Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Het leven aan boord van een olietanker
Het leven aan boord van een olietanker, Part - 1
Adri in ’t Veld (82) werkte ruim 40 jaar bij Esso, waarvan elf jaar bij Esso Tankvaart Maatschappij. Op verschillende olietankers voer hij de wereldzeeën over. Een avontuurlijke tijd, die mooie verhalen en hechte vriendschappen opleverde.
door Ine van den Boer

Een aantal jaren geleden vond hij bij het opruimen de oude monsterboekjes terug, die van hemzelf en van zijn vrouw. “Bep mocht soms een reisje meevaren”, zegt Adri. “Maar dan moest ze officieel aanmonsteren en kreeg ze een salaris van 1 gulden als stewardess op het schip. Zo ging dat in die tijd bij Esso.” Toen hij de monsterboekjes vond, zei zijn vrouw “je moet die verhalen eens opschrijven”. Dat deed Adri. “Bij een inbraak drie jaar geleden zijn ook de monsterboekjes verdwenen, maar gelukkig had ik die reizen opgeschreven en ook de namen van de kapiteins en hoofdmachinisten.”

Na aanvankelijk afgekeurd te zijn voor de zeevaart (hij had een liesbreuk) kon Adri, na te zijn geopereerd, dan toch op 17 maart 1958 aan de slag bij Esso Tankvaart Maatschappij (ETM) als elektricien. “Ik kon kiezen uit drie zogenaamde T2-tankers”, zegt Adri, “die waren in 1948 aangekocht in Amerika. Maar mijn keus viel op het enige nieuwbouwschip dat Esso toen had, de Esso Nederland, een modern schip van 26.000 DWT. Daar heb ik mijn eerste reis op gemaakt van Fawley naar Fao en Basra in Irak en terug naar Rotterdam. De vlucht naar Fawley was de eerste keer dat ik in een vliegtuig zat.”

Adri in ’t Veld.

Bange herinneringen
Die vliegervaring viel mee, maar aan een andere vlucht bewaart hij bange herinneringen. “Begin december 1960 moesten we met de Esso Rotterdam van Milford Haven naar Ceuta en terug. Martinair zou ons van Zestienhoven naar Milford Haven vliegen, daar lag de Esso Rotterdam. Maar het was noodweer. Toen ik op Zestienhoven kwam, was er niemand, alleen de portier. Die belde naar de verkeerstoren, en er werd geregeld, dat de bus van Rotterdam Centraal, waar andere bemanningsleden stonden te wachten, mij zou oppikken van Zestienhoven en ons naar Schiphol zou brengen. Wij hebben nog gevraagd aan de piloot of het vertrouwd was om te vliegen met dit noodweer, hij zei van wel. Nou, dat hebben we geweten, het was verschrikkelijk!
We zijn uitgekomen in Heathrow, Londen. Daar hebben we uren zitten wachten, want het Esso-hoofdkantoor in Londen moest voor
een bus zorgen, die ons van Heathrow naar Milford Haven in Wales zou brengen. Op zondagmorgen. Toen had je nog niet die
snelwegen in Engeland, dus het was hobbeldebobbel over de weggetjes met kuilen en gaten; de plunjezakken, onderin de bus,
drijfnat. Onderweg kwamen we de aflosbemanning tegen om de zaak over te dragen. Een loodsbootje heeft ons het laatste stuk
naar de Esso Rotterdam gebracht.”

Kapitein Schol en de Westernfilms
Om de verveling tegen te gaan, draaide de bemanning films aan boord. ETM had een abonnement met Walport, een organisatie
die in legio aanloophavens over de gehele wereld depots met filmkisten had. De filmkisten konden in de havens worden geruild,
maar dat ging niet altijd probleemloos, want de films werden op inhoud gecontroleerd en sommige films kwamen er in een islamitisch land niet in.
“We wilden natuurlijk goede films hebben”, zegt Adri, “dus dan verzocht ik de marconist om andere schepen op de route te vragen
welke films zij aan boord hadden.” Uit die titellijsten selecteerden wij de beste films en dan wisten we in welke haven we de goede
films konden ruilen. Kapitein Schol wilde altijd cowboyfilms hebben. Dan had ‘ie ’s avonds een borreltje op en werd er in die film
geschoten, dan sprong Schol op en riep: “Harry, bukken, daar komt de kogel. "Bingo!” En in de pauze kregen we altijd een sigaar.”

Op zoek naar de bruid
“In december 1961, net na Kerst, zou ik weer uitvaren. Een tijd daarvoor hadden Bep en ik een (nieuwbouw)flat toegewezen
gekregen in Spijkenisse. Een flatgebouw was klaar, twee andere nog in aanbouw en in de modelwoning waren we al wezen kijken
naar de indeling, maar welke flat we precies zouden krijgen wisten we nog niet. Op 10 mei zouden we trouwen, zo hadden we
afgesproken. Dan zou ik verlof hebben en Bep had onbetaald verlof aangevraagd van haar werk in het ziekenhuis. Afijn, net na
Kerst voer ik uit met de Esso Nederland van Bremerhaven naar Aruba en Gotenburg.
Maar we kregen steeds andere orders en via Malmö, Karlsham, Cartagena, Le Havre, Punta De La Cruz, New York en Amuay
Bay kwam ik tenslotte eind april ’62 in Hamburg aan. Tijdens de reis hadden we geen post gekregen vanwege de verwarring over
de steeds wijzigende vaarroutes.”
“Van Hamburg nam ik het vliegtuig naar Amsterdam en vandaar een taxi naar Spijkenisse. Maar omdat ik vier maanden op zee
had gezeten zonder post, wist ik niet waar Bep nu woonde. Want ze woonde intern in het Dijkzigt Ziekenhuis en was inmiddels
verhuisd naar onze nieuwe flat.
Dus ik reed met de taxi midden in de nacht door die wijk in Spijkenisse, op zoek naar haar woning. Tegen die chauffeur: “Hier
moet het ergens zijn.” Eerste flat: alle bordjes bekeken, nee. Tweede flat: alle bordjes bekeken, ook niet. Derde flat, ja hoor, daar
was het licht aan. Nou, daar was het.” Lachend: “Die taxichauffeur zei: jij zegt, dat je naar je eigen vrouw gaat, maar daar geloof ik
niks van.”
“Op 10 mei zouden we trouwen, maar in die tijd moest je eerst zes weken in ondertrouw zijn geweest, en dat waren we niet. Maar
op het gemeentehuis bleek, dat er voor zeevarenden een speciale regeling was, dus op 10 mei zijn we dan toch getrouwd.”

De Esso Rotterdam, op weg naar Rotterdam, passeert in de Rode Zee de Esso Amsterdam, op weg naar Ras Tanura – 1967

Paniek in het Panamakanaal
“Tijdens mijn huwelijksreis naar Gorssel, werd ik opgeroepen voor een kort reisje van veertien dagen met de Esso Nederland van
Gotenburg naar Brega. Maar we waren de haven nog niet uit, of we kregen orders: in plaats van Brega moesten we naar Aruba.
Daar kregen we orders voor Japan: via het Panamakanaal langs Hawaï naar Nagasaki, Kobe en Yokohama. Grote consternatie:
want we hadden geen zeekaarten aan boord en er was nog nooit een schip van Esso door het Panamakanaal naar Japan gevaren. Dus dat was hevige paniek. Nou ja, die kaarten hebben we gekregen en het is goed gegaan.
Maar het was wel duidelijk dat het geen reisje van twee of drie weken zou worden. In Japan hebben we drie havens aangedaan,
vandaar naar de Perzische Golf en van de Perzische Golf naar Hamburg, weer geladen en eind augustus zijn we thuis gekomen.”

Op zee.Vlnr: de heren Crueq, Croes, Wortel & In’t Veld

Roze overhemden
“Maar wat wil nou het geval? Jan Francino, derde machinist, kwam op Schiphol om naar Gotenburg te vliegen, en die had alleen een weekendtas bij zich. Hij zegt “joh, het is maar veertien dagen, ik ga niet sjouwen met koffers.” Hij had een rood en een wit
overhemd bij zich. Onderweg moest ‘ie wassen, hij heeft de hele reis met twee roze overhemden gelopen.”
“In Japan wilde Jan een korte broek kopen, zijn we met z’n drie?n, Bob van der Zwan, Jan en ik, de wal op geweest naar een
warenhuis om kleren te kopen, maar we konden niets vinden. Komt er een Hollandse mevrouw naar ons toe, die vraagt: ‘heren,
wat zoekt u?’ ‘Wij zoeken wat kleren voor ons.’ Ze zegt: ‘dat hoeft u in Japan niet te zoeken, die maat hebben ze hier niet’.”


Atoombommetje kijken bij Midway
Die reis naar Japan was met kapitein Schoenmaker, een bijzondere man. Die was met een Engelse getrouwd en woonde op
een kasteeltje in Engeland. Ook hoofdmachinist Siliakus was erbij, een fijne baas. We voeren bij de Hawaï-eilanden toen we bericht kregen dat de Amerikanen atoomproeven gingen doen bij het eiland Midway en daar moesten wij 600 mijl uit de buurt blijven. Maar het was een lange oversteek van Panama naar Japan en we verveelden ons een beetje onderweg, dus gingen we ’s avonds atoombommetje kijken bij kapitein Schoenmaker, want die woonde op de midscheeps, die had mooi uitzicht daar. Wekenlang hebben we daar ’s avonds een biertje zitten drinken, maar die atoombommen hebben we nooit gezien.”
Na terugkomst in Hamburg is de Esso Nederland verkocht aan Standard Tankers (Bahamas) Co., Ltd., als Esso Gothenburg.

Esso Nederland (1).