Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 12e jaargang 1966 Nrs 1 - 6
Only in Dutch.

Essofoon - 12 jaargang 1966 (Totaal 12 nummers)
No. 1-1966

NIEUWE STEIGER VOOR BINNENSCHEPEN.
DOOR K. C. DE KONING
Bovenstaande foto geeft een indruk van de steiger die onlangs gereed gekomen is voor het smeeroliemengbedrijf
t.b.v. de belading van binnenschepen met smeerolie. In het oorspronkelijke ontwerp was slechts voorzien in de
beladingsmogelijkheid van bulk-partijen (De Esso Nederland 129). Mede met het oog op de levering van smeerolie
aan West-Duitsland werd daarna een studie gemaakt om de pier zodanig uit te voeren dat er tegelijkertijd een bulken
een stukgoed-belading zou kunnen plaatsvinden.
Met de bouw werd begin juni 1965 een begin gemaakt en nog in diezelfde maand werd de eerste van de 12 betonnen
palen in de bodem van de 3e Petroleum Haven geheid.
Daarna heeft men tot eind november vorig jaar gewerkt aan de verdere constructie van de steiger die geheel uit
gewapend beton is opgetrokken. Begin december is deze nieuwe laadfaciliteit definitief in gebruik genomen. Reeds
kort na de ingebruikname werden aan de nieuwe steiger bulk- zowel als stukgoedbeladingen gelijktijdig verricht.
Op de foto wordt juist een partij vaten en dozen met blikjes smeerolie aan boord van een binnenschip gebracht dat
deze lading naar West-Duitsland zal brengen. Voor deze belading werd gebruik gemaakt van een gehuurde mo-
biele kraan. De bulkbeladingen vinden plaats via een drietal leidingen die over de steiger lopen.

MET PENSIOEN:
S. S. Ulrich,
afd. Bevoorrading &
Transport,
1-02-1966

VAN DE TANKVLOOT:
IN DIENST GETREDEN:
A. v. Aalst
VETROKKEN:
J. W. H. Hulst
M. Broek
D. Dirksen
J. F. Tijssen
J. F. G. Herlé
Gouden Maatschappij-insignes:
Tien jaar:
F. G. Siliakus

No. 2-1966

PORT CAPTAIN NAAR ENGELAND.

Per l februari j.l. is onze port captain, de heer S. L. Stil, voor twee jaar bij Esso International in Londen geplaatst.
In verband hiermede is de heer C. Veldkamp tot port captain benoemd.
De heer Stil is de tiende employé van Esso Nederland die op dit ogenblik in het buitenland is gedetacheerd.
Ver van huis zijn de heren B. Ganzeboom en A. Nederhand die in de Nederlandse Antillen bij Aruba Chemical
Industries werken. In de Verenigde Staten verblijven drs. J. C. Leerdam en drs. L. H. van Leeuwen. In Engeland
werden eerder al twee collega's geplaatst: de heer W. R. G. ten Pas bij Esso International en de heer R. Niezen
bij Esso Research Limited. Het dichtst bij huis zijn, nu al bijna twee jaar lang, de heren D. v. d. Wilk en
ir. J. H. W. Surie, beiden gedetacheerd bij Esso Chemicals in Brussel. Ir. J. Gallay tenslotte is, zoals bekend,
onlangs voor twee jaar naar Esso Algérie S.A. vertrokken.

S. S. ULRICH GING MET PENSIOEN.
De heer S. S. Ulrich, die senior repair inspector was bij de afdeling bevoorrading en transport, heeft op vrijdag
28 januari een afscheidsreceptie gehouden ter gelegenheid van zijn pensionering. De receptie vond plaats in
de directie-lunchkamer op het hoofdkantoor.
Collega's, oud-collega's, vrienden en relaties van de werven, classificatiebureaus en scheepvaartinspectie
woonden de receptie bij. Van de Bsso-schepen en van verschillende „affiliates" waren er telegrammen.
De heer H. Zuiderbaan, manager van de sectie vloot van de afdeling bevoorrading en transport, memoreerde in
een toespraak dat de heer Ulrich veel had bijgedragen tot de opbouw van de Esso Tankvaart-vloot. „Wij hebben
ook bij deze vlootopbouw zeer gewaardeerde steun van u gehad", zei de heer Zuiderbaan. In zijn toespraak
betrok de heer Zuiderbaan ook mevrouw Ulrich.
Vervolgens overhandigde hij de heer Ulrich de service button voor 32-jarige dienst (het opspelden lukte niet) en
de gebruikelijke enveloppe van de directie. Daarna „onthulde" de heer Zuiderbaan een geschenk van de collega's,
een grote elektrische grill die in een kartonnen doos was verpakt.
De manager van de sectie vloot, de heer H. Zuiderbaan (links), in gesprek met de heer S. S. Ulrich
(rechts) en zijn echtgenote na de overhandiging van de service button en het geschenk onder couvert.

Esso Tankvaart-vloot op de tweede plaats in de „Fleet Safety Contest".
De vloot van de Esso Tankvaart Mij. N. V. is op de tweede plaats geëindigd in de „Esso Fleet Safety Contest"
van 1965. De eerste plaats ging naar de vloot van Esso SAPA, Argentina, en derde was Humble Oil & Refining
Co. De winnaars zullen een trofee ontvangen.
De veiligheidswedstrijd voor de landelijke Esso-zeetankvloten werd voor het eerst in 1964 gehouden, en wordt
nu ieder jaar georganiseerd.
De mededeling dat de Nederlandse Esso-vloot de tweede plaats had veroverd, kwam per brief van de vice-president
van de Tanker Department van Esso International Inc. te New York, de heer R. W. Mountrey.
Hij schreef o.m.: „Wij zenden u onze gelukwensen met uw uitstekend veiligheidsre-cord: U hebt kans gezien
uw record van acht ongevallen en een cumulatief getal * van 7,58 in 1964 te verminderen tot twee ongevallen
en een cumulatief getal van 2,21 in 1965. Mogen wij u en uw zeegaand personeel complimenteren met de
toegewijde aandacht die door u aan de veiligheid wordt besteed. U hebt een goed voorbeeld gesteld aan alle
andere deelnemers aan deze wedstrijd."
De Esso Tankvaart-vloot ontving ook gelukwensen van de heer Loren F. Kahie, transportation coördinator van
S.O.C. *Het cumulatief getal wordt verkregen door het aantal ongevallen te vermenigvuldigen met 1.000.000
en daarna deze uitkomst te delen door bemanning-man-uren maal 24 uur.

VAN DE TANKVLOOT:
VERTROKKEN:
F. J. Louter

No. 3-1966

SPOREN VERDIEND BIJ DE TANKVAART EN IN DE OORLOG.
Kapitein W. de Raat (thans met pensioen) is een van die oud-zeelieden die niet „riekt" naar het zilte
nat en avontuur en die minder pretentieus is dan een kantoorklerk met 36 jaar dienst. Maar niettemin
is hij een oude zeerot die meer avontuur heeft geproefd dan je denkt en die 36 jaar lang voor Esso
olie naar Nederland heeft gevaren.
Hij kwam als broekje (derde stuurman) in dienst bij de P.I.M., de rederij van de A.P.C, in die dagen. Datum: 28
september 1922. Schip: De gloednieuwe „Amsterdam".
„In die dagen voeren we uitsluitend op de Golf van Mexico. In 1925 kwam ik op de „Den Haag" en na 11 maanden
werd ik tweede stuurman. Ik heb een tijd afwisselend als tweede en derde gevaren. De olie brachten we naar
Rotterdam en Amsterdam, een enkele keer naar Antwerpen", zei hij.
Kapitein de Raat werd in 1938 aflos-kapitein op de „Rotterdam". In 1939 volgde zijn vaste aanstelling als kapitein.
Het gezag over dit schip verloof hij op tragische wijze op 28 augustus 1942, toen de tanker, varend in een convooi,
werd getorpedeerd.
„Het gebeurde in de nacht, om half twaalf. Er zijn 11 man hier bij gebleven. De omgekomenen waren voornamelijk
bemanningsleden die op wacht waren in de machinekamer, waar het schip werd getroffen. Zij hadden geen schijn van
kans, omdat het achterschip binnen 21/2 minuut onder water was. De bak bleef twee uur boven water", zei kapitein
de Raat.
Kapitein W. de Raat vertelt zijn wedervaren.

„Onze sloep werd vijf uur later opgepikt door een escortevaartuig. Mensen die we opvisten, zaten onder de stookolie
en benzine. Gelukkig raakte dit goed niet in brand, want anders was er niemand levend afgekomen."
De torpedering was niet het eind van de oorlogservaringen van kapitein de Raat. Na dit zeedrama voer hij met
convooien over de Atlantische Oceaan en hij heeft ook nog op de beruchte Moermansk-route gevaren. „Die reis naar
Rusland vergeet ik nooit. We voeren met 20 schepen in convooi. Door zwaar weer werd het convooi al in het begin
uit elkaar geslagen en vielen wij de Akariri-baai in New Foundland binnen. Daar werd het convooi weer gevormd en
ging het weer verder. Bij de Noordkaap gekomen werden wij aangevallen door een pak onderzeeërs. Drie van onze
schepen werden getroffen en één, 'n torpedojager, werd beschadigd.
Ik voer op een kolenstoker, een passagiersschip dat gebouwd was voor de arctische vaart. De gemiddelde
temperatuur die wij hadden op die tocht was 34 graden onder nul. Ons schip lag achter 10 voet dieper dan voor en kon
zodoende door het pakijs. Soms moest je wel eens een beetje terugvaren en een aanloopje nemen. De trip eindigde
in Molotofsk, een haven aan een van de monden van de Dwina. Hier hebben we nog kolen afgestaan aan de ijsbreker
Jozef Stalin. Later, toen we weer vertrokken, ging deze ijsbreker voor ons uit, maar hij kwam vast te zitten. Maar ik
bleef doorvaren en de ijsbreker kwam toen achter mij aan!
We brachten de Russen oorlogstuig. Ze ontvingen ons vriendelijk en gastvrij, maar er was niet veel te beleven in
Molotofsk."
Na het convooivaren in de oorlog, kwam kapitein de Raat weer bij de tankvaart van Esso Nederland. Hij kreeg het
gezag over de „Esso Den Haag", een T-2 tanker. Zijn laatste reis duurde vijf maanden. Op 26 september 1958
kwam hij met de „Esso Amsterdam" binnen en liet hij voor de laatste maal het anker vallen.
Nu woont kapitein de Raat in Paterswolde (Drente) en geniet hij van zijn pensioen. Inderdaad, hij geniet er van en
windt er geen doekjes om. „Na 36 jaar varen en van huis te zijn geweest, hebben wij nu een leven dat wij nog nooit
hadden meegemaakt".
Nog een aardige herinnering, kapitein? „Ja, in 1944 lagen wij in Three Rivers, tussen Quebec en Montreal, en
kregen we een uitnodiging om bij Prinses Juliana in Ottawa op bezoek te komen. We hebben heel vrij kunnen
praten met Juliana en Beatrix bood ons sigaretten aan".

Hei tweede tankschip „Rotterdam" dat onder gezag stond van kapitein W. de Raat. Het 12.000 DWT
metende motorschip kwam in 1925 in dienst van onze rederij en werd 17 jaar later
in de Caribische Zee tot zinken gebracht.

IN MEMORIAM
H. SCHOONEMAN
Op 3 maart j.l. is de heer H. Schooneman, chef hofmeester, door een ongeval aan boord van de „Esso Amsterdam" om het leven gekomen. Het ongeval vond op 80 mijl van Aruba plaats. De „Esso Amsterdam" keerde terug naar Aruba en op 9 maart werd het stoffelijk overschot per vliegtuig naar Nederland vervoerd.
De heer Schooneman, die in Den Helder was geboren, was 48 jaar oud. Hij trad op 19 september 1960 bij de Esso
Tankvaart Maatschappij in dienst.

VAN DE TANKVLOOT:
IN DIENST GETREDEN:
A. G. Koeken

Bevorderd tot:
1e stuurman             G. J. Alkema      1-02-1966
2e stuurman             W. F. Welter      1-02-1966
2e stuurman             R. v. d. Poel       1-02-1966
3e stuurman             J. A. G. Portier  1-02-1966
3e stuurman             A. G. Engels       1-02-1966
3e stuurman             H. J.M. Kuypers 1-02-1966
3e stuurman             C. A. H. Brandt  1-02-1966
3e werktuigkundige A. v. Noorioos    1-02-1966
4e werktuigkundige J. Teunissen      1-02-1966
4e werktuigkundige W. H. Mellema  1-02-1966

No. 4-1966

Geen ETM-Nieuwtjes.

No. 5-1966

GROOTSTE SCHIP TER WERELD.

De kiel is gelegd van het grootste tankschip ter wereld. In Jokohama (Japan) is men bezig met de bouw
van de „Idemitsu Maru", een supertanker van 205.000 ton.
Dit schip wordt 342 meter lang en alleen het bovendek heeft al plaats voor 100.000 mensen. Dit schip, dat
hoger is dan de beroemde Eifeltoren, bevat 12 grote olietanks in het ruim. Per jaar zal het schip ca. 9 reizen
maken en een hoeveelheid olie transporteren die voldoende is om gedurende twee jaar 33.000 auto's te laten
rijden. Op l februari van dit jaar is men met de bouw begonnen en in december a.s. hoopt men de reus in de
vaart te hebben.
Alles aan boord is dermate geautomatiseerd dat er slechts een bemanning nodig is van 32 koppen.

Esso Rotterdam onderging een grote dokbeurt.
De „Esso Rotterdam" heeft bij Wilton-Fijenoord in Schiedam een grote dokbeurt ondergaan. Tijdens deze
dokbeurt heeft men het schip tevens uitgerust met een automatische stookinstallatie voor beide ketels. Als
gevolg hiervan kon het schip minus twee stokers op 12 mei j.l. vertrekken, met een bemanning van 31 man.
   
Een dakwerker zandstraalt hier de scheepshuid om                   Een overzicht van de bedrijvigheid in de machinekamer.
er de roest af te halen.    
Het tankschip kwam op donderdag 21 april j.l. na een afwezigheid van anderhalf jaar te Rotterdam aan. Het
schip heeft gedurende deze 18 maanden in charter gevaren, en wel hoofdzakelijk naar de Perzische Golf. De
„Esso Rotterdam" heeft gedurende deze tijd een record aantal reizen Rastanura-Bombay v.v. van de wereld
Esso-vloot gemaakt.
Vijfhonderd vierkante nieter van de scheepshuid heeft men gegrit en nog eens 3000 vierkante meter scheeps-
huid met zand en water gestraald om roest te verwijderen, voordat nieuwe verflagen konden worden aangebracht.
Tussen de kimkiel en de diepst geladen lastlijn Werd een anti-foulingverflaag aangebracht die, zoals de naam
al zegt, los laat zodra aangroei zich er op vast zet. Naast deze behandeling van de scheepshuid heeft men
beneden de waterlijn de inlaat-circulaties, roosters en inlaadzeekastcn ge-inspecteerd. In de machine- en in de
pomp-kamer heeft men ook de diverse installaties nagekeken en waar nodig gerepareerd. Ook de tanks,
leidingen en afsluiters werden aan een grondige schoonmaak- en reparatie-beurt onderworpen.
Het schip vaart thans weer in charter, ook ditmaal voor Standard Tankers Bahama.
Ook de schoorsteen werd weer in de verse verf gezet.

No. 5-1966

DEENSE ESSO-TANKER WORDT IN NEDERLAND GEBOUWD.

Dansk Esso A/S te Koppenhagen heeft een order geplaatst bij A. Vuyk & Zonen's Scheepswerven te Capelle
a.d. IJssel voor een tanker met een draagvermogen van 5.300 ton. Een bijzonderheid van het schip zal zijn een
door een 300 pk elektromotor aangedreven boegschroef voor het gemakkelijk manoeuvreren in havens.

Reunie personeel koopvaardij 1940-1945.

Officieren en bemanningsleden die gedurende de oorlogsjaren 1940/1945 de koopvaardij, de zee-
sleepvaart, de visserij en de kustvaart buitengaats gediend hebben, roepen wij op voor een reunie
op zaterdag, 17 september 1966 te Rotterdam.

Aanwezig zal zijn Leo Puld, die gedurende de oorlog zoveel gedaan heeft voor onze zeelieden in het Zeemans-
huis in South Streef te New York.
Laat ons op deze reünie nog eenmaal die saamhorigheid en kameraadschap bewijzen die wij in die dagen aan
elkaar getoond hebben.
Zij die hiermede instemmen, gelieven zo spoedig mogelijk, doch niet later dan 1 augustus 1966, hiervan bericht
te geven aan een van de navolgende correspondentieadressen :

Mevr. M. D. Phenning-Gassler, Ungerplein 8b, Rotterdam-4;
Hr. J. W. Liebau, Adrianalaan 219, Rotterdam-12.
Comité Reünie Koopvaardij-personeel 1940/1945:
J. J. Vendeville, voorzitter
M. D. Phenning-Gassler, secretaresse
J. W. Liebau, secretaris
G. Winterswijk, penningmeester

VAN DE TANKVLOOT:
IN DIENST GETREDEN:
W. M. Bruikman
VERTROKKEN:
D. W. v. d. Dungen Bille
L. Vellekoop