Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 3e jaargang 1957 Nrs 1 - 6
Only in Dutch.

Essofoon - 3e jaargang 1957 (12 nummers).
No. 1 - Januari 1957

Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
s.s. „Esso den Haag"
W. Janssen
J. P. Pouw
Ch. W. de Vries
s.s. „Esso Rotterdam"
E. P. Remy
Vertrokken:
s.s. „Esso Amsterdam"
C. de Jong
s.s. „Esso den Haag"
Z. Latuny
s.s. „Esso Nederland"
P. J. W. v. d. Stoel
R. P. Koster
s.s. „Esso Rotterdam"
J. W. Kleyn

No. 2 - Februari 1957

BELANGRIJKE AANWINST VAN ONZE BINNENVLOOT.

De sterke toename van de omzetten heeft de laatste jaren het binnenlands vervoer per tanklichter belangrijk doen stijgen. Reeds
enige malen is daarom onze vloot van binnenvaar-tuigen uitgebreid, doch nog steeds zijn wij genoodzaakt om gebruik te maken
van de diensten van anderen.
Het was dan ook op 19 december j.l. een grote dag toen de Directie van onze Maatschappij van de bouwers de N.V. v/h W. Schram
en Zonen te Papendrecht 2 door ons opgedragen nieuwe riviermotortankschepen van ieder 1200 ton overnam n.l. de „Esso Neder-
land 63" en „Esso Nederland 64". Gebruikelijk geschiedt een overdracht tijdens een z.g. overdrachts-proefvaart nadat is gebleken
tijdens de z.g. technische proefvaart dat het schip aan de gestelde eisen voldoet.
De mist was echter spelbreker en konden er helaas geen overdrachtsproefvaarten worden gehouden. Dientengevolge moest de over-
name plaats hebben te Papendrecht aan de werf van de N.V. Schram. Dit geschiedde zoals gebruikelijk door het vervangen van de
werfvlag door de Esso-vlag.
Deze plechtige handeling n.l. het hijsen van de Esso-vlag werd verricht op de „Esso Nederland 63" door mevrouw G. F. Kuselbos-
Meijer, echtgenote van Directeur A. J. Kuselbos en op de „Esso Nederland 64" door mevrouw H. S. Mcddows-Taylor, echtgenote
van de specialist voor binnenvaartaangelegenheden van Transportation Coordination te Londen. De kosten van beide schepen be-
dragen de lieve som van ca. f 2 miljoen; de „Esso Nederland 63" is ingericht voor het vervoer van de zwaarste soorten stookolie ter-
wijl de „Esso Nederland 64" uitsluitend zal worden gebruikt voor het vervoer van benzine, petroleum e.d. Het is met het oog daarop,
dat de schepen, hoewel van dezelfde tonnenmaat (1.200.000 kg nuttig draagvermogen), in kubieke inhoud verschillen en het benzine-
schip ruim 100.000 l meer vervoersmogelijkheid biedt door hogere trunkbouw e.d.
Beide schepen die éénzelfde afmeting hebben n.l. 80 m lang, 9.40 m breed en een diepgang van 2.60 m voldoen uiteraard aan de
modernste eisen. Heel veel zorg is besteed aan de inrichting van de verblijven van kapiteins en bemanningen die een lust voor het
oog mogen worden genoemd.
Wij wensen de kapiteins van de schepen t.w. de heer K. Visser van de E.N. 63 en de heer D. Pereboom Sr. van de E.N. 64 van harte
geluk met hun benoeming en hopen dat de tankers een goede vaart zullen hebben. Dat zij gedurende vele jaren een sieraad mogen
zijn op de Nederlandse binnenwateren tot eer van haar ontwerpers, bouwers en Esso Nederland N.V.
Het moment waarop door Mevrouw G. F. Kuselbos-Meijer de Essovlag van de „Esso Nederland 63" in top wordt gehesen.
                                               
K. Visser, Kapitein van de E.N. 63              D. Pereboom Sr., Kapitein van de E.N. 64
"Esso Nederland 63".
"Esso Nederland 64".
Tijdens de technische proefvaarlen van de nieuwe schepen welke plaatsvonden vóór de overdracht aan onze Maatschappij.

Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
s.s. „Esso Amsterdam"
E. F. Krijgsman
Vertrokken:
s.s. „Esso den Haag"
A. B. E. Jansen
J. Wiedemeyer
s.s. „Esso Rotterdam"
E. L. Eilbracht
A. F. v. Sprew

No. 3 - Maart 1957

BENOEMING.
In haar circulaire van 8 februari j.l. heeft de Directie o.a. het volgende medegedeeld:
De enorme toename van de moeilijkheden in de supply- en tanker business, nog geaccentueerd door de „Suez-kanaal" problemen
hebben - vooral de laatste tijd - een bijzonder zware last gelegd op de schouders van de heer H. J. Bos, Algemeen Procuratiehouder
en Manager van het Marine, Supply & Purchasing Department.
In mei a.s. hoopt de heer Bos 64 jaar te worden en heeft dan bijna 47 dienstjaren achter de rug. Daarbij in aanmerking nemende ge-
zondheidsoverwegingen zou door hem een regeling worden toegejuicht, waardoor hij gedurende het laatste jaar vóór zijn pensionering
van een gedeelte van de steeds zwaarder wordende verantwoordelijkheid zou kunnen worden ontlast. Deze regeling kon inmiddels
worden getroffen. Met ingang van l april a.s. is thans in de functie van Supply & Marine Transportation Manager benoemd de heer
A. F. Markusse en zal als zodanig de werkzaamheden van de heer Bos overnemen.
De heer Markusse die gehuwd is, werd op 28 oktober 1906 geboren en trad op 21 mei 1930 in dienst van de Standard Vacuüm Petro-
leum Maatschappij in Indonesië als bediende bij het Marine Department. Nadat hij gedurende een reeks van jaren zeer veel
ervaring in zaken betreffende bevoorrading en transport had opgedaan werd hij na de oorlog benoemd tot Assistant Manager van ge-
noemd department. In 1949 werd hij tijdelijk gedetacheerd op het kantoor te New York van de Standard Vacuüm teneinde aldaar een
trainingsperiode door te maken waarna in 1954 zijn aanstelling als Manager van het Marine Department volgde. Enige maanden ge-
leden keerde hij uit Indonesië terug aangezien hem geen re-entry permit meer wordt verleend waardoor hij niet langer in Indonesië werk-
zaam kan zijn. Aangezien de heer Markusse eveneens met ingang van l april a.s. tot Directeur van de N.V. Petroleum Industrie Maat-
schappij is benoemd en de heer H. J. Bos tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd de functie van Directeur van de P.I.M. zal blijven
vervullen, zullen derhalve m.i.v. meergenoemde datum als Directeuren van de P.I.M. optredende heren F. J. C. Barten, H. J. Bos en
A. F. Markusse.

Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
H. G. Geysen, Hoofdwerktuigkundige, s.s. „Esso Amsterdam"
H. M. v. d. Zee, 3e stuurman, s.s. „Esso den Haag"
R. Harthoorn, 2e stuurman, s.s. „Esso Amsterdam"
H. Vogelzang, 2e werktuigkundige, s.s. „Esso Nederland"
L.J.B.v.Asdonck, ass. werktuigkundige, s.s. „Esso Amsterdam"
J. B. Eyken, 5e werktuigkundige, schip nog onbekend
Vertrokken:
W. J. v. d. Heide, tijd. 4e werktuigkundige, s.s. „Esso Nederland"
P.Vis Bolderdijk, ass. werktuigkundige, s.s. „Esso den Haag"

MEDAILLES van het K.N.M.I. te DE BILT voor GEZAGVOERDERS ter KOOPVAARDIJ.
Met veel genoegen maken wij er melding van dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd een zilveren medaille als erkenning voor
bijzondere verdiensten op het gebied der maritieme meteorologie te doen uitreiken aan de heer C. Prins, gezagvoerder, die binnenkort
met pensioen gaat.
In 1952 en 1955 werd éénzelfde medaille uitgereikt aan de gezagvoerders de heer H. Schol van het s.s. „Esso Nederland" en de heer
W. de Raat van het s.s. „Esso den Haag". De heer Prins is hiermede derhalve de derde gezagvoerder van onze zeetanker vloot, die
een dergelijke onderscheiding ontvangt.
In het volgende nummer hopen wij een foto van de overhandiging van de medaille in ons blad te kunnen opnemen, aangezien bij het
ter perse gaan van dit nummer het nog niet vaststond op welke datum de heer Prins zijn onderscheiding in ontvangst zal kunnen ne-
men.

No. 4 - April 1957

Van de Tankvloot.
In dienst getreden :
s.s. „Esso Rotterdam", J. J. C. Huising, 4e stuurman
s.s. „Esso Rotterdam", H. J. W. Mali, ass. werktuigkundige
Vertrokken:
s.s. „Esso Nederland", D. J. Rottier, Hoofdwerktuigkundige
s.s. „Esso Nederland", H. Vogelzang, 2e werktuigkundige

No. 5 - Mei 1957

s.s. „Esso Amsterdam"
„ESSO AMSTERDAM", „ESSO ROTTERDAM", 2 x 100 reizen.
Zoals U reeds in de Essobron zult hebben gelezen, maakt het s.s. „Esso Amsterdam" momenteel zijn 100e reis. Het is wellicht
interessant te weten dat dit schip, sinds het op 2 juni 1948 in dienst werd gesteld, niet minder dan 825.321 zccmijlen heeft gevaren.
Als U daarbij bedenkt, dat l zeemijl 1.852 meter is, dan kunt U zich een indruk vormen van de enorme afstand die zo'n schip in nog
geen 10 jaar aflegt. Wij hebben voor U uitgerekend dat de „Esso Amsterdam" er een slordige 1,5 miljoen kilometer op heeft zitten,
hetgeen gelijk staat aan 38 keer rond de evenaar om de aardbol.
Niet alleen de „Esso Amsterdam", maar ook ons s.s. „Esso Rotterdam" maakt op dit ogenblik haar 100e reis in dienst van de N. V.
Petroleum Industrie Maatschappij. Dit schip heeft, sinds het op 22 maart 1948 in dienst werd genomen, 855.993 mijl afgelegd, het-
geen neerkomt op bijna 1,6 miljoen km ofwel 39 maal rond de evenaar. Zij is de Amsterdam dus één slag voor.
Beide schepen hebben voornamelijk dienst gedaan op het Westelijk Halfrond en in de vaart naar de Perzische Golf. Het s.s. „Esso
Amsterdam" heeft bovendien tijdens de Suezkanaal-kwestie een reis naar en van de Perzische Golf gemaakt via Kaap de Goede
Hoop.
Ter gelegenheid van de 100e reis van beide schepen heeft de Directie van de P.I.M. het volgende telegram verzonden: „Wensen
Gezagvoerder, officieren en bemanning geluk ter gelegenheid 100e reis en de tot nog toe succesvolle vaart - stop - stellen voor dit
feit aan boord te herdenken met een feestelijk diner op door U te bepalen dag - stop - met beste wensen voor behouden vaart in de
toekomst".
Wij sluiten ons hierbij van harte aan en geven beide schepen - in vol bedrijf - een ereplaats op deze pagina.
s.s. „Esso Rotterdam"

Van de Tankvloot.
In dienst getreden:
s.s. „Esso Amsterdam", C. J. de Ruiter, 4e stuurman
nog onbekend, H. G. Breitschaft, ass. werktuigk.
Vertrokken:
s.s. „Esso Rotterdam", A. J. Schuurmans, 4e stuurman
s.s. „Esso den Haag", J. P. Pouw, ass. werktuigk.
s.s. „Esso den Haag", A. G. Korteland, 2e stuurman
Service Buttons:
10 dienstjaren:
M. C. v. d. Vliet, s.s. „Esso Rotterdam"
P. H. N. van Asten, s.s. „Esso Amsterdam"

No. 6 - Juni 1957

ESSO NEDERLAND 65.
Op 25 april jl. werd te Papendrechf de Esso Nederland 65 te water „gelicht". Haar weinig orthodoxe waterdoop volgde op de doop met
champagne, die werd verricht door de heer H. J. Bos. Twee drijvende bokken namen de 65 in de lus en tilden de 450-tons lichter in de
Merwede. De afbouw geschiedt op de Scheepswerven Piet Hein, eveneens te Papendrecht. Op de werf van onderaannemer Mels is in-
middels de kiel van de Esso Nederland 66 reeds gelegd.

In dok.
Twee van de droogdokken van Wilton Feije-noord te Schiedam werden vorige maand ingenomen door schepen van onze vloot. Zowel
de „Esso Nederland" als de „Esso Rotterdam" kregen er hun jaarlijkse beurt. Dank zij defoto-dienst van de werf kregen wij de beschik-
king over deze fraaie foto van de Esso Nederland in dok. Het jongste schip van onze vloot heeft na haar indienststclling op 12 maart
1956 105.joo mijl afgelegd, voornamelijk in de vaart tussen Fawley en het westelijk Halfrond en op één reis rond de Kaap.

Maritieme Meteorologie Zilveren medaille voor gezagvoerder C. Prins.
Zoals reeds eerder gemeld, -werd bij Koninklijk Besluit van l oktober 1956 aan de heer C. Prins, gezagvoerder van onze vloot, laatstelijk
op het s.s. „Esso Rotterdam", de zilveren medaille toegekend als erkenning voor zijn bijzondere verdiensten op het gebied der maritie-
me meteorologie. Op 16 mei j.l. is hem deze medaille door de hoofddirecteur van het K.N.M.L, ir. C. J. Warners, uitgereikt.
De eenvoudige plechtigheid geschiedde ditmaal „en petit comité", omdat gezagvoerder Prins ten tijde van de gemeenschappelijke uit-
reikingsplechtigheid voor mede-gedecoreerden op zee vertoefde. ,,De zeeman - aldus Ir. Warners - is nu eenmaal varensgezel en
hij is het grootste deel van zijn leven op of over zee. Er is maar een kleine kans dat wij allen die worden onderscheiden op een bepaalde
dag bijeen zien." De aan de heer Prins toegekende medaille is een sinds 1872 bestaande beloning voor het belangrijke werk dat alle zee-
varende naties - door hun gezagvoerders ter koopvaardij - nu reeds meer dan 100 jaar verrichten ten behoeve van de meteorologie. Neder-
land heeft zich onder deze naties blijvend een eervolle plaats veroverd, „dank zij de bekwaamchcid der scheepsofficicren en de toewijding
en accuratesse waarmede waarnemingen aan boord van de Nederlandse „selected ships" vrijwillig en geheel belangeloos worden verricht,
er op deze wijze toe bijdragend dat ook in dit opzicht de Nederlandse vlag wordt hooggehouden". De laatste woorden zijn een citaat uit
een rede van Z.K.H. Prins Bernhard, die in 1954 de voor dat jaar toegekende onderscheidingen uitreikte. Volgens de jongste opgaven van
de W.M.O., de Wereld Meteorologische Organisatie, bedroeg het aantal z.g. ,,selected ships" over de gehele wereld in 1956 ruim 2700.
Nederland heeft hierin met 217 schepen een aandeel van 8%. Als men nu weet dat de Nederlandse handelsvloot 3,7% uitmaakt van het
wereldtonnage, dan ziet men terstond dat wij op dit gebied een uitstekend figuur slaan. De toename van het aantal Nederlandse ,,selec-
ted ships" was over de afgelopen 5 jaar 8%. Behalve van de koopvaardijvloot ontvangt het K.N.M.I. ook journalen van de schepen der
Koninklijke Marine en van de licht- en wecrschepen. De meteorologische waarnemingsrccksen worden genoteerd in journalen, die aan
het eind van elke reis bij het K.N.M.I. worden ingeleverd voor statistische bewerking. Een deel van de waarnemingen wordt direct radio-
grafisch doorgegeven en dient ter samenstelling van de dagelijkse weerkaart. Zulke gegevens zijn dikwijls van beslissende betekenis
voor de analyse van de weersituatie.
Doch er is meer waarvoor de meteoroloog zich interesseert en waarbij de zeeman hem behulpzaam kan zijn; te veel in feite om' in het be-
stek van deze regels op te sommen. Er zijn de waarnemingen der zeestromen, de klimatologie der zeeën en drukst bevaren zeewegen,
het verband tussen water en lucht, en de intrige der wetten, die de energie-uitwisseling tussen de zee en de atmosfeer beheersen.
Tijdens de uitreiking v.l.n.r. de heer J. A. van Duynen Montijn (directeur afd. Oceanografie en maritieme metereologïc), mevrouw Prins,
kapitein Prins, de heer J. W. Tennijtelen (directeur in algemene dienst) en de heer C. J. Warners (Hoofddirecteur van het K.N.M.I.).

 Aan zulke onderwerpen werken meteorologen, oceanografen, fysici en mathematici over de gehele wereld samen. En in dit patroon is
het „selected ship" een schakel. De gezagvoerder weet dat zijn gegevens straks zullen dienen om hem of zijn collegae zeelieden in te
lichten over winden en stromen in bepaalde jaargetijden, over het optreden van tyfonen, ijsbergen, slecht zicht en zware mist in bepaalde
streken, over de voorzorgen die op bepaalde routes voor bepaalde ladingen dienen te worden genomen en over vermoedelijke weersom-
standigheden bij het ondernemen van zeer lange en zeer moeilijke slecp-reizcn. Hij weet dus ook dat de gegevens die hij nu verstrekt,
hem morgen ook zelf te pas kunnen komen.
Tot zover een uiteenzetting die wij ontleenden aan woorden van ir. C. J. Warners. Aan de gelukwensen van de Regering en het K.N.M.I.,
die eveneens bij monde van de Hoofddirecteur van het Instituut werden uitgesproken, voegen wij gaarne op deze plaats onze gelukwen-
sen toe. De grootste stimulans om gezamenlijk de geheimen van weer, wind en golven te ontsluieren wordt echter ongetwijfeld gevonden
in de wetenschap, dat een erkenning als thans aan kapitein Prins ten deel viel, geschiedt ,,vanwege onze Koningin".

Van de Tankvloot.
In dienst getreden :
s.s. „Esso Nederland", W. J. Matia, 2e werktuigkundige.
Bevordering:
s.s. „Esso Den Haag", F. H. N. van Asten, van 3e tot 2e werktuigkundige.