Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 19e jaargang 1973 Nrs 1 - 6
Only in Dutch.

Essofoon - 19 jaargang 1973 (Totaal 12 nummers)
No. 1-1973

WIJJIJHIJGIJZIJ

ESSO TANKVAART MIJ. N. V.

IN DIENST GETREDEN:
W.F.C. Michels, 4e werktuigkundige
R.L.M. Meltzer, asst. werktuigkundige
R. Westerink, 3e stuurman
UIT DIENST GETREDEN:
R. v.d. Poel, 1e stuurman
J.D. Ruissen, wnd. 2e stuurman
JUBILEUM Vijf en twintig jaar
J.P. Stoutjesdijk   25-02-1973

De „Esso Den Haag"; Van P.G. naar Rotterdam; Aankomst 11 februari
Gezagvoerder
H. Jansen
1e stuurman  (wnd)
L. Boerman
2e stuurman  (wnd)
P.A. Staal
3e stuurman
R. Westerink
3e stuurman
J. Schothorst
3e stuurman
A.M. Geul
HWTK
J. de Vries
2e wtk
C. Smeele
2e wtk   (wnd)
J. Kieviet
3e wtk   (wnd)
P.H. Dassen
4e wtk   (wnd)
J.J. Tesselaar
4e wtk   (wnd)
R.E. Meijer
4e wtk   (wnd)
W.F. Michels
5e wtk
A.J. Langerak
5e wtk
P.E.T. Horstman
5e wtk
P.F. Koningsbruggen
5e wtk
C.D. Jonker
Electricein
R.J. Kraay
Marconist  
T.W.N. Gruiter
Kokhofmeester
J.Thoonsen

De „Esso Nederland"; 22 januari te Rotterdam; Terug naar P.G.
Gezagvoerder
J. Mossel
1e stuurman
K. Pals
2e stuurman   (wnd)
L. Kloet
2e stuurman
S.G. Boorsma
2e stuurman
M. Knikman
3e stuurman
H.C. Hijman
Ll. stuurman
H.W. Dijk
HWTK
C. v.d. Horst
2e wtk
S. Tuit
2e wtk
B.P. Mieghem
3e wtk   (wnd)
K. Fuite
3e wtk   (wnd)
A. v. Harten
4e wtk   (wnd)
A.P.M. Nobelen
4e wtk   (wnd)
J.J. Meeuwes
5e wtk
A.J. Jonkman
5e wtk
J.W. Goeree
5e wtk
A.E. Buitenwerf
Elektricien
C.M. Booy
Kok/Hofmeester
J.P. Stoutjesdijk
Marconist
C.J. Twilt

De „Esso Europoort"; Van P.G. naar Okinawa; Terug naar P.G.
Gezagvoerder
J.C. Vlug
1e stuurman
H. Kuypers
2e stuurman
J.W.G. v. Dongen
2e stuurman   (wnd)
T.W.H. v. Spronsen
3e stuurman
A.F. v. Dokkum
HWTK
F. van Asten
2e wtk
J. Lokman
3e wtk   (wnd)
K.C. Ong
4e wtk
C.L. Methorst
4e wtk   (wnd)
A.J. Putten
5e wtk
M.A. Verschoor
5e wtk
E.L. v. Goor
5e wtk
C.F. v. Manen
5e wtk
S.C. Smit
Electricien
J.B. Stee
Kok/Hofmeester
A. Folugo
Marconist
C.A. Witte

De „Esso Bonaire"; 23 Januari proefvaren
Gezagvoerder
L. Veen
1e stuurman
R. v.d. Velden
2e stuurman
W. Kerbert
3e stuurman
J.W. Klein
3e stuurman
A. v.d. Deyl
Ll. stuurman
J. Ruisch
HWTK
J. Pronk
2e wtk
P. Mellema
3e wtk
H. Wegenaar
3e wtk
L. Fluit
4e wtk
W. de Roode
5e wtk
A.L. Kluyfhout
5e wtk
M.M. Visser
Elektricien
J.B. v.d. Heemst
Kok/Hofmeester
A. Hazenoot

Verlof:
G. Alkema, M.C. v.d. Vliet, S. Snijder, M.P. de Boer, B.A. Alberts, B.J. Grummels, W.J. Barends, G. Boon, W.J.P.M. Vernooy,
W. Boevé, J.A. Niels, H. Mulder, J. v.d. Zwan, P.C. Nooy, H.R. Fouraux, C.M. v.d. Tol, J.C. Cranendonk, A.A. Visser, W. v.d. Boogerd,
W. Masselink, J. Doornbos, T. Diepeveen, R.P.A. Brouwer, C.P. Strijbos, W.C. Mooy
Studieverlof:
H.J. v. Zeben,S. Groenhuis, C.A.H. Brandt, R.E. v.d. Velden, A.H. Nelemans, P.J. de Vries, H.J. Kemp, W. Hoogendijk, W. Grüter,
R. de Ruysscher, H. Koelman, P. Habraken, M.G. de Groot, H. v. Vugt, P. Pesman, L. Meeusen, G.M. Krullaars
Ziek:
D.J. Rottier, F. Scheppers, C. Coenraad, H.E. Hopman, F.L. Glazema

No. 2-1973

WIJJIJHIJGIJZIJ

ESSO TANKVAART MIJ. N. V.

IN DIENST GETREDEN:
J. den Boer, hoofdwerktuigkundige
E. ter Horst, assistent werktuigkundige
J.K. Verhuist, 3e stuurman
UIT DIENST GETREDEN:
H.C. Hijman, 3e stuurman
G.J. Meeuwes, wnd. 4e werktuigkundige
 R.L.M. Meltzer, assistent werktuigkundige

De „Esso Den Haag"; 12 februari Rotterdam; Van Rotterdam naar Savona
Gezagvoerder
H. Jansen
1e stuurman  (wnd)
L. Boerman
2e stuurman  (wnd)
P.A. Staal
3e stuurman
R. Westerink
3e stuurman
A.M. Geul
HWTK
J. de Vries
2e wtk
C. Smeele
2e wtk   (wnd)
J. Kieviet
3e wtk   (wnd)
J.J. Tesselaar
4e wtk   (wnd)
W. Hoogendijk
4e wtk   (wnd)
W.F. Michels
5e wtk
A.J. Langerak
5e wtk
P.E.T. Horstman
5e wtk
J. Doornbos
5e wtk
C.D. Jonker
5e wtk
E. ter Horst
Electricein
R.J. Kraay
Marconist  
T.W.N. Gruiter
Kokhofmeester
J.Thoonsen

De „Esso Nederland"; 21 februari in P.G.
Gezagvoerder
J. Mossel
1e stuurman   (wnd)
M. Knikman
2e stuurman   (wnd)
L. Kloet
2e stuurman
S.G. Boorsma
3e stuurman
B.J. Grummels
Ll. stuurman
H.W. Dijk
HWTK
F. Scheppers
HWTK
B.P. Mieghem
2e wtk
S. Tuit
3e wtk   (wnd)
K. Fuite
3e wtk   (wnd)
H. V. Vugt
4e wtk   (wnd)
A.P.M. Nobelen
4e wtk   (wnd)
H.J. Kemp
5e wtk
A.J. Jonkman
5e wtk
J.W. Goeree
5e wtk
A.E. Buitenwerf
5e wtk
W. Masselink
5e wtk
A. Haitsma
Elektricien
W.C. Mooy
Kok/Hofmeester
J.P. Stoutjesdijk
Marconist
C.J. Twilt

De „Esso Europoort"; Van P.G. naar Le Havre
Gezagvoerder
M.C. v.d. Vliet
1e stuurman
H. Kuypers
2e stuurman
J.W.G. v. Dongen
2e stuurman   (wnd)
T.W.H. v. Spronsen
3e stuurman
A.F. v. Dokkum
ll. stuurman
W.J.P.M. Vernooy
HWTK
J. Lokman
2e wtk
H. Mulder
3e wtk
K.C. Ong
3e wtk
H.R. Foureaux
4e wtk
A.A. Visser
4e wtk   (wnd)
C.L. Methorst
5e wtk
T. Diepenveen
5e wtk
E.L. v. Goor
5e wtk
C.F. v. Manen
5e wtk
S.C. Smit
Electricien
J.B. Stee
Kok/Hofmeester
A. Folugo
Marconist
C.A. Witte

De „Esso Bonaire"
Gezagvoerder
L. Veen
1e stuurman
R. v.d. Velden
2e stuurman
W. Kerbert
3e stuurman
J.W. Klein
3e stuurman
A. v.d. Deyl
Ll. stuurman
J. Ruisch
HWTK
J. Pronk
2e wtk
P. Mellema
3e wtk
H. Wegenaar
3e wtk
L. Fluit
4e wtk
J.G. Wermer
4e wtk
W. de Roode
5e wtk
F.L. Glazema
5e wtk
A.L. Kluyfhout
5e wtk
M.M. Visser
5e wtk
H.E. Hopman
Elektricien
J.B. v.d. Heemst
Kok/Hofmeester
A. Hazenoot
Marconist
D. Borgman

Verlof:
G. Alkema, J.C. Vlug, S. Snijder, M.P. de Boer, K. Pals, D. ten Cate, J. Schothorst, B.A. Alberts, W.J. Barends, G. Boon,
W. Boevé, F. v. Asten, C. v.d. Horst, J. v.d. Zwan, J.A. Niels, C.M. v.d. Tol, P.C. Nooy, P.H. Dassen, A. v. Harten, R.E. Meyer,
W. v.d. Boogerd, A.J. Putten, H.A. Verschoor, J.C. Cranendonk, R.P.A. Brouwer, C.P. Strijbos, C.M. Booy
Studieverlof:
C.A.H. Brandt, H.J. v. Zeben, S. Groenhuis, R.E. v.d. Velden, A.H. Nelemans, W. Grütter, H. Koelman, P. Pesman,
R. de Ruysscher, L. Meeusen, P. Habraken, M.G. de Groot, G.M. Krullaars, P.J. de Vries
Ziek:
D.J. Rottier, C. Coenraad

No. 3-1973

E.T.M. — E.T.N.A. vloot in 1974: uitbreiding tot 5 tankers

„Esso Bonaire" overgedragen.

Op zaterdag 10 februari werden rond 11 uur de overdrachtscertificaten getekend voor de 250.000 DWT tanker „Esso
Bonaire" op de Verolme-werf te Rozenburg door de heer Ir. J. van der Meer, lid van de Raad van Bestuur van de
Rijn/Schelde Verolme Groep en de heer E. P. Mortimer, die het schip voor de Esso Tankvaart Nederlandse Antillen
in ontvangst nam.
Na de afhandeling van dit protocol begaf men zich aan boord van de „Esso Bonaire". In aanwezigheid van vele vertegenwoordigers
van werf, aannemers en onderaannemers, scheepvaartinspectie, inspectie stoomwezen, ABS (American Bureau of Shipping) e.d.
overhandigde de heer Van der Meer - symbolisch nu - de kort daarvoor getekende ABS-certificaten aan de heer Mortimer, waarbij
hij een dankwoord sprak tot allen die in goede samenwerking de bouw van dit schip hebben gerealiseerd. Ook hoopte hij nieuwe
orders van Esso te mogen ontvangen voor de bouw van nog meer tankers.
V.l.n.r. J. M. Hoogeveen, gezagvoerder L. Veen, E. P. Mortimer die de certificaten van Ir. J. van der Meer in ontvangst heeft genomen.
Onder de indruk.
De heer Mortimer sprak een dankwoord tot alle medewerkers van de werf en de vertegenwoordigers van diverse autoriteiten die bij
de bouw van de „Esso Bonaire" betrokken waren. Hij zei zeer onder de indruk te zijn van de voortvarendheid van de werf zodat er
maar een zeer korte - record - tijd verstreek tussen het einde van de technische proefvaart (maandag 5 februari) en de overdracht.
Een speciaal woord van dank richtte de heer Mortimer tot de heer Hugh Turner onder wiens leiding het op de werf gevestigde Field
Office van Esso International Inc. de bouw van in totaal 5 mammoettankers van 250.000 DWT („Esso Cambria", „Esso Nederland",
 „Esso Europoort", „Esso Rotterdam" en „Esso Bonaire") tussen 1969 en 1973 heeft begeleid en gecoördineerd. Het Field Office is
thans opgeheven omdat vooralsnog geen nieuwe bestellingen van tankers zullen plaatsvinden.
De heer Mortimer overhandigde traditiegetrouw een geschenk voor de scheepsofficieren, dit keer een cassetterecorder, aan de heer
L. Veen, gezagvoerder van de „Esso Bonaire". Nadat een feestdronk met champagne op het schip was uitgebracht begaf men zich
aan dek voor de laatste ceremoniële handelingen: de vlagwisseling. De volgende morgen om 7 uur vertrok de „Esso Bonaire", nadat
de loods vanwege het weer besloten had tot een uitstel van 17 uur, voor haar eerste reis naar de Perzische Golf.
Vloot blijft uitbreiden.
De Esso Tankvaart Maatschappij B.V. heeft thans naast de „Esso Den Haag", als gevolg van een z.g. „husbandry agreement" de
verantwoordelijkheid voor drie E.T.N.A. tankers: „Esso Nederland", „Esso Europoort" en „Esso Bonaire". ! Dat betekent in de eerste
plaats een enorme uit- ' breiding van scheepscapaciteit die nooit tevoren zo groot is geweest. Dat betekent ook een record aantal
officieren en bemanningsleden. En er zijn in totaal vier schepen in de vaart, een aantal dat alleen in de periode tussen 1956 en 1958
werd geëvenaard. Aan deze expansie is nog geen einde gekomen, ! want op 29 december 1972 heeft de E.T.N.A. een contract over-
genomen van Esso International Inc. voor nog een 250.000 DWT tanker die onder bouwnummer 1378 op de A.G. Weser werf te
Bremen te boek staat. Medio 1974 zal deze tanker worden opgeleverd en dan zal het totale E.T.M.-E.T.N.A. bestand worden uit-
gebreid tot 5 tankschepen.
Gezagvoerder L. Veen bedankt E. P. Mortimer voor het cadeau dat - ingepakt - naast de bloemen nog net te zien is

„Esso Den Haag" kreeg nieuwe turbo-generator.

De „Esso Den Haag" in de 3e Petroleumhaven aan de steigers van de Esso Raffinaderij Rotterdam. Rechts de drijvende
bok waarmee de nieuwe turbo-generator aan boord werd gehesen.

De „Esso Den Haag", 96.000 tons tanker en eigendom van de Esso Tankvaart Mij. B.V., was op 12 februari jl. na 7 jaar
- zo schreven wij in een Nieuwsbulletin - terug in Rotterdam-Botlek, 3e Petroleumhaven.
Dat klopte niet helemaal, maar ca 4 jaar is het wel geleden dat dit grootste schip van de Nederlandse Koopvaardijvloot Rotterdam
aandeed. Op de foto is de „Esso Den Haag" te zien met op de achtergrond de Esso Raffinaderij Rotterdam. Ook is de drijvende
bok te zien waarmee op dat moment een nieuwe turbo-generator, die geleverd werd door Werkspoor, aan boord werd gehesen.
In januari 1972, toen de „Esso Den Haag" in de Perzische Golf voer, is één der beide turbo-gene-ratoren waarover de tanker be-
schikt (bronnen voor krachtstroom en o.a. verlichting) uit elkaar gebarsten. Een nieuwe generator is niet eentwee-drie te leveren,
maar voor de VLCC's (very large crude carriers) van Exxon is indertijd een pool ingesteld, van waaruit de duurdere en niet snel
leverbare onderdelen zoals tandwielkasten, schroeven, schroefassen en dergelijke, in noodgevallen direct kunnen worden be-
trokken. Uit deze pool was een „carterpillar" (u kent die gele ronkende gevaarten op wielen wel die vaak op bouwplaatsen ge-
bruikt worden) beschikbaar die als noodaggregaat dienst kon doen. Deze werd uit Londen naar Tenerife verscheept en daar op
het schoorsteendek van de „Esso Den Haag" gehesen. Aan boord is wel een nooddiesel, maar met een te klein vermogen voor
dit doel.
In februari jl. werd dus een nieuwe turbo-generator aan boord gezet met de benodigde onderdelen. Tijdens de reis naar Lavera
(Frankrijk) en Savona (Italië) hebben employés van Werkspoor de generator geïnstalleerd. Nadat Brega (Libië) was aangedaan
begaf de „Esso Den Haag" zich naar Fawley, waar het schip medio maart wordt verwacht. Dat is nog niet bekend op het moment
dat wij dit stukje schrijven. Het laatste deel van dit traject zal besteed worden aan het proefdraaien en testen van de nieuwe ge-
nerator. Wanneer alles goed gaat en de diverse certificaten kunnen worden afgegeven, zal in Fawley tevens de carterpillar, die
meer dan eenjaar goede diensten heeft bewezen, van boord worden gehaald en na revisie teruggaan in de pool. De „Esso Den
Haag" zal in juni in dok gaan en begin juli zal het tienjarig dienstverband van het schip worden gevierd. Maar daarop komen wij
te zijner tijd nog terug.
De „Esso Den Haag" en de Esso raffinaderij

Kapitein H. Jansen 25 jaar bij E.T.M.

Op zondag 21 januari werd aan boord van de „Esso Den Haag", op weg naar Ras Tanura naar Rotterdam, het 25-
jarig jubileum gevierd van kapitein H. Jansen. Van de heer L. Boerman, 1e stuurman, ontvingen wij het volgende
verslagje van de jubileum viering.
„Om tien uur 's ochtends was de gehele bemanning in de salon bijeen. Een grote feesttaart, vervaardigd door 2e kok/bakker
Almeida, werd binnen gedragen en door de jubilaris aangesneden en verdeeld, waarbij koffie werd geserveerd. Tijdens het koffie-
drinken werden de felicitatie-tele-grammen van de familie en de E.T.M.-directie aan kapitein Jansen overhandigd en voorgelezen.
Na de koffie hield Hwtk. J. de Vries een felicitatie-toespraak tot de jubilaris, die hij de traditionele ambtsketen met daaraan de
„super service button" omhing en deelde mee dat namens alle officieren een cadeau aan mevrouw Jansen was gestuurd. In zijn
antwoord op de felicitaties en op de toespraak van Hwtk. De Vries vertelde kapitein Jansen het een en ander over 25 jaar varen
bij de E.T.M., van 3e stuurman naar gezagvoerder, en van 10.000 ton T2 tankers naar de VLCC „Esso Europoort". De meeste
aanwezigen zijn pas kort bij de E.T.M, in dienst en het was vooral tot deze groep van voornamelijk jonge mensen dat kapitein
Jansen zich richtte met de oproep om boven alles het „veilig werken en veilig varen" na te streven en te propageren. Het officiële
gedeelte werd besloten met het uitbrengen van een toast op kapitein Jansen, hem voor de komende jaren een behouden vaart
toewensend. Om een uur werd de gezamenlijke feestmaaltijd gebruikt die besloten werd met de vertoning van een vrolijke film".
                              
Kapitein Jansen heeft de traditionele ambtsketen met super button      De feesttaart zal door kapitein Jansen worden aangesneden.
van Hwtk. De Vries omgehangen gekregen.                                              Rechts Hwtk. De Vries.

Nadat in Las Palmas de heer H. Zuiderbaan aan boord was gekomen werd op 9 februari tijdens het laatste deel van de reis naar
Rotterdam een contactvergadering belegd. De heer Zuiderbaan belichtte daar in grote lijnen de carrière van kapitein Jansen, me-
moreerde zijn verdiensten voor de E.T.M, en overhandigde hem de jubileumgratificatie.

WIJJIJHIJGIJZIJ

ESSO TANKVAART MIJ. N. V.

IN DIENST GETREDEN:
A.F. Haitsma, asst. werktuigkundige
D. Drost, 4e werktuigkundige
M. Klumper, 4e werktuigkundige
De „Esso Den Haag"; 16 maart van Fawley naar P.G.
Gezagvoerder
S. Snijder
1e stuurman  (wnd)
L. Boerman
2e stuurman  (wnd)
P.A. Staal
3e stuurman
R. Westerink
3e stuurman
A.M. Geul
HWTK
J. de Vries
2e wtk
J.A. Niels
3e wtk   (wnd)
J.J. Tesselaar
3e wtk
C.M. v.d. Tol
4e wtk   (wnd)
W. Hoogendijk
4e wtk   (wnd)
W.F. Michels
5e wtk
A.J. Langerak
5e wtk
P.E.T. Horstman
5e wtk
J. Doornbos
5e wtk
C.D. Jonker
5e wtk
E. ter Horst
Marconist  
T.W.N. Gruiter
Kokhofmeester
J.G. Gomes

De „Esso Nederland"; 26 maart Lavera
Gezagvoerder
J. Mossel
1e stuurman   (wnd)
M. Knikman
2e stuurman   (wnd)
L. Kloet
2e stuurman
S.G. Boorsma
3e stuurman
B.J. Grummels
3e stuurman
W.J. Barends
Ll. stuurman
H.W. Dijk
HWTK
F. Scheppers
HWTK
B.P. Mieghem
2e wtk
S. Tuit
3e wtk   (wnd)
H. V. Vugt
4e wtk   (wnd)
A.P.M. Nobelen
4e wtk   (wnd)
H.J. Kemp
4e wtk
M. Klumper
5e wtk
C.P. Strijbos
5e wtk
A.E. Buitenwerf
5e wtk
W. Masselink
5e wtk
A. Haitsma
Elektricien
W.C. Mooy
Kok/Hofmeester
J.P. Stoutjesdijk
Marconist
C.J. Twilt

De „Esso Europoort"; 21 maart van Slagen naar P.G.
Gezagvoerder
M.C. v.d. Vliet
1e stuurman   (wnd)
M.P. de Boer
2e stuurman   (wnd)
S. Groenhuis
2e stuurman   (wnd)
J.K. Verhulst
3e stuurman
A.F. v. Dokkum
ll. stuurman
W.J.P.M. Vernooy
HWTK
J. Lokman
2e wtk
H. Mulder
3e wtk
H.R. Foureaux
3e wtk   (wnd)
P.C. Nooij
4e wtk
D. Drost
5e wtk
T. Diepenveen
5e wtk
R.P.A. Brouwer
5e wtk
C.F. v. Manen
5e wtk
A.W. Botschuyver
5e wtk
S.C. Smit
Electricien
J.B. Stee
Kok/Hofmeester
D.J. de Waard
Marconist
M.K. Bierlee

De „Esso Bonaire"; 12 maart Ras Tanura
Gezagvoerder
L. Veen
1e stuurman
R. v.d. Velden
2e stuurman
W. Kerbert
3e stuurman
J.W. Klein
3e stuurman
A. v.d. Deyl
Ll. stuurman
J. Ruisch
HWTK
J. Pronk
2e wtk
P. Mellema
3e wtk
H. Wegenaar
3e wtk
L. Fluit
4e wtk
J.G. Wermer
5e wtk
F.L. Glazema
5e wtk
A.L. Kluyfhout
5e wtk
M.M. Visser
5e wtk
H.E. Hopman
Elektricien
J.B. v.d. Heemst
Kok/Hofmeester
A. Hazenoot
Marconist
D. Borgman

Verlof:
G. Alkema, J.C. Vlug, K. Pals, B.A. Alberts, J. Schothorst, G. Boon, W. Boevé, F. van Asten, C. v.d. Horst, J. v.d. Zwan,
A. v. Harten, P.H. Dassen, R.E. Meyer, A.J. Putten, H.A. Verschoor, J.C. Cranendonk, H. Jansen, W. de Roode, H. Kuypers,
T. v. Spronsen, J. v. Dongen, K.C. Ong, C.L. Methorst, E.L. v. Goor, A. Folugo, R.J. Kraay, C. Smeele, J. Kievit, A.J. Jonkman,
J.W. Goeree
Studieverlof:
C.A.H. Brandt, H.J. v. Zeben, R.E. v.d. Velden, A.H. Nelemans, W. Grüter, H. Koelman, P. Pesman, R. de Ruysscher, L. Meeusen,
P. Habraken, M.G. de Groot, G.M. Krullaars, P.J. de Vries, W. v.d. Boogerd
Ziek:
D.J. Rottier, C. Coenraad, M.F. Gomes, J.T. Poppes, A.A. Visser

No. 4-1973

Tweede Binnenvlootdag met veel informatie.

Plaatselijk Contact, reorganisatie, veiligheidsverjaardag, milieuhygiëne, werkoverleg, oil spills,
OM&S, veilig werken, medische aspecten.

Onder de kop „Die dag werd de Esso binnenvloot stilgelegd" verscheen in de Essofoon van oktober 1971 een verslag
van een unieke bijeenkomst die op 13 september van dat jaar door het LP&M department werd georganiseerd. Deze
eerste Binnenvlootdag is een succes geworden, zo zelfs dat ondanks de ingrijpende bedrijfsorganisatorische maat-
regelen, de niet geringe kosten en de benodigde voorbereidingen werd besloten deze gebeurtenis te laten volgen
door de Tweede Binnenvlootdag, die op 26 maart jl. werd gehouden.
Net als anderhalf jaar geleden puilden op die morgen de havens rond de Esso Raffinaderij Rotterdam uit van de binnenschepen in
vele soorten en afmetingen en verzamelden zich ca 95 binnen-vloot-employés in de rangen van matroos tot schipper in het cafetaria.
Meer aandacht voor binnenvloot door eenhoofdige leiding
Na een kon welkomstwoord in het auditorium van de heer C. Veldkamp, port captain, werd het openingswoord voor de Tweede Binnen-
vlootdag gesproken door de heer E. P. Mortimer, manager van het Logistics Planning & Marine Dept., die de binnenvloot-employés
verwelkomde alsmede enkele gasten uit de Esso Nederland organisatie en speciaal de heer E. Coppenrath van Esso België die in
het derde kwartaal van dit jaar manager zal worden van het nieuwe Benelux Marine department.
De heer Mortimer: „Zoals ik vorig jaar reeds heb gezegd kost het stilleggen van onze vloot gedurende driekwart dag enorm veel geld,
maar ik ben nog steeds van mening dat het dit waard is. Ik acht het namelijk zeer belangrijk u één keer per jaar te ontmoeten en u
met een gevarieerd programma informatie te geven over een aantal actuele zaken en over de bereikte resultaten in het vorig jaar. Wat
betreft de resultaten zou ik de volgende punten naar voren willen brengen:
In de eerste plaats is het aantal schadegevallen in de binnenvloot teruggelopen van 177 in 1971 tot 150 in 1972. Daarenboven zijn de
schadekosten teruggelopen van circa 450.000 gulden in 1971 tot 210.000 gulden in 1972. Hiervoor is een woord van waardering voor
u allen op zijn plaats en ik hoop dat deze ontwikkeling in 1973 wordt voortgezet.
In de tweede plaats moet ik u zeggen, wat u ook ongetwijfeld bekend zal zijn, dat onze onderneming geld noch moeite wenst te sparen
om haar bijdrage te leveren aan milieuhygiëne en veiligheid. Onder milieuhygiëne versta ik onder andere ook oil spills, waarover de heer
Veldkamp u straks meer zal zeggen. Onder veiligheid versta ik niet alleen die inspecties die wij het vorige jaar aan boord van al onze
lichters gehad hebben door de
heer Van Gent, maar ook de opvolging resp. de naleving van die veiligheidsregels. Aan het uitvoerig rapport dat door de heer Van Gent
werd samengesteld wordt thans gewerkt om de hierin aangegeven punten te verbeteren. Het is daarom des te meer teleurstellend in-
dien, door ongeïnte-resseerdheid of nalatigheid, hetzij oil spills plaatsvinden, hetzij onveilige situaties door ons of door derden worden
aangetroffen. Indien onverhoopt mocht blijken dat in het vervolg een overloop of onveilige situatie inderdaad aan ongeïnteres-seerdheid
of nalatigheid van de employés toe te schrijven is, dan zal ontslag volgen zonder aanzien des persoons. Ik vertrouw erop dat wij echter
nimmer in een dergelijke situatie zullen komen.
Ook de persoonlijke veiligheid, waaraan wij grote waarde hechten, werd uitvoerig met u aan boord besproken. Dit heeft tot goede resul-
taten geleid, daar wij slechts 3 ongevallen hebben gehad tegen 6 in 1971. Daarenboven hebben wij de 18e maart een jaar zonder onge-
val met tijdverzuim gewerkt en ook dit verdient onze waardering. Ik geloof dat hiervoor straks nog iets voor u in het vat zit. Al met al zijn
wij op de goede weg en ik heb er vertrouwen in dat 1973 met uw aller medewerking het veiligheidsjaar voor de binnenvloot kan worden
zonder persoonlijke ongevallen.
De kosten van het vervoer met onze eigen vloot zijn in het afgelopen jaar met 6% gestegen. Dit zou ik willen zien als een redelijk resul-
taat, gezien de kostenstijgingen die om ons heen plaatsvinden. Ook hier doe ik een beroep op uw medewerking al die maatregelen te
nemen die mogelijk zijn onze kostenstijging tot een minimum te beperken in 1973.
Tot slot zou ik nog een korte toelichting willen geven op de aanstaande reorganisatie van de Marine Division, waarover u kort geleden
een circulaire heeft ontvangen. Het is de bedoeling dat de Marine Division van Nederland en België worden samengevoegd tot één ge-
heel met als standplaats Rotterdam en een kleine bezetting in Antwerpen ten behoeve van lokale aangelegenheden. Vanuit Rotterdam
zullen dan de zee- en binnenvloot van beide landen beheerd worden. Uitdrukkelijk breng ik hierbij naar voren dat beide vloten hun eigen
gezicht zullen behouden met eigen arbeidsvoorwaarden enz. Bovendien, en dit is belangrijk voor u, zullen diegenen die thans in de
Technical Section en de Port Captain Section werkzaam zijn, ten behoeve van de binnenvloot-werkzaamheden samengevoegd worden
in een Inland Fleet Section onder de heer J. van der Toom. Deze splitsing in werkzaamheden ten behoeve van de zee- en binnenvloot is
gedaan om meer aandacht aan de binnenvloot te kunnen geven. Het is nu namelijk zo, dat door de vele \ werkzaamheden die verbonden
zijn aan de grote ; zeeschepen, de binnenschepen in de verdrukking ! komen. Ik ben ervan overtuigd dat u bij een één- ] hoofdige leiding,
die zowel voor de technische zaken als de personeelszaken verantwoordelijk is, de aandacht die u verdient ook zult krijgen en dat een
beter contact tussen u en de walorganisatie zal ontstaan".
Met veiligheid wordt by ons niet geknoeid.
„Veiligheid zou beschouwd kunnen worden als een mooie kapstok waar van alles aan opgehangen kan worden, mede ten gunste van de
organisatoren van een dag als deze. Bij ons is dat zeker niet het geval. Wij beschouwen veiligheid als een vast onderdeel dat behoort
bij alle werkzaamheden in onze onderneming".
Dit zei inleidend de heer J. van Gent, safety coördinator, die over het onderwerp veiligheid een serie cijfers en achtergrondinformatie ver-
strekte. Hij memoreerde de veiligheidsinspecties die in 1972 aan boord van de schepen plaatsvonden. Voor zijn rapport heeft hij met 79
mensen van de binnenvloot gesprekken gevoerd.
„Wij moeten er van uitgaan dat veiligheid in een behoefte voorziet. Ieder mens heeft behoefte aan een aantal dingen om zijn leven meer
inhoud te geven. Een paar van die dingen zijn bijvoorbeeld ons sociaal welzijn (huisvesting, pensioenrechten, ziekteverzekeringen), de
waardering voor ons werk (dat schouderklopje af en toe), persoonlijke ontwikkeling en promotiekansen (wij willen allemaal vooruitkomen
en daartoe de schouders onder het werk zetten). De persoonlijke veiligheid en het veilig werken passen heel duidelijk in dit patroon. Het
is de hele grondgedachte achter veiligheid om ongevallen te voorkomen waardoor de behoefte aan wat levensgeluk makkelijker in vervul-
ling kan gaan. Dat geldt niet alleen voor u aan boord van uw schip, maar ook als u thuis bent of in het verkeer", aldus de heer Van Gent
die een publicatie citeerde waarin dit principe van een andere kant wordt belicht: „Wij kunnen gerust aannemen dat u nooit iemand zal
ontmoeten die u zal vertellen dat hijzelf eens graag het slachtoffer zou willen worden van een ongeval. En toch gebeuren er dag in dag
uit weer ongevallen doordat mensen onveilig handelen of zich in onveilige situaties begeven. En wat misschien nog verwonderlijker is,
er gebeuren ook altijd maar weer ongevallen waarbij de handelingen zo voor de hand liggend verkeerd zijn geweest, dat daarbij sterk de
indruk wordt gewekt dat het slachtoffer het zelf gewild heeft. Natuurlijk is dat niet zo, hij heeft er zelf niet om gevraagd, zoals je dan vaak
hoort opmerken, maar het blijft een eigenaardige zaak. Want als je nu eens tegen zo iemand van te voren zou kunnen zeggen: straks
krijg jij een ongeval, maar dat komt omdat je zo en zo handelt. Die man zou gegarandeerd beginnen te lachen en die zou zeggen: maar
man, ik ben toch niet gek". Tussen gek en verstandig zitten overigens maar 15 centimeter, zo grapte de heer Van Gent. Het verschil is
of je met een vinger op je voorhoofd wijst of opzii van je hoofd. Op de vraag hoe men veilig of onveilig is wordt antwoord gegeven door de
USA Standard Z 16 die de Esso-organisatie over de hele wereld hanteert bij de spelregels van de vele internationale veiligheidscom-
petities. Het begrip „aangepast werk" na een ongeval blijkt nog wel eens tot misverstanden te leiden.

                  
Esso lichters in de havens bij de raffinaderij (foto's hierboven)
Maar één ding staat als een paal boven water: bij Esso wordt op dit punt niet geknoeid. Wie daar nog niet van overtuigd is kan daarover
bij de heer Van Gent in de boeken duiken. Bij de bepaling van de veilig-heidsresultaten worden twee basisbegrippen gehanteerd. Ten eerste
de „frequency rate" waarbij het aantal ongevallen bepalend is voor de uitkomst en ten tweede de „severity rate" waarbij het aantal verzuim-
dagen in de berekening wordt betrokken waarvan de uitkomst een graadmeter is voor de ernst van een ongeval.
Verzamelen in het auditorium en de tweede Binnen-vlootdag kan beginnen
Een punt waar al lang niet meer geheimzinnigover wordt gesproken is het kostenaspect van veiligheid. Veilig werken kan een besparing
vormen voor zeer hoge kosten. Volgens (oude!) cijfers van de Sociale Verzekeringsbank werden in 1965 door 2,8 miljoen werknemers in
de Nederlandse industrie ongeveer 280.000 ongevallen veroorzaakt. De directe kosten (werkvervanging, medische hulp, schade) werden
geschat op 125 miljoen gulden. De indirecte kosten (schade in pro-duktie e.d.) lagen veel hoger en naderden volgens de schatting een
bedrag van 500 miljoen gulden. (Een niet mis te verstaan bedrag waarvoor maar liefst 5000 prachtige huizen van een ton per stuk ge-
bouwd kunnen worden!).
Tenslotte memoreerde de heer Van Gent de pas afgesloten periode van één jaar werken zonder ongevallen met verzuim. „Dat moet ook
kunnen," zei hij, „want behalve dat veiligheid voldoet aan een levensbehoefte is het eigenlijk ook iets waar alle employés recht op hebben
en het is vooral ook een bewijs! Namelijk een bewijs van vakmanschap. En wat betreft vakmanschap hoeft de binnenscheepvaart van
Esso Nederland zeker niet genoegen te nemen met een 12e plaats op de Europese ranglijst".
Oil Spills in de eerste plaats voorkómen.
Voor de pauze sprak de heer C. Veldkamp over het onderwerp Oil Spills, waaronder verstaan wordt het morsen van olie ofolieprodukten
waardoor het water of de bodem verontreinigd wordt. Hij behandelde twee vragen: l) hoe voorkomt men oil spills en 2) hoe ruimt men ze
op als het toch zou gebeuren. Voordat 1970 werd uitgeroepen tot „het internationale natuurbescher-mingsjaar" had onze moedermaat-
schappij (nu Exxon Corporation) in dezen al een standpunt bepaald. Alle dochtermaatschappijen, waaronder Esso Nederland, kregen
niet alleen toestemming maar zelfs de opdracht alle mogelijke middelen ter hand te nemen om lucht-, bodem- en waterverontreiniging
tegen te gaan. Sindsdien is inderdaad enorm veel gedaan aan onderzoek, analyse, kostenberekening, planning en voorstellen en nieu-
we reglementen en afspraken. Zo ontstond voor onze maatschappij onder meer een uitgebreid „Oil Spill Contingeney Plan".
Wat betreft de binnenvloot ging de heer Veldkamp in op de vele procedures die werden ingesteld om oil spills te voorkómen. Daarbij zijn
van groot belang een goed overleg tussen wal en schip voordat met het lossen of laden van olie wordt begonnen. Er zijn legio technische
voorzorgen die getroffen en gecontroleerd moeten worden en er dient een constant toezicht te zijn bij het werk. Dit was allemaal geen
nieuws voor de toehoorders, zo zei de heer Veldkamp, maar er moet wel zorgvuldig de hand aan deze regels gehouden worden. Hij lan-
ceerde het idee van een z.g. „checklist" die bijvoorbeeld in de luchtvaart niet meer weg te denken is. Er wordt ook gewerkt aan een check-
list voor alle handelingen bij het laden en lossen van olie en olieprodukten die zo snel mogelijk zal worden ingevoerd. Een systeem waar
wij even aan moeten wennen, maar dat nog veel meer zekerheden biedt bij het voorkomen van oil spills. Ondanks een groot aantal regels
en voorschriften blijkt in de praktijk dat met name in de bunkerdienst nog wel kleine oil spills voorkomen, waarbij voor ca 95% de fout aan
de kant van het zeeschip ligt. (Het overleg met de verantwoordelijke man op het zeeschip wordt vaak bemoeilijkt door taalproblemen; denk
maar aan Chinese bemanningen). Kortgeleden werd een aantal olie-maatschappijen door de Rotterdamse gemeentelijke Havendienst het
verzoek gedaan in gezamenlijk overleg deze problemen eens te rangschikken met de bedoeling eventueel betere methoden hiervoor te
vinden.
Voor het handelen in een onverhoopt geval van een oil spill gaf de heer Veldkamp een reeks adviezen en besprak daartoe in het kort de
vastgestelde procedures. „Wij willen graag ook suggesties van uw kant ontvangen voor verbetering van de procedures," zo zei hij tot slot
 „Niet alleen staat de naam van Esso op het spel, maar als wij volgens de vastgestelde richtlijnen handelen, dragen wij er toe bij de om-
geving waarin wij leven, schoon te houden. Het is ons aller wens om te kunnen zeggen in Nederland: het is de moeite waard in dit land
te leven, in een schone omgeving met schoon water".
Film over risico's
Na de pauze werd de film „Risico" vertoond.
Wat moeten wij met mensen die geen mening hebben?
De inleiding van de heer P. M. M. Groot over het Plaatselijk Contact (P.C.) werd geen anti-climax. De eerste Binnenvlootdag had hij een
vurig pleidooi gehouden om het P. C. te doen slagen en nu zou blijken of hij gehoor had gevonden voor zijn woorden.
Hij begon met een enquête die uit twee vragen bestond: l) Is er volgens u verbetering gekomen in het werkoverleg zoals dat in het P.C.
plaatsvindt? en 2) Noteer één of meer onderwerpen waarvan u vindt dat ze in 1973 in het P.C. aandacht moeten krijgen. De uitslag van
vraag 1. behandelde hij nog tijdens de vergadering.
De heer Groot stelde voorop dat de situatie rond het P. C. van twee kanten bekeken kan worden: die van de bedrijfsleiding en die van de
binnen-vlootemployés. Van de kant van de bedrijfsleiding bekeken stelde hij: „Hoewel u een ander oordeel kunt hebben over sommige
zaken die met het P.C. te maken hebben, dacht ik dat het goed is dat u weet hoe de bedrijfsleiding er over denkt sinds die eerste Bin-
nenvlootdag. Wij hebben ons toen op de borst geklopt en gezegd: wij hebben veel tot stand proberen te brengen, maar het had beter
gekund en er zal nog wel veel moeten veranderen. Dat kan echter alleen als u meehelpt. Het was toen in feite zo, dat ik als eerste
stap tot die veranderingen een pleidooi heb staan houden en u heb gevraagd of u alstublieft aan de P.C.-verkiezingen mee wilde doen
om uw vertegenwoordigers in dat P.C. uit te breiden van 2 man tot een veel bredere basis door de rangen en diensten heen. Anders
zou die nieuwe aanpak geen kans krijgen. Ik moet u zeggen," aldus de heer Groot, „dat ik toen met het zweet in mijn handen hier heb
staan praten" want zelf had ik het gevoel dat het de laatste kans was. Als u het er bij had laten zitten dan hadden wij het niet kunnen proberen.
Want vertegenwoordigend werkoverleg, wat het P.C. in feite is, heeft alleen maar zin als die vertegenwoordigers ook werkelijk een groep
vertegenwoordigen. Tot onze vreugde heeft u om te beginnen in ieder geval die stap toen gezet. De opkomst voor de verkiezingen toen en
de wijze waarop gekozen is, was sinds jaren niet meer voorgekomen".
Aandachtig luisterend naar de inleider (foto's hierboven)

De heer Groot gaf vervolgens samenvattend een aantal redenen waarom de bedrijfsleiding verheugd is met de manier waarop het werk-
overleg in het Plaatselijk Contact thans loopt. Dat wil niet zeggen dat men allerwegen tevreden is of dat er geen verbeteringen denk-
baar zijn.
De eerste en voornaamste reden is dat - toen het P.C. anders is opgezet - er kandidaten in het P.C. zijn gekomen die gekozen werden
door een grote groep mensen; de gekozen leden wisten dat er mensen achter hen stonden. In de tweede plaats blijkt dat de mensen
die in het P.C. overleg plegen deze groepen werkelijk achter zich hebben gehouden. Dat is gebleken uit de aard van de problemen die
naar voren kwamen, uit debrieven die werden meegebracht, uit de wijze waarop zij praten over wat bij de mensen leeft en door de ma-
nier waarop zij soms de zaak afhouden om ruggespraak te houden. De derde reden is gelegen in het soort onderwerpen die ter be-
handeling worden aangeboden. Ingevolge de Nieuwe Wet op de Ondernemingsraden zijn een groot aantal algemene bevoegdheden
bij de Ondernemingsraad gelegd. Het overleg in het P.C. moet in eerste instantie dan ook bestempeld worden als werkoverleg. Dat is
overleg over al die dingen waarmee men bij zijn dagelijkse werk te maken krijgt. Dat is bijvoorbeeld een slang die vervangen moet word-
en, een werkwijze die onveilig is of een verblijf aan boord dat niet in orde is. De heer Groot: „Een onderwerp als arbeidsvoorwaarden in
algemene zin hoort wat betreft loonregelingen, dienst- en werktijden, pensioenregeling e.d. bij de Ondernemingsraad thuis. Maar de
bedrijfsleiding heeft nooit geweigerd een onderwerp te bespreken als dat te maken had met arbeidsvoorwaarden en als dat in het P.C.
werd opgebracht." Er blijkt nu dat punten in de werksfeer de overhand krijgen in het P.C. In het overleg van het P.C. is bijvoorbeeld geen
onderwerp met zoveel vasthoudendheid en duidelijkheid naar voren gebracht als de samenwerking tussen de binnenvloot en het OM&S
dept. (Oil Movements & Storage); de samenwerking tussen de mensen op de schepen en de mensen op de steigers. De heer Groot
 „Dit is een klassiek voorbeeld van een onderwerp voor het P.C., een stukje puur dagelijks werk, dat bovendien van groot belang is. Het
is merkwaardig dat de inventarisatie van de enquête van de eerste Binnenvlootdag veel onderwerpen opleverde die betrekking hadden
op arbeidsvoorwaarden; een groot deel had bijvoorbeeld te maken met maaltijdvergoedingen, ploe-gentoeslagen en met dienst- en werk-
tijden. (Na de enquête - vraag 2 - van de tweede Binnenvlootdag bleek de vraag naar verbetering van arbeidsvoorwaarden te zijn afgenom-
en in vergelijking met de eerste enquête).
Een vierde en laatste punt waarom de bedrijfsleiding verheugd is over het functioneren van het P.C. nu, is de wijze van het overleg zelf.
Dat zou kunnen gaan van luisteren naar mooie verhaaltjes, mond houden enja-knikken. Zo gebeurt het niet. Integendeel, de voorzitter
en de vertegenwoordiger van Personeelszaken hebben het „niet gemakkelijk" in het P.C. Er vindt werkelijk een gesprek plaats; overleg
met argumenten en tegenargumenten. Inbreng van twee kanten.
Van vraag l. van de gehouden enquête was inmiddels de uitslag geteld. Op de vraag of er verbetering in het P.C.-overleg was gekomen
luidden de antwoorden: Nee (17), Ja (48) en Geen Mening (26). De heer Groot stelde vast dat er ten opzichte van de eerste enquête
een kentering viel waar te nemen. Wat hij toch jammer vond was de groep die „Geen Mening" kenbaar maakte. Dat kunnen mensen
zijn die nog niet zo lang bij ons werken, maar dat zijn er toch niet zo veel. „Als er iets is - mijne heren - waaraan wij een hekel hebben,
dan is dat „geen mening". Wij hebben nog veel liever te maken met 25 man die zeggen het is pet - want die kunnen wij vragen waarom?
en dan kunnen wij er iets aan doen, maar wat moeten wij met mensen die geen mening hebben?"
Tenslotte zei de heer Groot dat er nog een lange weg te gaan is. „Er zijn zaken waarvan wij weten dat ze nog moeten gebeuren. Waar-
van wij beloofd hebben dat die zullen gebeuren. Het is wel nuttig voor ons om te weten of wij op de goede weg zitten en dan is het P.C.
mans genoeg om ons op de vingers te tikken en te zeggen: dat zou je zo moeten doen en dat kun je beter laten. Ik verzeker u, dat zul-
len zij doen ook. In ieder geval hoop ik dat u op dezelfde wijze als de laatste l/a jaar uw P.C. zult blijven steunen".
Raakvlakken tussen OM&S en binnenvloot
De heer H. J. de Klerk, section head-offsites, sprak over de activiteiten van de OM&S sectie die bij het dagelijkse werk vele raakvlakk-
en met de binnenvlootactiviteiten - en omgekeerd - vertonen. Hij belichtte onderwerpen als opslagfacili-teiten van ruwe olie en de ver-
werking daarvan door de raffinaderij en de aromatenfabriek van Essochem Benelux B.V. De belangrijkste gebieden waarop de OM&S
sectie werkzaam is, zijn: l) de ontvangst van ruwe olie, „feedstocks", en halffabrikaten, 2) de opslag van halffabrikaten en eindprodukt-
en, 3) de koeling van gas en de opslag van gekoeld gas, 4) het mengen van benzines uit halffabrikaten, 5) de aflevering van produkten
per tanker, lichter en tankwagon, 6) de behandeling van het raffinaderij-afvalwater. Wat betreft punt 5) meldde hij dat de lichterbelading-
en aan 2 steigers en het lichterbeladingspunt in 1972 de helft van het totale verwerkte volume besloeg. Gemiddeld waren in 1972 per
maand 950 lichters afgehandeld.
De heer De Klerk ging uitvoerig in op de oorzaak en achtergronden van opgetreden vertragingen bij de lichterbeladingen, schetste een
nieuw computersysteem waaruit maandelijks bepaalde conclusies kunnen worden getrokken om de gang van zaken te verbeteren,
behandelde enkele facetten van het beladingspatroon op de steigers en besprak tot in details de situatie rond de maatregelen tot het
voorkomen en bestrijden van oil spills rond de raffinaderij. Tenslotte vertelde hij iets van de plannen voor de waterbehandeling van de
raffinaderij die gerealiseerd moeten worden voor ze van overheidswege worden voorgeschreven. In de loop van dit jaar zal begonnen
worden met de bouw van een fabriek die het afvalwater zuivert tot een waarde van 10 a 20 ppm. (parts per million).
Dit omvangrijke project waarvoor een bedrag tussen 5 en 10 miljoen dollar geïnvesteerd gaat worden, moet voor 1975 gereed zijn.
Zuurstof om de „motor" draaiende te houden
Onze bedrijfsarts. Dr. J. Schoonheyt, behandelde enkele medisch/hygiënische aspecten die hij aankondigde als een luchtig praatje in
de letterlijke zin van het woord. Het ging om de zuurstof uit de lucht die bij iedere verbranding noodzakelijk is of dat nu een motor is of
het menselijk lichaam. Hij belandde via de zuurstofdragers in ons bloed (de rode bloedlichaampjes) bij de gevaren van het ontbreken
van zuurstof in de ingeademde lucht. Aan boord van binnenschepen kan dat ook worden veroorzaakt door het branden van een kachel
met afgesloten deuren en ramen. Ook kunnen andere gassen de zuurstof verdringen (COi, N02 e.d.). Bij het inademen van CO-gas
(koolmono-xyde) worden de rode bloedlichaampjes gedood en kunnen zij ons lichaam niet meer van zuurstof voorzien. Dan zijn er nog
de echte giftige gassen als ether, cyclohexaan e.d. Dit verhaal, aldus. Dr. Schoonheyt, is om te waarschuwen dat bij alle werkzaamhed-
en aan boord erop gelet moet worden dat men voldoende lucht (zuurstof) kan inademen.
Premies en een verloting
De heer H. Zuiderbaan liet naast de tevredenheidsbetuiging ten aanzien van een jaar werken zonder ongevallen met verzuim ook een
waarschuwend geluid horen. De viering van de veilig-heidsverjaardag heeft even aan e.en zijden draad gehangen. Op de 362e dag werd
benzine geladen terwijl in de voorverblijven kachels brandden.
De heer Zuiderbaan overhandigt een van beide cassetterecorders die verloot werden.
V.l.n.r. de heren Van Harten, Jonge, Adriaans, Zuiderbaan, Van Zwieten en Pereboom.
De heer Zuiderbaan benadrukte het enorme risico van deze gebeurtenis. Niet alleen de opvarenden van het schip liepen groot gevaar,
maar ook de mensen in de nabije omgeving, nog afgezien van de grote schade die had kunnen ontstaan. Op de 364e dag raakte de
schouder van een der employés uit de kom. Er kon echter aangepast werk worden gevonden zodat ondanks deze gebeurtenis het jaar
veilig werken kon worden volgemaakt.
De heer Zuiderbaan zette heel nauwkeurig uiteen waarom dit officiële ongeval met verzuim niet als zodanig hoefte te worden aange-
merkt. „Er is niet gescharreld en dat zal ook nooit gebeuren - zelfs niet een of twee dagen voor een verjaardag -omdat wij ons zelf niet
in een positie willen manoeuvreren die wij absoluut moeten vermijden", aldus de heer Zuiderbaan die vervolgens bekend maakte dat
alle employés een envelop (met een waardebon van 15 gulden) zouden ont-J vangen als premie voor het veiligheidsjaar. Tweej cassette-
recorders werden als extra prijzen voof een verloting beschikbaar gesteld. De loten werden getrokken door de heer J. P. Jonge en
matroos J. C. Adriaans en vielen op de heren J. van Harten van de „Esso Nederland 64" en J. Pereboom van de „Esso Nederland 69".
Tot slot van de Tweede Binnenvlootdag deed de heer C. Jacobs van de Order & Despatch division mededelingen t.a. v. de hervatting
van de werkzaamheden na de lunch.
De heer L. Ph. Heijnen, lid van de Ondernemingsraad voor de binnenvloot, sprak een kort dankwoord tot de bedrijfsleiding en de orga-
nisatoren in het bijzonder, waarin hij zei dat de hoge kosten de resultaten toch zeker rechtvaardigden en hoopte dat deze bijeenkomst-
en nog lang voortgezet zouden worden.
De timing van deze Binnenvlootdag was wederom perfect en na een welvoorziene lunch voeren om precies drie uur in de middag de
eerste schepen weer uit.

Oude opleiding heeft veel nadelen
Officieren met nieuwe HTS-zeevaartopleiding in juni bij E.T.M, in dienst.
                   
De structuur van het huidige Hoger Zeevaart Onderwijs - zo luidt het oordeel van bevoegde instanties - is verouderd en
het is voor toekomstige scheepsofficieren minder aantrekkelijk geworden een zeevaartopleiding te beginnen.
De trapsgewijze structuur van de huidige opleiding houdt in dat het hoogste diploma voor stuurlieden (SI) pas na 10 jaar kan worden
behaald, gerekend vanaf het begin van de opleiding. Voor scheepswerktuigkundige (C volledig) bedraagt de duur ongeveer 14 jaar.
In 1971 is dan ook - naast de huidige opleiding, dus niet ter vervanging daarvan ! - een nieuwe opleiding op HTS-niveau gestart voor
zeevaart-onderwijs. De cursusduur bedraagt vier jaar. In juni van dit jaar komen bij de Esso Tankvaart Maatschappij B.V. een aantal
officieren in dienst (niet te verwarren met een stage!) uit deze nieuwe HTS-structuur van het Hoge Zeevaart Onderwijs. Het is het der-
de jaar in hun opleiding, het z.g. praktijkjaar.
Welke zijn nu de bezwaren van het huidige Hoger Zeevaart Onderwijs?
a. De opleidingen omvatten een basiscursus van 2 jaar, die gevolgd wordt door één jaar vaar- of werktijd, waarna een diploma met vaar-
bevoegd-heid wordt verkregen.
De daarop volgende diploma's vereisen nog 4 tot 6jaar vaartijd, zodat het hoogste diploma behaald wordt op een leeftijd die varieert van
28 tot 36 jaar, afhankelijk van de beroepsrichting en vooropleiding. Indien de koopvaardij-officier zijn carrière op zee voortijdig beëindigt,
ontbreekt voor hem veelal de mogelijkheid de hogere diploma's te behalen, aangezien de toelating voor een examen mede afhangt van
bepaalde vaartijden.
b. Voor het afleggen van de examens wordt geëist dat de kandidaat in het bezit is van geldige keuringspapieren. Bij een eventuele af-
keuring voor de scheepvaart is het daardoor niet mogelijk om de hogere zeevaartdiploma's, die voor vele walfuncties worden verlangd,
te behalen.
c. Door de trapsgewijze structuur van de opleidingen wordt de studie meerdere malen onderbroken. Deze onderbrekingen van 2 a 3
jaar veroorzaken een herhaling van leerstof, die reeds behandeld werd bij de opleiding van voorgaande diploma's.
Bij het examen voor een volgend diploma wordt dikwijls leerstof, behorende bij een voorgaand diploma, geëxamineerd. Hierdoor wordt
de studieduur onnodig verlengd. Een dergelijke studie op latere leeftijd vormt in vele gevallen een extra sociale- en financiële belasting
voor het betrokken gezin.
d. Het examenreglement, dat door Rijksexa-mencommissies moet worden gehanteerd, is vergeleken met in het overige Hoger Beroeps
Onderwijs gehanteerde maatstaven, aan de zeer strenge kant. Dit verklaart - in samenhang met het onder c. gestelde - het hoge per-
centage officieren dat niet direct slaagt voor de hogere diploma's.
e. Het Hoger Zeevaart Onderwijs neemt door zijn afwijkende structuur en de te specialistische en daardoor eenzijdige opleiding een
geïsoleerde plaats in, waardoor horizontale binding met het overige Hoger Beroeps Onderwijs ontbreekt.
f. Het „strenge" examenreglement en de economische noodzaak voor de officier om te slagen voor een hoger diploma - hij moet de
kosten daarvan voor een groot deel zelf dragen - doet afbreuk aan het gehalte van het onderwijs.
g. Voorts is de huidige structuur oorzaak van een grote economische verspilling, zowel voor reder als voor officieren, aangezien de
reder de officieren regelmatig voor een groot aantal maanden „kwijt" is in verband met studieverlof, terwijl de officier zich hoge kosten
moet veroorloven om het vereiste hogere diploma te behalen.
Applicatie door Esso
Om de bezwaren aan de huidige opleiding te ondervangen worden aan de officieren van Esso Tankvaart Maatschappij B.V. diverse
applicatie-cursussen gegeven zoals o.a. navigator training voor mammoet schepen bij T.N.O. te Delft, brandbestrijding in samen-
werking met de Rotterdamse Brandweer, cursus Meet- en Regeltechniek, en diverse andere soorten technische applicatie-cur-
sussen.
Opleiding interessant maken
Indien wij voor de jeugd een interessante beroepsopleiding willen, is het een vereiste dat men deze beroepsopleiding moet kunnen
overzien en is het behalen van een topdiploma na 10 tot 14 jaar zeker niet aantrekkelijk.
HTS-opleiding zeevaart
De nieuwe HTS-opleiding voor het Hoger Zeevaart Onderwijs - sinds 1971 dus - geeft de toekomstige scheepsofficieren een brede,
theoretisch goed gefundeerde basis, zodat hij de (stormachtige) technologische ontwikkeling nauwgezet kan volgen. De toelatings-
eisen voor deze nieuwe opleiding zijn hetzelfde als voor de andere HTS-en. De totale duur van de opleiding is 4 jaar, waarvan het
derde jaar als praktijkjaar aan boord van schepen moet worden volbracht. Gezien de verantwoordelijkheid van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat voor de veiligheid, worden de examen-vakken welke betrekking hebben op de veiligheid bijgewoond door een
Rijksgecommitteerde welke is aangewezen door de Minister van Verkeer en Waterstaat.
De bewijzen van vaarbevoegdheid worden op grond van schooldiploma's uitgereikt door de Minister na het volbrengen van de benodig-
de vaartijd (totaal 6 jaar).
Werk-HTS-ers
In de toekomst zal het werk van de werktuigkundige zich meer gaan richten op de economische beleidsvoering, meten en regelen.
Applicatie
De opleiding in het algemeen sluit bijscholing op latere leeftijd niet uit. Applicatie zal nodig zijn in verband met de snelle ontwikkeling
van de techniek, maar deze applicatie moet niet het karakter van een examenstudie krijgen.
A. J. Biesheuvel LP&M/Port Captain Section

HOFMEESTER J. STOUT JESDIJK.

Traditiegetrouw een normale rustdag op zee werd het die zondag van de 4e maart derhalve voor velen vroeg opstaan,
al had de zon, behaaglijk in een bed van wolkendons, zich reeds enige uren tevoren geruisloos aangekondigd.
Ingrediënten
De jongeren begonnen al voor zevenen onweerstaanbaar met de decoratie van de salon, terwijl de jubilaris, onwetend gehouden om-
trent de aard der festiviteiten, gewoontetrouw zijn voorbereidingen trof voor de vooraf tot in details besproken maaltijd en hapjes, ten-
einde om 10 uur met een gerust geweten de pollepel voor de komende uren te kunnen overhandigen aan het illustere twee-manschap
gezagvoerder Mossel en HWTK Van Mieghem, dat dan deze scepter naar hartelust kon laten zwaaien over de kant en klaar - hup -
twee -drie - op - tafel - maaltijden - en hapjes, samengesteld uit de ruime keur van instantsausen, -soepen, -groenten, gauwklaar steaks,
éénminuut-schnitzels en dertigsecondenfrikandellen en vele andere ingrediënten, welke de huidige moderne keuken nu eenmaal be-
volken. De jongens met hun speciale functie voor deze dag zorgden ervoor dat te 10.30 de algemene verbijstering over de waardering
van de salontrans-formatie de jubilaris, officieren en bemanningsleden (ten overvloede vermeld: uitgezonderd de wachten!) vergezelden
bij hun binnentreden.
Hofmeester Stoutjesdijk in een „cosy sit" genietend van de feestelijkheden die zich te zijner ere afspelen.

Lof
Nadat eenieder zijn „cosy sit" naar keuze had bepaald, manifesteerde zich meteen de sfeer van een geheel ongedwongen samenzijn,
welke nuance zo bepalend is voor het welslagen. In zijn kort gehouden inleiding sprak de gezagvoerder woorden van lof tot de jubilaris
en verzekerde hem, dat de eenmalige arbeidsinzet van zijn persoon tijdens dit leven alom waardering vond, waarbij de maatschappij
zich met een telegram van gelijkluidende strekking aansloot, om dan zijn woorden te besluiten met de uitreiking van de traditionele
envelop met inhoud.
Vervolgens bood 2e stuurman Kloet de jubilaris een waardebon aan voor een bedrag, door allen voor dit doel gecollecteerd, dat alsnog
te Lavera zijn bestemming zal vinden in de aankoop van een armbandhorloge voor zijn vrouw, die door ziekte juist zo'n moeilijke tijd
achter de rug heeft. Dat nijvere handen heel wat vermogen, bleek toen de ",jubilerende" Piet met algemene stemmen de „Trophée de
cuisine" (serverende kok op zijn zeemansbenen) werd toegekend.
Rond
Het officiële tintje werd uiteindelijk afgesloten met een woord van dank van de jubilaris aan allen voor de spontane inspanningen, waar-
na de lof der rondheid kon worden bezongen. Alle goede dingen in het leven zijn namelijk rond. De ronde zon welke de ronde aardbol
bestraalt (gratis), ontkurkte ronde flesopeningen, waaruit de inhoud overvloeit in ronde glazen naast een rond bord, zelfs de tijd gaat
rond met de zon en de aarde (vandaar de hypothese van de rechte lijn als kortste verbinding tussen twee punten).
Deze meditatie gaf de kok-ad interim de impuls de pollepel weer op te nemen om vervolgens snel rond te laten gaan met de schalen
met zorgvuldig bereide hapjes. Alhoewel met hup - twee - drie -in godsnaam op een hete plaat normaliter nog nooit goede dipsausjes
zijn ontstaan, werden ze nu met een schot Chateau Huppelepup 1962 in elkaar getrapt en bleken, met de stijgende stemming als graad-
meter, goede aftrek te vinden.
Genieten
Het betrof ditmaal ook geen professionele blind-proeverij, met op de tong onderscheiden van alle subtiliteiten of kleine nuances in kleur
en bouquet, doch zomaar een prettig samenzijn, hetwelk de jubilaris als middelpunt, gezeten in grootvaders stoel, zich zichtbaar ge-
nietend liet welgevallen met de wetenschap dat alles op rolletjes liep in de keuken. Een exquise maaltijd met ice-cream, koffie en likeur
besloten dit jubileum festijn.

WIJJIJHIJGIJZIJ

ESSO TANKVAART MIJ. N. V.

IN DIENST GETREDEN:
L.W. Vosslamber, elektricien
UIT DIENST GETREDEN:
D. ten Cate, wnd. 2e stuurman
P.F. Koningsbruggen, asst. werktuigkundige
PENSIOEN:
J.G. Thoonsen  1-6-73
D.J. Rottier       1-6-73

Posities 21-3-73
De „Esso Den Haag"; 17 april aankomst P.G.
Gezagvoerder
S. Snijder
1e stuurman  (wnd)
L. Boerman
2e stuurman  (wnd)
P.A. Staal
3e stuurman
R. Westerink
3e stuurman
A.M. Geul
3e stuurman
P.A. Gijsbers
Ll. stuurman
G. Boon
HWTK
C. Smeele
2e wtk   (wnd)
J. Kieviet
3e wtk   (wnd)
J.J. Tesselaar
4e wtk   (wnd)
W. Hoogendijk
4e wtk   (wnd)
W.F. Michels
5e wtk
A.J. Langerak
5e wtk
P.E.T. Horstman
5e wtk
J. Doornbos
5e wtk
C.D. Jonker
Marconist  
T.W.N. Gruiter
Kokhofmeester
J.G. Gomes

De „Esso Nederland"; 27 april aankomst P.G.
Gezagvoerder
G.Alkema
1e stuurman   (wnd)
M. Knikman
2e stuurman   (wnd)
R.E. v.d. Velden
2e stuurman
S.G. Boorsma
3e stuurman
B.J. Grummels
3e stuurman
W.J. Barends
3e stuurman
B.A. Alberts
Ll. stuurman
W. Boevé
HWTK
F. Scheppers
2e wtk
S. Tuit
3e wtk   (wnd)
H. V. Vugt
4e wtk   (wnd)
A.P.M. Nobelen
4e wtk   (wnd)
H.J. Kemp
4e wtk
M. Klumper
5e wtk
C.P. Strijbos
5e wtk
A.E. Buitenwerf
5e wtk
W. Masselink
5e wtk
A. Haitsma
5e wtk
J.C. Cranendonk
Elektricien
W.C. Mooy
Kok/Hofmeester
J.P. Stoutjesdijk
Marconist
W.J. v.d. Leede

De „Esso Europoort"; 19 april aankomst P.G.
Gezagvoerder
H. Jansen
1e stuurman   (wnd)
M.P. de Boer
2e stuurman   (wnd)
S. Groenhuis
2e stuurman   (wnd)
J.K. Verhulst
3e stuurman
A.F. v. Dokkum
ll. stuurman
W.J.P.M. Vernooy
HWTK
J. den Boer
2e wtk
H. Mulder
3e wtk
H.R. Foureaux
3e wtk   (wnd)
P.C. Nooij
4e wtk
D. Drost
5e wtk
T. Diepenveen
5e wtk
R.P.A. Brouwer
5e wtk
A.W. Botschuyver
5e wtk
S.C. Smit
Electricien
C.M. Booy
Kok/Hofmeester
D.J. de Waard
Marconist
M.K. Bierlee

De „Esso Bonaire"; 15 april te Rotterdam naar Fawley en P.G.
Gezagvoerder   (wnd)
R. v.d. Velden
1e stuurman   (wnd)
W. Kerbert
3e stuurman   (wnd)
J.W. Klein
3e stuurman
A. v.d. Deyl
3e stuurman
J. Schothorst
Ll. stuurman
J. Ruisch
HWTK
J. Pronk
2e wtk
P. Mellema
3ewtk
C.M. v.d. Tol
4e wtk   (wnd)
A.J. Putten
4e wtk   (wnd)
R.E. Meijer
5e wtk
F.L. Glazema
5e wtk
H.A. Verschoor
5e wtk
M.M. Visser
5e wtk
H.E. Hopman
Elektricien
J.B. v.d. Heemst
Kok/Hofmeester
J. Visscher
Marconist
D. Borgman

Verlof:
L. Veen, J.C. Vlug, J. Mossel, K. Pals, H. Kuypers, J.W.G. v. Dongen, T.W.H. v. Spronsen, L. Kloet, S.G. Boorsma,
H. v. Dijk, J. de Vries, P. v. Asten, B.P. Mieghem,J.A. Niels,J. v.d. Zwan, J. Lokman, P.H. Dassen, K.C. Ong, K. Fuite,
H. Wegenaar, J.G. Wermer, A. v. Harten, C.L. Methorst, J.W. Goeree, E.L. v. Goor, A.J. Jonkman, C.F. v. Manen,
E. ter Horst, A.L. Kluyfhout
Studieverlof:
C.A.H. Brandt, H.J. Zeben, A.H. Nelemans, W. Grüter, H. Koelman, P. Pesman, R. de Ruysscher, L. Meeusen,
P. Habraken, M.G. de Groot, G.M. Krullaars, P.J. de Vries, W. v.d. Boogerd, W. de Roode
Ziek:
D.J. Rottier, C. Coenraad, A.A. Visser

No. 5 + 6-1973

Stichting "Gezinskontakt Zeevarenden ":
bevordering van het welzijn van het thuisfron

..... wat het betekende getrouwd te zijn met een zeeman.

In het begin van dit jaar werd de directie van onze Esso Tankvaart Maatschappij (E.T.M.) benaderd door de stichting
"Gezinskontakt Zeevarenden" met het verzoek samen eens een aantal aspecten onder de loep te nemen van de zee-
varende in relatie tot zijn gezin en de problemen te bespreken die, vooral door de ontwikkelingen van de laatste jar-
en, hierbij worden gesignaleerd.
De stichting "Gezinskontakt Zeevarenden" werd in 1966 opgericht en ontvangt financiële steun van het Ministerie van Cultuur, Re-
creatie en Maatschappelijk werk. Bij haargeboorte kreeg de stichting de opdracht mee het welzijn van het thuisfront van de zee-
varenden te bevorderen. Of, iets plechtiger, in de statuten vermeld:
"De stichting stelt zich ten doel dienstverlening op het maatschappelijk vlak met inachtneming van het godsdienstig, zedelijk en
cultureel welzijn aan de gezinsleden van de zeevarenden die dienst doen op Nederlandse schepen van de grote handelsvaart, de
kustvaart, de zeesleepvaart en
de verre zeevisserij, zonder onderscheid van ras, maatschappelijke positie of godsdienst". Deze doelstelling wil de stichting met
medewerking van een staf van deskundigen zoals maatschappelijk werkers en werksters, sociaal psychologe en sociaal cultureel
werkster, alsmede een uitgebreid korps van zeemansvrouwen die fungeren als contactpersonen, verwezenlijken door toepassing
van de volgende middelen:
a. het leggen van contacten met de gezinsleden, verloofden en ouders van zeevarenden door middel van het afleggen van huisbe-
zoeken en het vormen van gespreksgroepen. b. het organiseren en leiden van bijeenkomsten tot ontspanning, ontwikkeling en
vorming door beroeps- en/of daartoe opgeleide vrijwillige medewerkers.
c. het tot stand brengen en onderhouden van verbindingen met deskundige personen en instellingen op het gebied van o.a. huwelijk,
opvoeding en beroepskeuze. d. het raadplegen van bevoegde deskundigen op het gebied der preventieve en/of curatieve maatschap-
pelijke dienstverlening aan de gezinnen van zeevarenden.
e. het door psychologisch onderzoek op deskundige wijze leren kennen van de menselijke aspecten verbonden aan het beroep van
zeevarende teneinde daardoor in staat te zijn beter te kunnen adviseren en de stichting doeltreffender te laten functioneren.
"In de steek gelaten"?
De heer Mazairac van "Gezinskontakt Zeevarenden" zegt over de achtergronden die geleid hebben tot de oprichting van de stichting:
"De relatie tussen de zeevarende en zijn gezin was vroeger veel ongecompliceerder dan nu. Het merendeel van de echtgenotes war-
en dochters van zeelieden of kwamen op z'n minst uit dorpen met een zeevarende traditie. Zij wisten bij hun huwelijk al wat het be-
tekende getrouwd te zijn met een zeeman. En in de dorpen waar zij woonden, langs de kust en op de eilanden, vond men het de ge-
woonste zaak van de wereld als iemand 'zeemansvrouw' was. In deze oude situatie is evenwel veel verandering gekomen. De jongere
zeelieden hebben vaak hun echtgenotes gevonden in streken waar nooit een schip gezien zal worden en waar men nog steeds van
mening is, dat de zeeman 'zijn gezin en zijn arme vrouw maar een beetje in de steek heeft gelaten'. Deze gedachtengang wordt min
of meer bevestigd door het feit dat in vele gezinnen de sociale contacten nagenoeg altijd via de heer des huizes verlopen. Veelal is
het dan ook zo dat wanneer manlief met verlof is, het gezin overlopen wordt met alle mogelijke bezoekers, dit in tegenstelling tot de
periode wanneer hij weer op zee zit.
Het is gebleken dat de kwaliteit van de zeeman en zijn animo om het zeevarende beroep te blijven uitoefenen voor een belangrijk
deel worden bepaald door de houding van zijn 'thuisfront'. De vraag is, wordt hij begrepen, gestimuleerd en goed opgevangen door
zijn gezin, zijn verloofde of zijn ouders? In zeer sterke mate hangt dat er van af of de thuisblijvers zelf de problemen van bijvoorbeeld
het zeemansvrouw-zijn op een bevredigende manier hebben kunnen oplossen.
Daarnaast is het voor de arbeidsvreugde van de zeeman van grote invloed of zijn echtgenote en het gezin al dan niet de kunst ver-
staan - of hebben leren verstaan - een brug te zijn tussen hem en de snel veranderende, woelige samenleving. Juist de vrouw/moed-
er speelt in deze zo'n belangrijke rol want zij is de spil waaromheen het hele gezinsleven draait. Zij immers selecteert en interpre-
teert de informatie welke haar man en kinderen bereikt. Niets immers is zo frustrerend voor de zeeman, als het gevoel dat hij door
zijn langdurige afwezigheden eigenlijk buiten het echte (wal)leven is komen te staan. Eenwalleven, dat er gedurende zijn korte ver-
loven zo fascinerend en aantrekkelijk uitziet!"
Verstoring van een patroon
Voor alle gezinsleden brengt de langdurige afwezigheid en het weer terugkeren van de zeevarende aan de wal diepgaande conse-
quenties met zich, waarvan men zich veelal niet bewust is. Het is een gebruikelijke gang van zaken dat het vertrek en de terugkeer
van de vader een verstoring van het organisatiepatroon van het gezin meebrengt. Na een periode van afwezigheid die kan variëren
van enkele weken tot een maand of zes, volgt een proces van her-integratie tijdens de verlofperiode. Tijdens haar mans afwezigheid
moet de vrouw moeder én vader tegelijk zijn.
Vooral voor de vrouw van de zeevarende brengt de scheiding en terugkeer rolveranderingen mee. Vanuit dit oogpunt zijn zeemans-
gezinnen crisis-gevoelig te noemen. Het zal van de gezinssituatie afhangen en vooral van de persoonlijkheid van de vrouw hoe vad-
ers afwezigheid wordt geïntegreerd in het gezinsleven en hoe de terugkeer van vader in het gezin wordt voorbereid.
Minder romantiek
De heer Mazairac: "Ook de relatie tussen de zeevarende en de wal-maatschappij is problematischer geworden. Vroeger was de zee-
man degene die wat van de wereld zag en die méér meemaakte dan enig ander. Die anderen, namelijk, kwamen nauwelijks aan va-
kantie toe. Tegenwoordig echter, is het varen door de korte lig-tijden in de havens veel minder romantisch geworden, terwijl op de wal
nu iedereen reist en op vakantie gaat. Bovendien ziet het leven aan de wal er aan de buitenkant zo ongemeen boeiend, comfortabel
en verleidelijk uit, dat de zeeman licht het gevoel krijgt dat hij tekort komt.
Al met al is er een nieuwe situatie ontstaan, die zowel door de zeevarende als door zijn gezin vaak onprettig gevonden wordt. Dit heeft
ertoe geleid, dat in de afgelopen jaren steeds vaker van de kant van de zeemansvrouwen naar voren werd gebracht, dat zij behoefte
hadden aan een algemene organisatie, die zich zou bezig kunnen houden met de problematiek van het tijdelijk onvolledige zeemans-
gezin".
Groepswerk voorkeur
Het werk van de stichting speelt zich af op het sociaal-culturele vlak en is gericht op echtgenotes, verloofden, ouders en kinderen van
zeevarenden. Voor ouders worden informatieavonden belegd waar zij het beroep van hun zoon beter leren kennen. De zeemansvrouw
moet zichzelf én haar man op de hoogte stellen van wat er zich in onze veranderende maatschappij afspeelt. Het bewust maken van
wat het zee-mansvrouw-zijn voor ieder persoonlijk betekent en het op gang brengen van een relatievormend proces tussen zeemans-
vrouwen onderling vormt het tweeledig doel van sociaal-cultureel werk. Het werd gestart in de vorm van groepswerk dat
de voorkeur geniet boven individuele contacten. In ongeveer 25 - door vrij veel zeemansgezinnen bevolkte - plaatsen in Nederland word-
en maandelijks geheel vrijblijvende bijeenkomsten gehouden. Er bestaan plannen om zelfs in de provincies Limburg en Gelderland een
vestiging op te zetten om van daaruit de groepsbijeenkomsten in die regio's te kunnen uitbreiden.
Via het programma krijgt de zeemansvrouw de gelegenheid met anderen gemeenschappelijke ervaringen, gevoelens en vragen te be-
spreken. Door de wisselwerking binnen een groep kan zij zelf een positieve bijdrage leveren met betrekking tot het eigen gezin; kan zij
iets betekenen voor de mede-groepsleden en tevens meewerken aan de totstandkoming van een andere visie op de zeeman en zijn ge-
zin binnen onze huidige maatschappij.
Hulpverlening en informatie
Neemt men niet deel aan de groepsbijeenkomsten, om welke redenen ook, dan blijft toch altijd de mogelijkheid bestaan om contact
op te nemen met het centraal bureau van het Gezins-kontakt Zeevarenden voor individuele raadpleging van een deskundige bij moeilijk-
heden welke typisch samen kunnen hangen met het beroep van de zeevarenden en de consequenties daar van voor het gezin zoals bij:
pensionering, ziekten of invaliditeit;
overgang van een zee- naar een walfunctie;
het niet meer op kunnen tegen het varen;
eenzaamheid;
opvoedingsmoeilijkheden;
huwelijksaangelegenheden;
werkloosheid.
Ook kan het Gezinskontakt Zeevarenden in deze fungeren als intermediair tussen de gezinnen van zeevarenden en de als een web over
ons land verspreid liggende hulpverlenende instellingen. "Het zal duidelijk zijn," aldus de heer Mazairac, "dat dit werk alleen met vrucht
kan worden gedaan, als er een goed samenspel bestaat tussen onze stichting en de rederijen. Wanneer daarmee bovendien de aantrek-
kelijkheid van het zeemansberoep, indirect, kan worden vergroot, zien wij dat als een gelukkige consequentie".
De stichting "Gezinskontakt Zeevarenden" is gevestigd te Rotterdam, Willemskade 13. Telefoon 010-137881.

WIJJIJHIJGIJZIJ

ESSO TANKVAART MIJ. N. V.

IN DIENST GETREDEN:
G. J. M. Andriessen, leerling werktuigkundige
J. Ballijn, werktuigkundige
R. Drost, waarnemend 3e werktuigkundige
A. Ch. van der Eyk, leerling werktuigkundige
P. A. Gijsbers, 3e stuurman
R. van der Kogel, werktuigkundige
UIT DIENST GETREDEN:
R. P. A. Brouwer, assistent werktuigkundige
A. E. Buitenwerf, assistent werktuigkundige
K. Fuite, waarnemend 3e werktuigkundige
M. Knikman, waarnemend 1e stuurman
J. K. Verhuist, 3e stuurman
De "Esso DenHaag"; 12 mei vertrokken uit Lissabon naar P.G.

Gezagvoerder
J. Mossel
1e stuurman  (wnd)
C.A.H. Brandt
2e stuurman
J.W.G. v. Dongen
3e stuurman
S.G. Boorsma
3e stuurman
P.A. Gijsbers
Ll. stuurman
G. Boon
HWTK
C. Smeele
2e wtk   (wnd)
J. Kieviet
3e wtk   (wnd)
C.L. Methorst
4e wtk   (wnd)
W.F. Michels
4e wtk   (wnd)
W. Hoogendijk
4e wtk   (wnd)
H.E. Hopman
5e wtk
J. Ballyns
5e wtk
P.L. Glazema
5e wtk
J. Doornbos
5e wtk
A.J. Jonkman
Electricien
J. Kraay
Marconist  
C.J. Twilt
Kokhofmeester
J.G. Gomes

De "Esso Nederland"; 6 mei in de P.G., op weg naar Rotterdam
Gezagvoerder
J.C. Vlug
1e stuurman   (wnd)
K. Pals
2e stuurman   (wnd)
B.J. Grummels
2e stuurman
S.G. Boorsma
3e stuurman
B.J. Grummels
3e stuurman
W.J. Barends
3e stuurman
B.A. Alberts
Ll. stuurman
W. Boevé
HWTK
B.P. Mieghem
2e wtk   (wnd)
H. Wegenaar
3e wtk
K.C. Ong
3e wtk   (wnd)
R. Drost
3e wtk   (wnd)
P.H. Dassen
4e wtk
M. Klumper
5e wtk
C.P. Strijbos
5e wtk
A.C. v.d. Eyk
5e wtk
G.J. Andriessen
5e wtk
A. Haitsma
5e wtk
J.C. Cranendonk
Elektricien
J.B. Stee
Kok/Hofmeester
A. Hazenoot
Marconist
W.J. v.d. Leede

De "Esso Europoort"; 31 mei vertrokken uit Fawley naar P.G.
Gezagvoerder
H. Jansen
1e stuurman   (wnd)
M.P. de Boer
2e stuurman   (wnd)
S. Groenhuis
2e stuurman   (wnd)
L. Kloet
3e stuurman
A.F. v. Dokkum
ll. stuurman
H.W. v. Dijk
HWTK
J. den Boer
2e wtk
H. Mulder
3e wtk
H.R. Foureaux
3e wtk
M.G. de Groot
3e wtk   (wnd)
P.C. Nooy
4e wtk
D. Drost
5e wtk
T. Diepenveen
5e wtk
M.M. Visser
5e wtk
A.W. Botschuyver
Electricien
L.W. Losslamber
Kok/Hofmeester
D.J. de Waard
Marconist
C.A. Witte

De "Esso Bonaire"; 17 juni te Rotterdam verwacht
Gezagvoerder   (wnd)
R. v.d. Velden
1e stuurman   (wnd)
W. Kerbert
2e stuurman   (wnd)
T.W.H.v. Spronsen
3e stuurman
A. v.d. Deyl
3e stuurman
J. Schothorst
HWTK
F. van Asten
2e wtk
P. Mellema
3ewtk
C.M. v.d. Tol
4e wtk   (wnd)
A.J. Putten
4e wtk   (wnd)
R.E. Meijer
5e wtk
A.L. Kluyfhout
5e wtk
H.A. Verschoor
5e wtk
E.L. v. Goor
Elektricien
J.B. v.d. Heemst
Kok/Hofmeester
J. Visscher
Marconist
D. Borgman

Verlof:
G. Alkema, L. Veen, M.C. v.d. Vliet, S. Snijder, L. Boerman, H. Kuypers, J.W. Klein, R.E. v.d. Velden, P.A. Staal, A.M. Geul,
A.F. v. Dokkum, H.J. Zeben, R. Westerink, J. Ruisch, W.J.M. Vernooy, J. Pronk, J. Lokman, F. Scheppers, S. Tuit, J. v.d. Zwan,
J.G. Wermer, A. v. Harten, J.J. Tesselaar, H. v. Vugt, H.J. Kemp, W. Masselink, C.F. v. Manen, P. Horstman, C.D. Jonker,
R. v.d. Kogel, A. Langerak, S.C. Smit
Studieverlof:
A.H. Nelemans, W. Grüter, H. Koelman, P. Pesman.J.A. Niels, R. de Ruysscher, L. Meeusen, P. Habraken, G.M. Krullaars,
P.J. de Vries, W. v.d. Boogerd, W. de Roode, L. Fluit
Ziek:
C. Coenraad,
A.A. Visser,
D. J. Rottier

Dankbetuigingen:
Mede namens mijn ouders dank ik de directie, superieuren en collega's, alsmede de Medische Dienst, voor de door hen verleende
hulp en getoonde belangstelling tijdens mijn herstel. Hartelijke dank.
A.A. Visser

Hierbij wil ik alle opvarenden van de "Esso Nederland" hartelijk danken voor het fraaie cadeau dat ik van hen heb ontvangen.
Mevr. Stoutjesdijk