aan de oververhitteruitlaat.
De drie verbrandingsluchtventilatoren zijn geplaatst in de nooddynamokamer. Deze ketelfans, aangedreven door een twee-toeren elektromotor, zijn van een doorlopende as voorzien zodat aan beide zijden van de waaier een zwaar type kogellager voor asondersteuning is aangebracht. Opdat iedere fan zowel op de SB- als op de BB-ketel kan worden aangesloten, zijn de luchtkokers van kleppen voorzien. Voordat de verbrandingslucht de gasverhitter binnentreedt, wordt ze in een stoomlucht-verhitter tot maximum 250° F verhit. De vuurhaard is voorzien van zes Babcock & Wilcox-Iowa luchtregisters met B & W-branders.
De roetblazers in het oververhittergedeelte van de ketels zijn van een uitrekbare type. Deze door een luchtmotor gedreven roetblazers worden automatisch gestuurd door de Telektron-apparatuur. De verbrandings- en voedingwaterregeling is van het fabrikaat Bailey.
De stoomkoelers in de waterdrum kunnen maximaal 35.000 Ibs stoom met een temperatuur van 585° F leveren, terwijl een onafhankelijke stoomkoeler maximaal 100.000 Ibs/hr voor de ladingpomp-, Butterworth-pomp-turbine en Butterworth-voor-verwarmer kan leveren. Deze laatste stoomkoeler, die door middel van waterspuiting werkt, kan ook de door de ketel gele-verde verzadigde stoom aanvullen.
Omdat er geen stoomgenerator met een 'vuil' stoomsysteem is toegepast, moet het condensaat van lading- en brandstof verwarming, die de mogelijkheid van vervuiling inhoudt, via een 'de-oiler' en observatietank in het hoofd-condensaatsysteem teruggevoerd worden. Alle stoompompen in de machine- en pompkamers zijn van zodanige materialen voorzien dat sme-ring van stoomzuigerstangen niet nodig is. Hierbij gevoegd dat de dekwerktuigen door stoomturbines gedreven worden, is de kans op vervuiling van het voedingwater belangrijk verminderd.

Een twee-toeren elektromotor drijft de hoofd-circulatiepomp aan. Alle hoofdsluiters in het hoofdkoelwatersysteem bestaan uit rubber gevoerde vlinderkleppen. De hoofd- en hulp-koelwaterleidingen en condensatorwaterkas-ten met hun deksels zijn inwendig van een koud opgebrachte neoprene rubberlaag voorzien. De kleine koelwaterleidingen zijn van een Gupro nikkellegering. Het voedingwater wordt in totaal in vier voorwarmers tot 400° F verwarmd. Voor voedingwater-suppletie zijn twee drie-traps Flash-type verdampers geïnstalleerd. Deze verdampers zijn geheel uit non-ferro materialen opgebouwd.

Stroomvoorziening
Het elektrisch vermogen wordt geleverd door twee 1250 kVa turbinegeneratoren, die op het SB-tussendek dicht bij het hoofdschakelbord staan opgesteld. De turbines zijn aangesloten op de hoofd- of de hulpcondensor.
De 450 volt draaistroomgeneratoren, zonder opwekker en geheel zelfregelend, maken 1200 omw/min en zijn geheel gesloten uitgevoerd. Onder het dek is voor iedere generator een luchtkoeler aangebracht. Deze koelers hebben dubbele pijpen. Door de binnenste cupro-nikkelpijp circuleert het zeewater. De buitenste pijpen zijn van koper en van tinnen voorzien. Door deze constructie wordt men dan gewaarschuwd wanneer lekkage van één der binnenste pijpen optreedt. Geen zeewater kan dan in de circulatielucht van de generator komen.

Ontwikkeling van de grootste Nederlandse tankers over de jaren 1939-1963
1939—1948 'Tibia'   ........................... 15.147 ton dw, NV Petr. Mij. la Corona,
1949—1950 'Woensdrecht' .. ........... 16.556 ton dw, Phs. van Ommeren,
1951—1953 'Scherpendrecht' .......... 17.120 ton dw, Phs. van Ommeren,
1954        'Pendrecht' ......................... 19.780 ton dw, Phs. van Ommeren.
1955        'Mijdrecht' ............................ 20.177 ton dw, Phs. van Ommeren,
1956        'Vasum' ............................... 32.150 ton dw, Shell Tankers nv,
1957—1960 'Naess Commander' .. 39.100 ton dw, Ned. Norness Mij. nv,
1961        'Ondina' .............................. 51.000 ton dw, Shell Tankers nv.
De onder Nederlandse vlag varende grootste tanker sinds 1962 is de 'BurI S. Watson', een schip van 68.830 ton dw. De grootste tanker die tot dusverre in Nederland werd gebouwd, is de 'Ondina', een schip van 51.000 ton dwt.

Met de bouw van de 'Esso Den Haag' is voor Verolme thans een einde gekomen aan het uitvoeren van de enorme order (150 miljoen gulden) die de Esso bij dit scheepsbouwconcern plaatste. In dit kader werd 260.000 ton dw. aan scheeps-ruimte opgeleverd.

In het hoofdschakelbord is voor elke generator een temperatuuraanwijzer aangebracht zodat de temperatuur van de wikkelingen op zes punten kan worden gemeten. Op het bootdek, achter het ketelruim, in de nood-dynamokamer is een 250 kVA nood-generator geïnstalleerd. Deze generator wordt aangedreven door een 12-cilinder waterge-koelde V-motor, die 324 pk bij 1800 omw/ min. ontwikkelt.
De noodgenerator is ook van het automatisch zelfregelende type, maar heeft voor het op spanning komen een magnetische opwekker van het overhangende type, op het niet aangedreven aseinde aangebracht. De noodgeneratordiesel wordt hydraulisch gestart Dit kan behalve met de hand, ook automatisch geschieden indien de spanning beneden 85 % van de netspanning komt.

Generatoren.
Een deel van de machinekamer waarvan de installatie geheel is uitgevoerd door de Verolme Machinefabriek IJsselmonde NV, wordt in beslag genomen door de generatoren met hun aandrijfwerktuigen die voor de opwekking van de aan boord benodigde elektrische energie moeten zorgdragen. Er zijn twee turbogeneratoren geplaatst die door Smit Slikkerveer geleverd zijn. Elke generator heeft een continuvermogen van 1250 kVA met een arbeidsfactor 0,8 en geschikt voor parallelbedrijf.
De topwaarde van de asymmetrische stoot-sluitstroom van één generator bedraagt 22.000 Ampère. De generatoren zijn van liet zelfregelende type. Voorts is een door een diesel gedreven noodgenerator in de nood-generatorkamer op het sloependek geïnstalleerd, die eveneens een fabrikaat is van Smit Slikkerveer. Hij heeft een continuvermoucn van 250 kVA, arbeidsfactor 0,8. De noodgenerator komt automatisch in werking zodra de spanning van liet hoofdnet wegvalt. De volgende stroomsoorten worden voor diverse installaties toegepast:

3x440 volt — 60 Hz voor de krachtinstallatie,
1X110 volt — 60 Hz voor de verlichting,
noodverlichting, koelkasten, e.d.,
12 volt gelijkstroom voor de alarm- en oproepinstallaties.

De 440 volt wordt opgewekt door de genoemde generatoren, terwdjl de 110 volt wordt verkregen door middel van transfor-matoren, t.w.: 3 st. één-fase transformatoren a 50 k VA en 3 st. a 15 kVA 440/110 volt in dnehoek-driehoekschakeling en een transformator voor het Suez-zoeklicht, één-fase 10 kVA/110 volt.
Een mogelijkheid is aanwezig voor het maken van een walaansluiting voor 3 x 440 volt - 400 ampère.
De hoofd- en noodgeneratoren. alsmede diverse belangrijke motoren, zijn voorzien van verwarmingselementen die, ter voorkoming van condensatie, automatisch inschakelen bij stilstand van de betreffende machine.

Hoofdschakelbord.
Het hoofdschakelbord is opgesteld op een bordes in de machinekamer en bestaat uit een centraal deel gevormd door twee generatorpanelen, twee spanningsregeling-panelen, een synchroniseerpaneel — waarin een naar beide zijden draaibare synchroniseercombinatie is opgenomen —, een paneel voor walaansluiting, een paneel'voor de voeding naar of van het noodbord en een centraal paneel voorzien van een automatische vermogenschakelaar, om — indien nodig — de installatie in een twee-centrale systeem te splitsen, waarbij elk systeem door een hoofdgenerator of respectievelijk door de noodgene-rator en de walaansluiting kan worden gevoed.
Naast dit centrale deel zijn aan beide zijden de verdeelpanelen opgesteld met in totaal 29 groepautomaten. Het hoofdschakelbord, dat geheel gesloten is uitgevoerd, telt 17 panelen, alle aan de achterzijde voorzien van deuren met sloten. Aan de voorzijde is over de gehele lengte een lichtkoof aangebracht voor directe verlichting van het schakelbord. De verbinding tussen turbogeneratoren en hoofdschakelbord is uitgevoerd met koperrails die gemonteerd zijn in geventileerde stalen kokers.
Speciale maatregelen zijn genomen om aan de grote kortsluitstromen die eventueel kunnen optreden en de daarmede gepaard gaande dynamische krachten het hoofd te bieden.
De generatorautomaten zijn geheel ingebouwd en 'schoorstenen' zijn aangebracht voor de afvoer van geïoniseerde lucht De combinaties van automatische schakelaars en explosie-veilige srndtveiligheden kunnen een volledige kortsluiting zowel in- als uitschakelen, teiwii! de railconstructies extra versterkt zijn.
Een zover mogelijk doorgevoerde selectiviteit om de uitschakelcombinaties die gevormd worden door al of niet vertraagde relais nul-spanningsspoelen en smeltveiligheden, zorgt er voor dat de gevolgen van een optredende kortsluiting beperkt blijven tot het betrokken circuit, waardoor een grote bedrijfszekerheid is verkregen.

Noodschakelbord.
Het noodschakelbord dat volkomen afgesloten is uitgevoerd, is opgesteld in de noodgeneratorkamer en wordt normaal gevoed vanaf liet hoofdschakelbord en — bij wegvallen van de spanning — door de noodgenerator. Anderzijds kan ook de noodgenerator het hoofdschakelbord voeden. De koppelautomaten zijn op een dusdanige wijze onderling vergrendeld, dat foutieve schakelingen uitgesloten zijn.
Vanaf het noodschakelbord worden onder meer gevoed de sloepenlieren, de werkplaats-motoren, de radiotelefoniezenders, de nautische apparaten, de noodverlichting, de brandbluspomp, de motoren voor het tornwerk en de pompen die nodig zijn om het voortstuwingsbedrijf op te bouwen, alsmede de machinekamerlift.
Schakelborden en verdeelkasten. Een hulp-schakelbord dat eveneens in gesloten uitvoering is, is op het achterschip opgesteld. Hieruit vindt de voeding van de lichtverdeelkasten plaats. Alle uitgaande groepen, zowel van de schakelborden als van de krachtverdeelkasten, zijn met automaten gevoed.
Er zijn veertien krachtverdeelkasten en vijf lichtverdeelkasten geïnstalleerd, alle van het waterdichte type, alsmede dertien lichtverdeelrekken die in nissen in de accommodatie zijn opgesteld. Een uitgebreid navigatiepaneel is aangebracht, waarop onder meer de navigatie- en seinlichten worden bediend en gesignaleerd.

Navigatie- en communicatie-apparatuur
De 'Esso Den Haag' is voorzien van de modernste navigatie- en communicatie-apparatuur, zoals: decca-navigator, walkerslog, sallog, windsnelheids- en windrichtingsmeter, gyrokompas enz. Door Radio-Holland nv werd geplaatst het Kelvin & Hughes navigatie-echolood MS 26 B met ondiepwaterkijker, een Marconi richtingzoeker van het type Lodestone IV, de marifoon Argonaut van Marconi en, van hetzelfde merk, twee reddingbootzenders/ontvangers Marinetta. Tevens in de radiohut de radiotelegrafie/tele-foniezender Svenska MT 250, RT-I noodzender Renovas, RH en Philips communicatie-ontvangers en het Marconi automatisch alarmtoestel Seaguard.

Installaties
De omvangrijke krachtinstallatie telt ongeveer 100 aansluitingen met een gezamenlijke aansluitwaarde van circa 2500 pk en 300 kW. De mechanische ventilatie en de luchtverversing eisen een groot deel van dit vermogen op. Zo zijn bijvoorbeeld drie ventilatormotoren voor geforceerde trek geïnstalleerd, elk met een vermogen van 250 pk.
Voor de algemene dienst en de verbindingen tussen machinekamer en pompkamers zijn batterijloze telefooninstallaties geplaatst met in totaal zeventien toestellen. De talk-back installatie omvat tien luidsprekers, waarvan zes met terugspreek-mogelijkheid. Vanaf de brug zijn diverse oproepcombinaties mogelijk. Op de brugvleugels is een aparte talk-back installatie geïnstalleerd voor rechtstreekse communicatie met het stuurhuis. Een uitgebreide radio- en muziekinstallatie zorgt er voor dat in alle messrooms en recreatiezalen en in het hospitaal het gesproken woord en de muziek van de radiostations of van de aan boord geplaatste tape-recorder kunnen worden beluisterd. Tevens kunnen via deze installatie vanuit het stuurhuis mededelingen worden gedaan, waarbij een volledige keuzemogelijkheid van de weergevende luidsprekers aanwezig is.
Het centraal-antennesysteem, dat in alle hutten de mogelijkheid biedt voor het aansluiten van radiotoestellen, omvat ongeveer 80 aan-sluitpunten.
In de machinekamer zijn diverse alarm- en signaalinstallaties geïnstalleerd; op het running en alarmpaneel bevinden zich circa 60 signaleringen.

Een weinig op tankers voorkomende installatie is wel die welke is aangebracht voor de personenlift in de machinekamer. Deze lift is berekend op het vervoer van zes personen en heeft vijf stopplaatsen. Voorts kunnen wij nog vermelden de alge-mene alarm-installa-tie, de C02 installatie, die geleverd is door Walter Kidde, vertegenwoordigd door Inham te 's Gravenhage, de zoutgehaltemeetinstallatie, het gyrokompas, geleverd door de Nautisch Techn. Dienst P. J. P'eteris te 's Gravenhage, de machine-telegraafinstallaties, de tachomeet-installatie en voorts decca-navigator, walkerslog, sallog, roerstandaanwijzer en windsnelheids- en windrichtingmeter.
Het ontwerp, de constructie en de uitvoering van de totale elektrische installatie is overeenkomstig de voorschriften van de Nederlandse Scheepvaart Inspectie en American Bureau of Shipping in nauw overleg met Rederij Esso Nederland NV, uitgevoerd door Verolme Elektro Maassluis NV.

Ladingbehandeling
In de hoofdpompkamer, die direct voor de machinekamer is gelegen, bevinden zich drie horizontale één-traps centrifugaal-pompen met een opbrengst van 11.000 US gpm zeewater bij een druk van 150 psig. De pompen worden aangedreven door een stoomturbine die via een enkele tandwieloverbrenging een vermogen van 1300 pk levert.
De drie ladingpompen verzorgen ieder een groep ïadingtanks. De pomp zuigt op deze groep door een 20" leiding, met 16" aftakkingen in de tanks. De 18" persleidingen gaan door de zijtanks ter hoogte van de neutrale lijn tot aan het punt waar zich op het dak de 'cross overs' bevinden. De ladingafsluiters hebben een 'ductile cast iron' huis. Het materiaal voldoet aan BS 2789, type 2. De schuiven van deze schuifafsluiters van 10" en groter zijn voorzien van een speciale afdichting 'Flexiring'. De 16" schuif af sluiters in de ïadingtanks en de hoofdafsluiters in de pompkamer worden hydraulisch bediend. Dit hydraulische systeem bestaat uit:
1. Een dubbel uitgevoerde pompeenheid, die opgesteld staat in een ruimte op het top-dek tussen de beide schoorstenen.
2. Een bedieningskast voor iedere afsluiter: voor de afsluiters in de tanks is deze bedieningseenheid aangebracht tegen de achterzijde van het olielaadhoofd; voor de afsluiters in de pompkamer is de bedieningskast ter plaatse van deze klep aangebracht, met uitzondering van d( drie persafsluiters van de ladingpompen die een dubbele bediening hebben, te weten één ter plaatse en één bedieningskas boven in de pompkamer.
3. Een roterende hydraulic motor met verscheidene voorzieningen, zoals een 'werk slagbegrenzer' enz. is aangebracht op het speciaal daar voor aangebrachte afsluiter huis.
De hoofdhydraulic toe- en terugvoerleidingei lopen langs de loopbrug. Er zijn geen hydraulic leidingen die over het dek lopen. Bijna het gehele leidingwerk is Cupro nikkel met roest vrij stalen O-ring koppelingen.

Twee strippingpompen van ieder 1400 gpm bij 150 psig bedienen een separaat stripping systeem. De persleidingen lopen langs d loopbrug over dek, zodat het hoofddek geheel vrij van leidingen is. De strippingpom pen zijn van een nieuw ontwerp en bevat ten enkele speciale voorzieningen, zoals aparte klepkasten, zodat een betere verhouding van slagvolume, schadelijke ruimte verkregen is, voorts roterende kleppen en wrijvingsdempers op de stoomschuifstang.

Tijdens het tankreinigen wordt met twee 8" watergedreven ejectors op het strippingsysteem gezogen. Ook het ballastsy-steem is uitgerust met een ejector, die voor het aangezogen vuil ongevoelig is.
Om in geval van nood de ladingpompturbines te kunnen stoppen, is in de pompkamer en op één plaats in de midscheeps een schakelaar aangebracht, die een solenoid klep in het olie-regelsysteem van de turbines deze |doet stoppen.
Boven in de pompkamer bevindt zich een tachometer voor iedere lading en een pompturbine met een schakelaar om door middel van een elektromotor op de régulateur de toeren te kunnen vaststellen. Om gesignaleerd te worden bij een te hoge lenswaterstand in de pompkamer is een vlotter aangebracht, die via een luchtklep een alarm doet gaan. In de ladingtanks zijn geen heatingcoils aangebracht.
In de voorpompkamer staan één verticale duplex-stoornzuigerpomp opgesteld voor lens-en brandblusdienst en één pomp voor ballast en brandstoftrimdienst.

Brandbestrijding
De 'Esso Den Haag' is van een uitgebreid brandblussysteem voorzien. De stoombrandblus voor de ladingtanks is weggelaten en hiervoor in de plaats is schuimblusapparatuur aangebracht, die het gehele dek met een laag schuim kan bedekken.
De installatie bestaat uit: een 1100 US gallon tank voor schuimvloeistof; een elektrisch gedreven schuimvloeistofpomp; een statisch uitgevoerde schuimmenger; een brandbluspomp van 1200 gpm, zodat een brandblusschuim van 3 % aan de dek-schuimleiding afgegeven wordt.
De dieselgedreven noodbrandbluspomp, vooruit in de bak kan ook op dit systeem persen. De noodbrandbluspomp van 700 gpm krijgt zijn water aangevoerd door een hydraulisch gedreven pompset, die beneden de waterspiegel in de voorpompkamer staat opgesteld. Het vermogen voor de hydraulic motor wordt geleverd door een Imo-pomp, die ook door de noodbrand-blusdiesel gedreven wordt. De capaciteit van de schuimvloeistof-voorraadtank bij deze installatie is 300 USg. Op de dek-schuimleiding zijn behalve de nodige handstraalbuizen, tien schuimkanonnen aangesloten, welke op een dusdanige wijze staan opgesteld dat het gehele dekoppervlak bestreken kan worden.
De vier kanonnen die op de loopbrugschuilplaatsen staan opgesteld, kunnen door hun speciale uitvoering van onder deze schuilplaats bediend worden.
Beide pompkamers, settlingtanks, verfbergplaats, lampenbergplaats en stuurman's bergruimte zijn voorzien van een waternevel-brandblussysteem. Deze kunnen van buiten de ruimtes van een 'snelopenende' klep in werking worden gesteld.

Bron : Nautica, juli 1963