Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 1950 Nrs 7 - 12
Nr. 7 - Juli 1950
PERSONEELS- & SOCIALE ZAKEN
In dienst getreden
April:
P. de Raat, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).
Juni:
G. H. A. Zuur, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).
Vertrokken
Juni:
L. Koudstaal, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).

De Heer C. A. C. Klaverweide, 2e werktuigkundige, die op 15 Juni 1950 van studieverlof bij onze Maatschappij is teruggekeerd,
is met ingang van dezelfde datum bevorderd tot hoofdwerktuigkundige.

Nr. 8 - Augustus 1950
PERSONEELS- & SOCIALE ZAKEN
In dienst getreden
Juli:
R. C. Kremer, s.s, „Esso Amsterdam" (PIM);
D. J. Rottier, s.s. „Esso Rotterdam" (PIM);
J. M. Ponsie Jr, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).
Vertrokken
A. J. F. de Water, s.s. „Esso Amsterdam" (PIM);
H. Kattouw, s.s. „Esso Den Haag" (PIM);
C. A. van Santen, s.s. „Esso Amsterdam" (PIM).

Nr. 9 - September 1950
VAN HOGE EN LAGE DRUK-GEBIEDEN

Onze tankvloot verleent medewerking aan het K. N. M. l.
De weersverwachting voor morgen: half tot zwaar bewoikt met enkele regenbuien. Matige wind uit westelijke richting. Iets lagere
temperaturen.
ledere dag kunnen wij dergelijke berichten vernemen uit de mond van de nieuwslezer van de radio en uit de krant. Wij zijn er zo
aan gewend, dat wij ons niet meer afvragen waar men die wetenschap eigenlijk vandaan haalt. Maar de mensen van het
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut te De Bilt moeten zich iedere dag doorheen rijstebrijberg van gegevens heen
worstelen, voor zij dit korte bericht kunnen opstellen.
Het is niet voldoende dat de diverse weerstations in het land hieraan meewerken, want het weer in ons land wordt ook sterk be-
ïnvloed door temperatuur- en luchtdruk-veranderingen e.d. buiten onze grenzen. Hierover moet men dus ook geïnformeerd zijn.
Voor de waarnemingen op de oceanen maakt men gebruik van enkele weerschepen. Hun aantal is echter gering en de hulp die
hier door een flink aantal Nederlandse schepen wordt geboden, is voor het K.N.M.l. dan ook onontbeerlijk. Ook onze drie tank-
schepen behoren tot deze zogenaamde „selected ships" (uitgekozen schepen) en kapitein Schol komt de eer toe het initiatief
hiervoor te hebben genomen.
Aangezien onze schepen een tamelijk stille route op de Noordelijke Atlantische Oceaan bevaren, zijn de waarnemingen, die
door de stuurlieden worden verricht, van groot belang voor het K.N.M.l.
Hoe deze waarnemingen geschieden vertelde ons de heer H. Stallinga, derde stuurman van de „ESSO ROTTERDAM". Om
6 uur, 12 uur, 18 uur en 24 uur G.M.T. (middelbare Greenwichtijd, welke overal op aarde gelijk is) worden door alle „selected
ships" een aantal metingen gedaan, welke direct daarna, in code, door de marconist via Radio Scheve-ningen naar De Bilt
worden geseind. Een stroom van berichten over de weersgesteldheid op zee, op een bekend tijdstip, komt daar dus binnen
en aan de hand daarvan kunnen deskundigen, rekening houdende met vorige gegevens, verwachtingen opstellen
omtrent wijzigingen in de bewolking, wind, temperatuur enz.
Aan boord meet men de luchttemperatuur, zeetemperatuur, relatieve vochtigheid van de lucht, luchtdruk, windrichting, wind-
kracht en geeft dit, evenals een beschrijving van de bewolking en de toestand van de zee, aan het K.N.M.I. door met vermel-
ding van plaats, dag en uur.
Zodra de Azoren zijn gepasseerd, worden deze gegevens doorgegeven aan de Meteorologische Dienst te Washington.
Deze verwerkt weergegevens van „zijn deel" van de Oceaan en geeft dit door aan andere landen en ook aan De Bilt.
Gegevens omtrent de aard van het weer, dus of het regent, bliksemt, mist e.d., hoe lang deze verschijnselen duren en nog
veel meer weerkundige bijzonderheden worden — alweer in code — doorgezonden aan De Bilt. Voor het bericht: er waait
een stijve bries, laaghangende wolken en motregen, woeste zee, zijn slechts enkele letters en cijfers nodig.
De apparatuur welke voor al deze metingen nodig is, behoort tol de normale uitrusting van het schip of is door het K.N.M.l. in
bruikleen afgestaan, zoals een barometer, een zeethermometer en een psychrometer (om de relatieve vochtigheid te bepalen).
Het K.N.M.l. verschaft ook meteorologische journalen, codes, boekwerken met afbeeldingen van wolkenformaties enz.
Aan het eind van elke reis zendt de kapitein het meteojournaal naar De Bilt, omdat daarin nog opmerkingen omtrent duur van
regenbui, mist, bijzondere waarnemingen tussen de periodieke metingen enz. zijn opgenomen. Op een reis van 25 dagen
worden dus ongeveer 100 waarnemingen verricht. Per jaar per schip dus ruim 1000. Het is duidelijk dat alle „selected ships"
per jaar zo enorm veel metingen doen, dat het K.N.M.l. hieruit behalve het dagelijkse weerbericht nog andere betrouwbare
en waardevolle inlichtingen kan destilleren. Bijvoorbeeld de gemiddelde regenval in een bepaald deel van de Oceaan, de ge-
middelde luchtdruk, de gemiddelde richting en kracht van de wind. Gegevens dus waar scheep- en luchtvaart sterk voor
zijn geïnteresseerd.
Geregeld geeft het K.N.M.l. commentaar op de waarnemingen van de „selected ships" en het strekt de officieren van onze
vloot tot eer dat deze commentaren bijna zonder uitzondering zeer gunstig zijn. Zelfs heeft onze Directie een keer een brief
ontvangen van het K.N.M.l. waarin dit instituut zijn grote waardering betuigde voor het werk van onze schepen, dat naar zijn
oordeel de vergelijking met de waarnemingen van de andere ,,selected ships" glansrijk kan doorstaan.
De animo bij alle betrokkenen voor dit werk is dan ook buitengewoon groot. Het is prettig te weten dat onze diensten aan
scheep- en luchtvaart, land- en tuinbouw niet alleen bestaan uit het leveren van aardolieproducten, maar dat de maatschap-
pij ook aan de voor deze sectoren zo belangrijke weerberichten haar medewerking verleent.

PERSONEELS- & SOCIALE ZAKEN
In dienst getreden
JULI:
P. Mardjan, s.s. ,,Esso Rotterdam" (PIM);
E. de Jonge, s.s. „Esso Rotterdam" (PIM);
J. Zeegers, s.s. „Esso Den Haag" (PIM);
A. W. M. Bulder, s.s. „Esso Den Haag" (PIM);
W. L. Rivière, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).
Vertrokken
JULI:
A. A. v. d. Feer, s.s, „Esso Den Haag" (PIM);
M. Trommel, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).
AUG.:
P. J. Jansen, s.s. „Esso Den Haag" (PIM);
P. de Raat, s.s. „Esso Den Haag" (PIM);
H. C. Bus, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).

BEVORDERINGEN PIM ZEESCHEPEN
De Heren S. Minderman en F. H. N. van Asten, die reeds als tijdelijk 3e werktuigkundigen op onze zeeschepen dienst deden,
zijn met ingang van 1 Augustus 1950 als zodanig definitief aangesteld.
Voorts zijn met ingang van 1 Augustus 1950 als 4e werktuigkundigen definitief aangesteld de Heren F. J. Wouters, A. Pardon,
S. Tuit en M. L. J. de Zeeuw, die als zodanig reeds tijdelijk dienst deden.

Nr. 10 - Oktober 1950

BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE OPVARENDEN DER NEDERLANDSE KOOPVAARDIJVLOOT
In de toelichting op de begroting van zijn departement voor 1951 deelt de minister van Sociale Zaken mede dat een bedrijfs-
pensioenfonds voor de opvarenden der Nederlandse koopvaardijvloot in voorbereiding is. De regering hoopt een oplossing
te vinden voor een redelijke ouderdomsvoorziening voor zeevarenden, zonder van de werkgevers en werknemers een bij-
drage te verlangen, die voor de Nederlandse scheepvaart te bezwaarlijk zou zijn. Het geduld van de zeevarenden wordt wel
op een zware proef gesteld doch naar het schijnt begint er nu schot te komen in de pensioensvoorziening voor de koopvaardij.
Zodra nadere bijzonderheden bekend zijn, zal ,,De Essofoon" niet in gebreke blijven deze te vermelden.

PERSONEELS- & SOCIALE ZAKEN
In dienst getreden
SEPT.:
F. C. van Alpen, s.s. „Esso Amsterdam" (PIM);
C. Smit, s.s. „Esso Amsterdam" (PIM).
Vertrokken
SEPT.:
H. J. Hofland, s.s. „Esso Amsterdam" (PIM).

Nr. 11 - November 1950

esso-collega's
Inspectie Zeeschepen
Dhr Ulrich bespreekt scheepsaangelegenheden met kapitein C. Prins van de Esso Amsterdam.


Reeds om 4.30 uur begon Maandagmorgen 16 October de werkdag voor de heren S. S. Ulrich en S. Verbeek van de
afdeling Inspectie Zeeschepen (bij afkorting I.Z. genaamd).
Waarom ze niet nog een paar uurtjes in bed waren gebleven, wilt U weten? Wel, de Esso Den Haag en de Esso Amster-
dam, twee van de drie 16.000 ton Esso tankschepen, waren te Pernis gearriveerd en of het nu Zondag is of middernacht,
of het regent of stormt, als er een tankschip aankomt, dan is er voor beide heren werk aan de winkel.
Wij vroegen de heer Ulrich, de chef van deze twee-mans-afdeling, of hij ons een korte maar duidelijke omschrijving kon
geven van de aard van dit werk. „Keep them sailing," antwoordde hij prompt. Als oud-zeeman drukt hij zich gaarne en
vlot uit in het Engels, maar zelfs wanneer wij zijn woorden in het Nederlands vertalen: Houd ze in de vaart, vrezen wij dat
de meeste lezers er weinig aan hebben, dus vroegen wij hem wat uitvoeriger te zijn. Toen volgde een lange opsomming
van werkzaamheden en een rondleiding door de machinekamers van de Esso Den Haag met tientallen explicaties ter
plaatse, welke ons de overtuiging gaven, dat het erg gemakkelijk is om te zeggen „Keep them sailing", maar dat de uit-
voering wel wat moeilijker is. Wanneer een onzer schepen onderweg is naar Pernis worden er door deze afdeling reeds
allerlei voorbereidingen getroffen om een vlot vertrek, zo spoedig mogelijk na aankomst, te verzekeren. Zij ontvangen
hiertoe een door de kapitein in de laadhaven opgesteld „verlanglijstje", waarop de technische benodigdheden van het
schip staan aangegeven. De heren Ulrich en Verbeek beoordelen al deze aanvragen, vullen ze zo nodig aan, waarna
de afdeling Inkoop voor de verdere afhandeling zorgt. Zeven dagen voor aankomst ontvangt de afdeling een telegram
van de kapitein, vermeldende de vermoedelijke tijd van aankomst, de uit te voeren reparaties, het lossingsschema,
wijziging in de personeelsbezetting enz. Vier dagen later volgt een tweede telegram, een herhaling van het eerste,
eventueel aangevuld. Over deze zaken wordt met de afdelingen Import en Scheepszaken, Inkoop, Personeels- en
Sociale Zaken een nauw contact onderhouden.
Voor de aankomst maakt I.Z. met de daarvoor in aanmerking komende firma's afspraken betreffende de reparaties en
doet hiervoor eventueel de nodige bestellingen.
Direct na aankomst heeft een bespreking plaats met de kapitein en de hoofdwerktuig-kundige over diverse scheeps-
aangelegenheden, de eventueel uit te voeren reparaties of de opgelopen schade. De duur van deze reparaties bepaalt
vaak hoe lang het schip binnen blijft en dus wanneer de proviand en de „stores" (bezems, emmers, touwen, trossen,
reserve-delen, enz.) en niet te vergeten de leden van de bemanning aan boord moeten zijn.
Daar de bemanning onmiddellijk na aankomst van boord gaat, moet er gezorgd worden voor mensen, die behulpzaam
zijn bij het aan boord brengen van deze stores. Eventuele schade wordt met de verzekering opgenomen en ook de
Juridische afdeling wordt hiervan verwittigd.
Aangezien de tankschepen doorgaans maar enkele dagen voor de wal liggen en de reparaties meestal pas na de los-
sing kunnen beginnen, betekent dit voor de heren UIrich en Verbeek, evenals trouwens voor de mensen die de repa-
raties onder hun verantwoordelijkheid uitvoeren, in de meeste gevallen nachtwerk.
Tientallen handelingen moeten de beide heren verrichten en tientallen zaken moeten ze controleren binnen enkele
dagen. Hij die, zoals Uw verslaggever, even een kijkje achter de schermen heeft mogen nemen, staat er eigenlijk
versteld van hoe ze het klaarspelen, maar hun lange zeemanservaring (samen hebben ze meer dan 45 jaar gevaren)
is hun hierbij van enorme steun.
Zo controleren ze b.v. ook de door de bemanning gemaakte overuren, de inventaris van het schip en de reserve-
delen en of schip en machines goed en economisch werken.
Twee instanties zijn uitermate geïnteresseerd bij de toestand van het schip. Daar is in de eerste plaats de Scheep-
vaartinspectie, die er op toeziet dat de schepen voldoen aan de door de Nederlandse wet gestelde eisen, in hoofd-
zaak de veiligheid en het welzijn van de bemanning betreffende, en in de tweede plaats het klassificatiebureau. Beide
geven de nodige certificaten af, zonder welke het schip niet mag varen, terwijl het klassificatiebureau eventueel de
verzekeraars van advies dient in geval van schade. Gaat een schip voor jaarlijks onderhoud naar de scheepswerf,
dan zorgt I.Z. dat het schip na de lossing gasvrij wordt gemaakt. Pas wanneer hiervoor een certificaat is afgegeven,
mogen de werkzaamheden op de werf beginnen. Doorgaans wordt dit papier afgegeven door ons laboratorium te
Pernis, dat hiervoor de bevoegdheid bezit. Vooraf is met de werf het tijdstip van dokken afgesproken. Ook over de
reparaties, de tijd welke hiervoor nodig zal zijn en de manier van repareren, zijn dan reeds besprekingen geweest.
Tijdens de jaarlijkse beurt komen Scheepvaartinspectie en Klassificatiebureau het schip inspecteren, waarna zij
de bovengenoemde certificaten afgeven.
In het dok worden bodem-, kim- en huid-platen schoon- en roestvrij gemaakt en daarna geverfd. Hiervoor is de
kleinigheid van ongeveer 3000 kg huidverf nodig.
Voorts wordt het gehele schip, vooral onder de waterlijn,  nauwkeurig  geïnspecteerd, waarbij vooral veel aandacht
wordt besteed aan roer en schroef. Een kleine beschadiging aan de schroef heeft reeds invloed op de snelheid.
De kleinste kleinigheid wordt dus verholpen, want een schroef onderweg verwisselen (17.000 kg!) is een karwei,
dat een kapitein liever niet in zijn logboek wil vermelden.
Tijdens  deze  jaarlijkse  onderhoudsbeurt worden er tientallen reparaties van allerlei aard uitgevoerd, waarop de heren
UIrich en Verbeek stuk voor stuk controle moeten uitoefenen. Juist als ze diep in de ingewanden van het schip bezig
zijn, wordt dan net hun aanwezigheid bij de schroef, of de bodem van het schip, gewenst. 17 m langs steile trappen
omhoogkismmen en dan weer afdalen in het dok. Een „adembenemende" klauterparij van vele minuten . . . Tja, een
omgekeerde roeiboot teren is eenvoudiger. De heren UIrich en Verbeek zijn ook belast met de zorg voor onze binnen-
schepen, voorzover het nieuwbouw, verbouwing, grote reparaties, inbouwen van nieuwe motoren en pompen betreft.
De laatste nieuwbouw, de Esso Holland 58, waarvan reeds een beschrijving in ,,de Esso-foon" is opgenomen, heeft
de beide heren handenvol werk gegeven. Het schip is geheel gebouwd volgens hun bestek. Alie door de werf gemaak-
te tekeningen moesten zij eerst goedkeuren, eer met de constructie of aanmaak van enig onderdeel mocht worden
begonnen.
AI dit technische werk brengt uiteraard een grote hoeveelheid administratie mee. Opdrachten moeten worden verstrekt,
rekeningen gecontroleerd, rapporten geschreven, enz. Maar de meeste werkuren maken de beide heren toch wel wan-
neer er een tankschip voor de wal ligt. Dan zijn ze van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in touw:
„To keep them sailing".
In de machinekamer van de Esso Amsterdam.
V.l.n.r. de heren S.S UIrich, G. Coert 1e machinist en S.Verbeek.

PERSONEELS- & SOCIALE ZAKEN
In dienst getreden
Oct.:
D. F. Luyt, ss. „Esso Den Haag" (PiM).
Vertrokken
Sept.:
J. v. d. Plas, s.s. „Esso Rotterdam" (PIM).
Oct.:
J. Zeegers, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).

Nr. 12 - December 1950

PERSONEELS- & SOCIALE ZAKEN

BEVORDERINGEN PIM ZEESCHEPEN
De heer M. C. v. d. Vliet is op 8 November 1950, na te zijn geslaagd voor het examen 2e rang G.H.V., van studieverlof
bij onze Maatschappij teruggekeerd. Met ingang van diezelfde datum is hij definitief als 2e stuurman bij onze Maat-
schappij aanqesteld.
Vertrokken
NOV.:
M. L. J. de Zeeuw, s.s. „Esso Den Haag" (PIM).