Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM Nieuwtjes uit de ESSOFOON
Essofoon - 33e jaargang 1987 Nr 11
Essofoon - 33 jaargang 1987
No. 11-1987

INTERVIEW : Henny Zuiderbaan en de ETM.

EEN LOOPBAAN IN "EEN NOTEDOP.

Het aantal medewerkers dat het afgelopen jaar afscheid heeft genomen van Esso is aanzienlijk. Al die mensen hebben
een verhaal, al heeft de een wat meer te vertellen dan de ander. Sommigen hoef je nauwelijks iets te vragen over hun
ervaringen bij Esso. De ene na de andere geschiedenis rolt over je heen en je begint je van de weeromstuit af te vragen
of je niet twintig jaar te laat bent geboren. Iemand die je zo'n gevoel geeft, is Henny Zuiderbaan. Meer dan 25 jaar bege-
leidde hij de vaart van olietankers over de wereldzeeën.

Een vraaggesprek.
Bij Esso lopen nogal wat mensen rond die vroeger in dienst zijn geweest bij de Esso Tankvaart Maatschappij (ETM).
Het waren zeevaarders die geregeld lange perioden op een tanker verbleven waarmee ruwe olie van de ene (wereld)
haven naar de andere werd vervoerd. Ze waren kapitein, stuurman, (hoofd)werktuigkundige en konden zich in die jaren
misschien nauwelijks indenken dat velen van hen nog eens aan de wal het bestaan van een landrot zouden leiden. Het
medewerkers bestand van de ETM (ongeveeer 200 koppen tijdens de hoogtijdagen) bestond uitsluitend uit zeevarenden.
Het walpersoneel was in dienst van Esso Nederland. Zij droegen er hun steentje aan bij dat de schepen zonder problem-
en hun lange reizen konden ondernemen. Een van de mensen die zich met het reilen en zeilen van de tankers bezighield
was Henny Zuiderbaan. Begin 1958, na een officiersloopbaan bij de Koninklijke Marine, kwam hij in dienst van Esso als
chef nautische dienst (port captain in het jargon). Hij bracht het uiteindelijk via ondermeer Marine Division Manager in
het toenmalige Supply & Transportation Department tot Operations Manager in het eveneens toenmalige Benelux Marine
Department. De laatste jaren was hij verantwoordelijk voor de logistieke voorzieningen voor de (vele) expatriates die bij
Esso Nederland gedetacheerd waren wegens het Flexicoker-project. Bijna drie maanden geleden, op 1 oktober, verliet
hij de maatschappij met vervroegd pensioen.
 
Henny Zuiderbaan.

Nautische en technische diensten.
Praten met Henny Zuiderbaan is genieten. Hij is een begenadigd verteller en bovendien heeft hij in zijn loopbaan veel
meegemaakt dat het memoreren waard is. Toen hij in februari 1958 als chef nautische dienst begon beschikte de
voorganger van de ETM, de Petroleum Industrie Maatschappij (PIM), over drie zogenaamde T-2 tankers die nog uit
de oorlogsjaren dateerden en een , super' tanker: de Esso Nederland met een draagvermogen van 26000 ton. 'Uit-
stekende schepen', weet Henny nog, 'maar de capaciteit was al snel onvoldoende wegens de ingebruikneming van
de Esso Raffinaderij in de Botlek, waarvoor schepen benodigd waren die ruwe olie vervoerden.' In '59 kwamen er
dan ook twee tankers van 38.000 ton bij, de Esso Amsterdam en Esso Rotterdam, en sinds die tijd groeide de vloot
alleen maar, net als het draagvermogen van de schepen, die weldra zo groot waren dat ze alleen nog moderne hav-
ens konden aandoen die aan diep water waren gelegen. In 1961 - de ETM had inmiddels de activiteiten van de PIM
overgenomen, met dien verstande dat Esso Nederland de activiteiten op de wal verzorgde - werd Henny Zuiderbaan
assistent manager van het Transportation Department van Esso Nederland. In die functie was hij verantwoordelijk
voor het 'reden' in de breedste zin van het woord.
De nautische dienst van zijn afdeling zorgde voor het personeel, de uitrusting van de schepen, de veiligheid aan
boord, de contacten met het Rotterdamse havenbedrijf, enzovoort. De technische dienst bepaalde zich tot het on-
derhoud en de modernisering van de tankers. Een aantal waterklerken trad daarnaast op als agent voor andere tank-
ers van Exxon/Esso die in Rotterdam kwamen en voor gecharterde schepen. Men kon kennelijk geen genoeg krijgen
van het reorganiseren. In 1962 werd het Transportation Department uitgebreid. Zo ontstond het Supply & Transport-
ation Department. Behalve tot de binnenvloot, die er al in 1960 was bijgekomen, strekten de activiteiten van deze
afdeling zich ook uit tot de ruwoliebevoorrading van de nieuwe Essoraffinaderij en de afvoer van gereed produkt.
Henny Zuiderbaan bepaalde zich zoals voorheen tot de marinepoot van het department. Afgezien van een twee-
jarige onderbreking in de jaren zeventig, toen Henny de marine departments van Esso Spanje respectievelijk
Petroleos Mediterraneos leidde, en enkele organisatorische veranderingen hield hij die functie tot zijn afscheid
van 'marine'.

Steeds meer tonnage.
Een loopbaan in een notedop. Achter alle jaartallen en feitjes gaan echter ontwikkelingen schuil waarmee je hele
boekwerken zou kunnen vullen. We noemden al de uitbreiding van de vloot en de vergroting van het tonnage, als
gevolg van de alsmaar toenemende vraag naar olie. Henny Zuiderbaan hierover: 'In 1964 kregen we de Esso Den
Haag die de te klein geworden Esso Nederland verving. Het schip was ongeveer 260 meter lang en had een draag-
vermogen van 95000 DWT (Dead Weight Tons, red.). Dat was in de bloeitijd van de EMT. De Esso Den Haag was
het grootste schip dat ooit onder Nederlandse vlag gevaren had. Maar vergeleken met de latere tankers was het
eigenlijk nog een kleintje.' Aan het eind van de jaren zestig werd ETNA opgericht, wat zoveel betekent als Esso
Tankvaart Nederlandse Antillen. In principe veranderde er daardoor weinig, want het management van het geheel
bleef in handen van de ETM en Esso Nederland. De Esso Amsterdam en Esso Rotterdam gingen onder Antilliaan-
se vlag varen. Kort na de oprichting kwamen daar de Esso Nederland en de Esso Europoort bij en enige jaren later
de Bonaire en Saba. 'Moet je je voorstellen', herinnert Henny Zuiderbaan zich, 'dat waren schepen van 250000 ton
en wij verwachtten in die tijd dat alles nog wel even door zou groeien. Vlak voor de energiecrisis dachten wij nog
voor 700 schepen in de Rotterdamse haven als agent te moeten optreden. Uiteindelijk werden het er maar vier-,
vijfhonderd.'

Naar Spanje.
In juli 1973 werd het Benelux Marine Department gevormd, waardoor Henny er vier Belgische tankers bijkreeg.
Zijn functienaam veranderde in operations manager en het technisch onderhoud aan de schepen werd in een
aparte divisie ondergebracht. Datzelfde jaar vertrok onze hoofdpersoon naar Madrid. Luttele maanden na zijn
vertrek kwam Esso's dochtermaatschappij in Spanje volledig in lokale handen maar Henny bleef, op speciaal
verzoek. Hij stelde maar één voorwaarde: dat hij in dienst kon blijven van Esso Nederland, als expatriate. Dat
kon en tot december 1976 verbleef hij in Madrid. Na zijn terugkomst kon hij weer direct als opera tions manager
aan het werk. Tijdens zijn afwezigheid was de functie waargenomen door Bul Beverdam en later, door Willy
Moreau. De crisis in de tanker-business had toen al volop toegeslagen. De Esso Den Haag was in 1975 ver-
kocht, nadat hij bij Australië de schroef had verloren. Kort daarna verdwenen twee Belgische schepen, de Esso
Liège en Esso Ghent naar de sloop. Een andere tanker, de Esso Antwerp, werd in 1977 verkocht aan Esso
Petroleum in Londen. De Esso Nederland en Esso Europoort kwamen onder de sloophamer omdat er geen
koper voor te vinden was, enzovoort, enzovoort. Henny Zuiderbaan: 'Er moesten wel problemen ontstaan. De
olievraag steeg vóór de oliecrisis van 1973 gemiddeld met zo'n vier procent per jaar, terwijl het wereldtonnage
met maar liefst 10/12 procent groeide. Dat er een overschot ontstond had behalve met de oliecrisis ook te mak-
en met het toegenomen gebruik van pijpleidingen en de verkorting van de aanvoerlijnen.
De afstand tussen nieuwe vindplaatsen zoals de Noordzee en de havens was immers veel korter. Gaandeweg
werd duidelijk dat er veel te veel schepen waren. Exxon had in totaal meer dan vijftig schepen van 190.000 tot
510000 ton; nu zijn er geloof ik nog vijf of zes in de vaart. Van de ETNAen ETM-schepen is alleen de Esso Saba
de dans ontsprongen. Zij werd in '84 opgelegd in Brunei, op Borneo en is nu weer in de vaart gebracht onder de
naam Esso Freeport.'

Ander werk .
Op 1 augustus 1984 eindigde Henny Zuiderbaans werk als operations manager. Exxon had zijn vlootbeleid ge-
wijzigd. Alle nationale maatschappijen met hun eigen waloperaties, met uitzondering van de Britse (ligging) en
Franse (wet), werden samengevoegd in Florham Park en Schiedam. Dat betekende het einde van de ETM.
Voor het personeel dat niet ontslagen werd, moest een alternatieve oplossing worden gezocht. Een laatste taak
voor Henny Zuiderbaan, die hij met verve verrichtte: 'Voor praktisch alle officieren hebben we ander werk gevond-
en. In het geval van de technische officieren was dat natuurlijk het gemakkelijkst, maar ook voor kapiteins en
stuurlieden konden we binnen of buiten Esso vervangend werk vinden.' We vragen Henny Zuiderbaan aan het
slot van het vraaggesprek of bepaalde situaties en anekdotes uit zijn loopbaan hem na al die jaren nog speciaal
zijn bijgebleven. 'De Alvaro de Bazan', antwoordt hij direct, terugdenkend aan zijn Spaanse tijd. 'Mensen kinderen,
met dat schip heb ik van alles meegemaakt: brand in de machinekamer, ankerkettingen verloren, een deel van
de ketel naar beneden gedonderd. Eigenlijk alles, behalve zinken. Het was soms net een stoptrein. In elke haven
langs de route "moest er wel wat gerepareerd worden. Toen ik na twee en een half jaar wegging, zaten we ein-
delijk op vol vermogen met weinig mankementen tijdens de reis.'
Het is maar een voorbeeld uit honderden. In feite was er 'never a dull moment'. Ook in Nederland gebeurde er
wel eens iets. Neem die keer dat de Europoort op de middag voor eerste kerstdag moest uitvaren. Omdat de
werf tot na Nieuwjaar dicht was, stond de hele mee te nemen voedingsvoorraad alsmede de inventaris in con-
tainers op het dek. De hofmeester kon die avond met een zakmes het kerstvlees te lijf. Henny Zuiderbaan hecht
er overigens aan te benadrukken dat de veiligheid nooit heeft geleden onder deze en dergelijke omstandigheden:
'Ik meen me te herinneren dat wij zeven maal achtereen de eerste plaats hebben behaald in de Exxon Fleet
Safety Contest.
De grootste tanker die ooit onder nederlandse vlag voer.

Afsluiting.
In 1984 begon de laatste fase van Henny Zuiderbaans Esso-loopbaan. Hij ging zich bezighouden met de vele
uitgezonden buitenlanders die meehielpen de Flexicoker-raffinaderij te bouwen. Het organisatietalent dat hij in
al die jaren marine-werk had ontwikkeld kwam hem daarbij goed van pas. Zaken als behuizing, vervoer, en der-
gelijke lijken op het eerste gezicht simpel maar in het geval van buitenlanders die heg noch steg weten in hun
nieuwe omgeving, ligt dat anders. Henny Zuiderbaan: 'Het is ontzettend nuttig en leerzaam werk geweest. Niet
datje zo'n baan op je achttiende zou moeten ambiëren maar voor mij was het een mooie afsluiting.' (AB).