Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Diverse krantenartikelen
Stoomschip "La Campine" in het nieuws

Bron : Algemeen Handelsblad, 22-10-1892
Scheepstijdingen
Catalan.
Antwerpen, 19 October.
Het Spaansche stoomschip Catalan, van New Orlaans naar Bilbao, werd 12 Oct. op 49" 20' N.B. en 29" 30' W.L. door het alhier van New-York aangekomen stoomschip La Campine gepraald met defecte machine. Assistentie werd niet verlangd, doch werd het stoomschip door de La Campine voorzien van eenig proviand.

Bron : Algemeen Handelsblad, 18-12-1892
SCHEEPSTIJDINGEN.
Reddingsboei opgepikt.
(Kilkes, 10 December)
Ongeveer een halve mijl ten noorden van Kilkee Point word een ronde reddingboei opgepikt gemerkt La Campine Rotterdam.
(De La Compine arriveerde 17 dezer van New-York te IJmuiden Red.)

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 11-01-1893
SCHEEPSTIJDINGEN.
PORTLAND, 6 Jan.
De gezagvoerder van het ss. Marengo, hier van Newyork aangekomen, rapporteert den 24sten Dec. op 42° NBr. en 65° WL. den gezagvoerder en de verdere equipage van den loodskotter No. 20 Newyork, Edward Cooper, die masteloos geworden was, en die zij wenschten te verlaten, aan boord genomen te hebben.

NEWYORK, 8 Jan.
Door het ss. La Campine, van Amsterdam hier aangekomen, werd van het ss. Marengo ( zie art. Portland ) overgenomen zes matrozen en vier loodsen, afkomstig van den loodskotter Edward Cooper.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 5-04-1893
SCHEEPSTIJDINGEN.
ROTTERDAM, 3 April
Het Ned. ss. La Campine, van Antwerpen naar Newyork, is aldaar aangekomen met schade aan de huid-platen boven de waterlijn.

Bron : Algemeen Handelsblad, 6-04-1893
SCHEEPSTIJDINGEN.
La Campine.
(Londen, 24 April.)
Het stoomschip La Campine van Antwerpen te Newyork aangekomen, heeft eenige platen boven de water-lijn gebroken.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 31-05-1893
SCHEEPSTIJDINGEN.
NEW YORK,18 Mei.
Bij het verlaten van de quarantaineplaats is het Ned. ss. La Campine in aanvaring geweest met de bij Tom-kinsville ten anker liggende Noorsche bark Bellona, die daardoor den boegspriet verloor. De La Campine leed geen schade.

Bron : Algemeen Handelsblad, 7-12-1893
SCHEEPSTIJDINGEN.
La Campine.
(Londen, 6 Dec.)
La Campine, S., naar New-York,. kwam nabij New-York in botsing met een schoener. Schade onbekend.

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 09-12-1893
Londen, 7 Dec.
Het Ned. st. La Campine heeft door de aanvaring geen schade bekomen.

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 29-12-1893
NEW YORK 13 Dec.
SCHEEPSTIJDINGEN.
De reederij van het Nederl. ss. La Campine heeft  £ 500 betaald aan de reeders van het schip W. D. Marvel,
waarmede bet stoomschip in aanvaring is geweest.

Bron : Algemeen Handelsblad, 19 Februari 1894
Antwerpen, 16 Februari.
Het Ned. petroleumtankstoomschip La Campine, van New-York hier aangekomen, had op den Atlantischen
Oceaan met hevige stormen te kampen. Toen het schip 4 dagen in zee was, brak een zware stortzee over het dek, waardoor een Noorsche matroos overboord sloeg en verdronk, terwijl eenige andere matrozen
kwetsuren bekwamen.

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant 20 Februari 1894
Antwerpen, 16 Februari.
Het Ned. st. La Campine, van Newyork alhier aangekomen heeft in den Atl. Oceaan met zware stormen te kampen gehad.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 10 November 1894.
Scheepstijdingen.
Antwerpen, 7 Nov.
Het Nederlandsche stoomschip La Campine, hier van Newyork aangekomen, heeft op de reis met slecht
weer te kampen gehad. Gedurende een orkaan sloegen hooge zeeën over het schip en veroorzaakten schade aan het roer en de machines.

Bron : Algemeen Handelsblad, 10 November 1894.
Scheepstijdingen.
Antwerpen, 7 Nov.
Het Ned. stoomschip La, Campine, 5 Nov. alhier van New-York aangekomen, ondervond gedurende de reis
hevig stormweer, zware zeeën sloegen over het dek, waardoor aan het roer en de machinerie schade werd
toegebracht.

Bron : PGC 25 Maart 1895
Londen, 22 maart.
Volgens telegram van Lloyd´s is de Nederlandse tankstomer LA CAMPINE, van Rotterdam naar Baltimore, aldaar lek aangekomen en moet dokken om nagezien te worden.

Bron : NRC 27 Maart 1895
Antwerpen, 27 maart.
Volgens ontvangen telegram arriveerde de Nederlandse tankstomer LA CAMPINE met lekkage in een der tanks en andere schade, waardoor het gedokt moest worden. Men verwacht binnen twee dagen met de re-paratie gereed te zijn.

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 22-01-1897.
SCHEEPSTIJDINGEN
De onder Nederlandsche vlag varende tankstoomer La Campine, van Antwerp. n. Philadelphia, ligt, ver-moedelijk met defecte machine, ter reede van Dover geankerd.

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 22-01-1897.
Londen, 20 Jan.
De La Campine zette gisteren de reis voort.

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 23-01-1897.
Scheepstijdingen.
ROTTERDAM, 22 Jan.
Het Nederl. stoomschip La Campine (zie vorig No.) heeft de reis voortgezet en passeerde gisteren Prawle-point.

Bron : Algemeen Handelsblad, 07-05-1897.
Scheepstijdingen.
La, Campine. (Londen, 6Mei.)
Volgens telegram uit Philadelphia heeft het Nederl. stoomschip La Campine door aanvaring met een ijsberg zware schade bekomen.

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 08-05-1897.
Scheepstijdingen.
ROTTERDAM, 7 Mei.
Volgens telegram uit Philadelphia is het Nederl. stoomschip La Campine, dat 21 April van Antwerpen naar Philadelphia vertrok, in aanvaring geweest met een ijsberg, waardoor het zware schade heeft geleden.

Bron : Algemeen Handelsblad, 09-05-1897.
Scheepstijdingen.
La Camplne. (Philadelphia, 6 Mei.)
Het stoomschip La Campine (zie ochtendblad 7 Mei), kwam op 29 April op 46° NB. en 48° WL. in botsing met een ijsberg, waardoor het een gat in den boeg kreeg en de voorpiek vol water liep,

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 10-05-1897
Scheepstijdingen.
PHILADELPHIA6, Mei.
Nederl. stoomschip La Campine is hier den 5den dezer van Antwerpen aangekomen. Het schip is den 29 sten April op 46° Nbr. en 48° WL. in aanvaring geweest met een ijsberg, waardoor de boeg zwaar werd be-schadigd en de voorste afdeeling vol water liep. (Zie vorig No.)

Bron :  Rotterdamsch nieuwsblad, 19-05-1897
Scheepstijdingen.
PHILADELPIIIA, 6 Mei.
Het Nederlandsche stoomschip La Campine, hier van Antwerpen aangekomen, is 29 April, op 46° 50' Nbr. en 48° WL. tijdens dikken mist in aanvaring geweest met een kleinen ijsberg, die langs het schip heengleed en 12 platen aan stuur-en bakboordsboeg beschadigde, het ergste beneden de waterlijn, zoodat het schip zwaar lek werd. Vóór het schip in aanvaring kwam was veel drijfijs gepasseerd.
Op 28 April nam de La Campine den supercarga aan boord van den Franschen vischschoener Raphael, die ernstig ziek was, en bracht hem alhier aan land.

Bron : Algemeen Handelsblad, 30-01-1898.
Scheepstijdingen.
La Camplne. (Antwerpen, 26 Januari.)
Het stoomschip La Campine, hier aangekomen van Philadelphia, rapporteert op reis veel slecht weer in hebben gehad. Een kajuitsdeur werd verbrijzeld, waardoor de kajuit vol water kwam te staan terwijl ook het stuurgerei werd beschadigd en een anker verloren ging.

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 31-01-1898
Scheepstijdingen
Antwerpen, 26 Jan.
Het Ned. stoomschip La Campine, van Philadelphia alhier aangekomen, heeft gedurende de reis slecht weer doorstaan, waarin het dekschade bekwam en een anker verloren ging.

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 31-01-1898
Scheepstijdingen
ANTWERPEN, 28 Jan.
Het Nederlandsch tankstoomschip La Campine, hier van Philadelphia aangekomen, heeft zeer slecht weer
doorstaan. Hen 14 Jan. werd door een overkomende zee de deur van de stuurboordskajuit vernield en de kajuit vol water gezet; ook leed het schip schade aan het stuurgerei, de brug, reelings. enz. Den 22en verloor
het een anker.
(De La Campine is 27 dezer weder van Antwerpen naar Philadelphia vertrokken. Red.).

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 18-02-1899
Scheepstijdingen
Antwerpen, 15 Feb.
Het Nederl. stoomschip van New York, alhier aangekomen, heeft dekschade door slecht weer.

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 14-04-1899
Scheepstijdingen
HAMBURG, 10 April.
Aankomende stoomschepen rapporteeren vele ijsbergen in den Atlantischen Oceaan. Het Nederl. tankstoomschip La Campine, hier van Philadelphia binnen, passeerde 26 Maart, op 41° 14' Nbr. en 47° 49' WL, juist in het vaarwater der stoomschepen een ijsberg van 261 voet lang en 75 voet hoog, en een kwartier
later een stuk ijs van 20 voet lang.

Bron : Algemeen Handelsblad, 21-03-1901
Scheepstijdingen.
Londen 21 maart.
Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, van Hamburg naar Philadelphia, is ter rede van Cuxhaven geankerd met lichte lekkage in de ketels en schade door aanvaring met het Engelse stoomschip INTREPID.

Bron : Nieuwe Rotterdamsche Courant, 23-03-1901
Londen, 22 maart.
Scheepstijdingen.
Het stoomschip LA CAMPINE is van Cuxhaven naar Newcastle vertrokken om te repareren. De schade wordt begroot op GBP. 200,-

Bron : Algemeen Handelsblad, 23-03-1901
La Campine. {Cuxliaven, 21 Mrt.)
Het stoomschip La Campine (zie avondblad 21 dezer) heeft door de aanvaring met het stoomschip INTREPID schade bekomen aan reeling, boot en davit, alsmede aan platen boven de waterlijn. De INTREPID bleef oogenschijnlijk onbeschadigd.

-- (Londen, 22 Mrt.) De La Camping is van Cuxhaven naar Newcastle vertrokken om aldaar te repreeren. De schade wordt geschat op ongeveer GBP. 500.

Bron : Rotterdamsch nieuwsblad, 23-03-1899
Scheepstijdingen
Rotterdam, 22 Maart.
Het Nederl. tankstoomschip La Campine, van Hamburg naar Philadelphia, is gistermorgen ter reede van
Cuxhaven geankerd liggende niet lichte lekkage in de ketels, aangevaran door het van Hamburg naar Engeland bestemde Eng. stoomschip Intrepid en verloor daarbij de bezaansteug en liep schade op aan stuurboordszijde. Of de Intrepid schade heeft is niet bekend.

Bron : Algemeen Handelsblad, 10/07/1905
La Camplne. (Londen, 10 Juli.) Volgens telegram uit Antwerpen, is aan boord van het aldaar in reparatie liggende Nederlandse stoomschip La Campine brand uitgebroken, doch is het vuur sedert gebluscht, Behalve 19 platen, zijn verscheiden dekstutten en spanten beschasigd.

Bron : Het nieuws van den dag : kleine courant, 12/07/1905
Scheepstijdingen.
Volgens telegram uit Antwerpen, is aan boord van het aldaar in reparatie liggende Nederl. st. La Campine brand uitgebroken, doch werd het vuur sedert gebluscht, Behalve 19 platen, zijn verscheiden dekstutten en spanten beschadigd.

Bron : Zierikzeesche Nieuwsbode, 23/07/1905
Belgie.
Te Antwerpen ontstond Zaterdagavond brand aan boord van het petroleumschip "La Campine", van de American Petroleum Company. Het schip was gelukkig ledig. Naast de "La Campine" lagen de "Rhijnland" en de "Belgenland" der Red Star Line, alsook het viermastchip "Australia". Dit laatste vaartuig werd onmid-delijk door twee sleepbooten weggetrokken.
De brandweer kwam met bijna al het materieel en een uur later was men het vuur meester.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 6 Januari 1909.
Scheepstijdingen.
ROTTERDAM, 5 Jan. Het tankstoomschip La Campine arriveerde 2 Jan. van Antwerpen te New-York.

Bron : Vlissingse Courant, 16 April 1912
Vlissingen 15 April.
Van het Ned. stoomschip „La Campine" van Antwerpen naar New-York bestemd is gisterenmiddag, nadat het schip een loods aan boord had genomen, een stoker overboord gesprongen met de bedoeling naar
den wal te zwemmen. Door den sterken stroom gelukte hem dat evenwel niet. Hij riep dan ook om hulp en
zwaaide met zijn armen. Een Belgische loodssloep, onder commando van schipper P. Elias, werd zoo spoedig mogelijk bemand en slaagde men er in den man, die bijna geheel uitgeput was, te redden.
Het stoomschip „La Campine" was ook reeds teruggekeerd en werd de man daar weder aan boord genom-en.

Bron : Nieuwe Rotterdamsche Courant, 19-11-1912
Scheepstijdingen.
Gemengd.
La Campine. Doel, 18 Nov. Het Nederlandsche St. La Campine heeft twee ankers verloren.

Bron : Algemeen Handelsblad, 19-11-1912
Scheepstijdingen.
La CAMPINE. (Doel, 18 Nov.)
Het Ned. stoomschip "La Campine", van Antwerpen naar Pbiladolphia, heeft op de rivier beide ankers verloren.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 6 Februari 1913
Scheepstijdingen.
NEW-YORK, 25 Jan.
Het Rotterdamsche tankstoomschip La Campine, hier van Antwerpen aangekomen, had ruw, stormachtig weer met orkaanachtige buien en hooge zee, waarin het schip schade leed aan brug en dekuitrustingen.
Meermalen werd olie gebruikt om de zee te kalmeren.

Bron : Algemeen Handelsblad, 6-05-1913
Nieuwstijdingen.
Raad voor de Scheepvaart.
Dinsdag 13 Mei, 1.30 uur, behandeling van de klacht van den Hoofdinspecteur van de Scheepvaart tegen J. Oortgiese, gezagvoerder van het s.s. „La Campine" (reederij : American Petroleum Company te Rotterdam).

Bron : Algemeen Handelsblad, 13-05-1913
Niuwstijdingen.
Raad voor de Scheepvaart.
Hedenmiddag had de behandeling plaats van de klacht van den hoofdinspecteur van de scheepvaart tegen den heer J. Oortgiese, gezagvoerder van het S.S. „La Campine" (reederij American Petroleum Company te Rotterdam.)
Een onderzoek zal worden ingesteld of de gezagvoerder Johannes Oortgiese zich heeft schuldig gemaakt aan misdraging jegens de opvarenden door met een onvoldoend uitgerust schip een reis te ondernemen.
De klacht van den hoofdinspecteur van de scheepvaart is dat het S.S. „La Campine" den 16en Nov. 1912 van Terneuzen naar New York is vertrokken, zonder van behoorlijke en vereischte ankers en kettingen te
zijn voorzien.
De gezagvoerder deelt mede dat het schip den 16en Nov. 1912 van Terneuzen naar New York vertrok in waterballast. Hij verloor van Antwerpen uitstoomende SB boeganker met 125 vadem ketting en BB boeganker met 60 vadem ketting. Er was nog 1 reserve boeganker met de overgebleven 65 vadem ketting,
benevens 1 tui-anker en twee werpankers aan boord.
Hij had van uit Terneuzen aan de reederij te Antwerpen gevraagd wat te doen en orders bekomen de reis voor te zetten. De reis werd vervolgd en volbracht zonder de beide verloren boegankers te herplaatsen.
Er hadden gedurende de reis geen ongelukken plaats en werd te New Vork, waar geankerd werd, gebruik gemaakt van het reserve boeganker en de overgebleven 65 vadem ankerketting.
Ook te New York konden de verloren ankers niet weder herplaatst worden.
Van uit New York stelde hij de directie in kennis dat er geen geschikte ankers en kettingen te verkrijgen waren.
De heer J. F. Muller te Antwerpen, vertegenwoordiger te Antwerpen van de reederij Am. Petr. Comp., deelt mede dat het S.S. „La Campine" te Antwerpen wordt beheerd en onder zijn toezicht staat. Aangezien er
geen nieuwe en passende ankers en kettingen te verkrijgen waren en hij oordeelde dat er ankers genoeg aan boord waren, gaf hij orders de reis zonder meer te vervolgen.
De Raad was van oordeel dat het onverantwoordelijk was een schip zonder de beide verloren boegankers te herplaatsen, naar zee te sturen.
Het schip was groot 1893 R. Ton, bemand met 30 koppen, onder wie 6 Nederlanders.
De zitting wordt voor een oogenblik geschorst.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 16 Mei 1913
Stadsnieuws.
Zonder de vereischte ankers en kettingen.
De Raad voor de Scheepvaart, te Amsterdam stelde Dinsdag een onderzoek in naar de klacht, ingediend door den hoofdinspecteur van de scheepvaart, tegen J. Oortgiese, gezagvoerder van het stoomschip "La Campine", reederij American Petroleum Company te Rotterdam.
De klacht was, dat de gezagvoerder in November 1912 met niet voldoende uitgerust schip van Antwerpen naar New-York vertrok an vandaar weder de thuisreis aanvaardde.
De „Campine" vertrok indertijd uit Antwerpen met 2 boegankers elk van 125 vaan ketting voorzien, een reserve boeganker en 3 werpankers. Tengevolge van gevaar van aanvaring op de Schelde ging het stuurboordanker geheel verloren, van het bakboordanker bleef 65 vaam over.
Voor den Raad verklaarde de geaagvoerder geweten te hebben, dat zonder die ankers het schip niet voldoende uitgerust was. Hij had daarom koers gezet naar Terneuzen, was daar aan wal gestapt en had de reederij per telefoon van het gebeurde in kennis gesteld. Men zeide, dat het schip de reis voort moest zetten.
De kapitein gehoorzaamde aan dit bevel.
Zonder ongelukken kwam het schip te New-York aan. Daar deed de gezagvoerder moeite zich van een nieuw anker te voorzien, hij kon echter de passende kettingen niet vinden en vertrok dus zonder bakboords-anker, weer naar Antwerpen.
Te voren stelde de gezagvoerder de reederij telegrafisch van zijn mislukte pogingen in kennis. Antwoord op dit bericht werd niet ontvangen. De voorzitter, mr. Kirberger, wees den gezagvoerder er op, dat hij ten slotte verantwoordelijk blijft voor schip en bemanning en niet alle bevelen der reederij mag opvolgen, wanneer
daaruit gevaar voor een bemanning kan ontstaan.
De heer J.C.F. Muller, vertegenwoordiger van de reederij der American Petroleum Company, verklaarde, den gezagvoerder indertijd orders gegeven hebben door te varen, nadat hij eerst vernomen had, dat 't spil in goede orde was. Getuige had zich laten leiden door de overweging, dat het beter was zóó te vertrekken, dan met niet of slecht passende kettingen. Had men de verloren gegane kettingen willen vervangen, dan zou dat gepaard gegaan zijn met een oponthoud van veertien dagen a drie weken. De president noemde het bevel, om door te gaan, een besliste fout van de reederij en wees den vertegenwoordiger nadrukkelijk op de wenschelijkheid, voortaan niet meer dergelijke beveelen te geven.
"U kunt er den gezagvoerder een zware straf door op den hals halen", aldus mr. Kirberger, „niet alleen voor Den Raad maar ook voor den kantonrechter".
De Raad zal nader in deze zaak uitspraak doen.

Bron : Algemeen Handelsblad, 12-06-1913
Nieuwstijdingen.
Raad voor de Scheepvaart.
Vrijdag 13 Juni, 1.30 uur, uitspraken in zake van 1 klacht tegen J. Oortgiese, gezagvoerder van het s.s. „La Campine".

Bron : Algemeen Handelsblad, Zaterdag 14 Juli 1913
RECHTZAKEN
Raad voor de Scheepvaart.
Gistermiddag werden door de Raad voor de Scheepvaart de volgende uitspraken gedaan :
Uitspraak betreffende de klacht v. d. hoofdinsp. v. d. Sch. tegen J. Oortgiese (uit Antwerpen), gezagv. v. h. s.s. „La Campine" (reederij American Petroleum Company te Rotterdam).
Overwegende dat daar het s.s. „La Campine" na het ongeval nog aan boord had eenreserveanker en 3 werpankers, benevens ongeveer 60 a 70 vadem ketting en eenige stalen trossen, dit schip geacht moet worden, wat zijn grondtakel betreft, voldoende uitgerust te zijn geweest om de reeds aangevangen reis voort te zetten;
Overwegende, dat de gezagvoerder zich derhalve niet heeft schuldig gemaakt aan eenige misdraging, bedoeld bij art. 48 al. 1, der Schepenwet; Verklaart, dat er geen termen zijn een maatregel van tucht op den gezagvoerder J. Oortgiese toe te passen.

Bron : Rotterdamsch Nieuwsblad, 26 Februari 1914
Scheepstijdingen.
Antwerpen 23 Febr.
Het Rotterdamsche tankstoomschip La Campine. hier van New-York aangekomen, heeft tijdens zwaar weer
geweldige stortzeeën overgekregen, welke o.a. de stuurboords-reddingsboot No. 2 over boord sleurden en zware schade toebrachten aan de bakboordswerkboot, de commandobrug, verschansingen, stutten, enz. Het schip sprong lek in de voorpiek en de voorste ballasttank, maar de bemanning slaagde er in het lek te stoppen. Bij aankomst alhier bevond men dat ook de tanken 3, 4 en 5 water maakten. Een der opvarendenwerd gekwetst.

Bron : De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 10 Augustus 1915
De duikbooten-oorlog.
Zondagavond is uit New-York te Rotterdam aangekomen het stoomschip „La Campine". De eerste officier van dat stoomschip deelde mede, dat zij te Falmouth 13 opvarenden van het stoomschip „Costello" geland hebben. Het s.s. „Costello", met stukgoed geladen, op weg van Liverpool naar Genua is, gelijk gemeld, ten
zuidwesten van de Scilly-eilanden getorpedeerd door de Duitsche onderzeeboot U 56. De „La Campine" heeft de opvarenden overgenomen van het stoomschip „Shissington Court", onderweg naar Amerika. Onder de geredden bevinden zich de: eerste en tweede stuurman, de tweede machinist, de bootsman en de timmerman, benevens eenige matrozen en stokers van de „Costello". Een boot met opvarenden van dit
stoomschip wordt nog vermist.

Bron : Leidsche Courant, 9 Augustus 1915
De Duikboot oorlog
Gisteravond is uit New-York te Rotterdam aangekomen het stoomschip "La Campine". De, eerste officier van dat stoomschip deelde mede, dat zij te Falmouth 13 opvarenden van het stoomschip "Costello" geland hebben. Het s.s. "Cotello", met stukgoed geladen, op weg van Liverpool naar Genua, is, gelijk gemeld, ten zuidwesten van de Scylly-eilanden getorpedeerd door de Duitsche onderzeeboot U 56. De "La Campine" heeft de opvarenden overgenomen van het stoomschip "Shissington Court", onderweg naar Amerika. Onder de geredden bevinden zich de eerste en tweede stuurman, de tweede machinist, de bootsman en de tim-merman, benevens eenige matrozen en stokers van de "CosteIIo". Een boot met opvarenden van dit stoom-schip wordt nog vermist.

Bron : Goessche Courant, 11 November 1915
Gemengd Nieuws
In waanzin. Een 32-jarlge Noorsche matroos, die tot de bemanning van het Nederlandsche stoomschip "La Campine" behoorde, heeft zich twee dagen na het vertrek uit New-York door ophanging van het leven be-roofd. Deze man was lijdende aan een soort vervolgingswaanzin en voor iedereen bevreesd, zoodat de ka-pitein hem achteruit liet wonen.

Bron : Leidsche Courant, 14/01/1916
Uit IJmiuiden wordt gemeld:
Door den hoogen waterstand, tengevolge van het zwaar stormweer kon Donderdag gedurende den ge-heelen dag te IJmuiden geen schepen door de sluizen aldaar geschut worden. Het water bereikte zelfs een hoogte van 2.35 meter boven A. P.
Het binnenkomende stoomschip "Vulcanus" van de K. N. S. M. te Amsterdam wordt sedert Donderdagmorg-en 6 uur in de buitenhaven te IJmuiden opgehouden, daar van doorschutten geen sprake was.
Ook het Nederlandsche tankstoomschip "La Campine" gistermorgen vroeg van New-Orleans te IJmuiden aangekomen, heeft op de thuisreis zwaar weer gehad.

Bron : Zierikzeesche Nieuwsbode, 17 Maart 1916

Enkele citaten uit deze krant betreffende de Torpedeering van het Nederlandse Passagierschip "Tubantia", nabij het lichtschip "Noord-Hinder".

Relaas van de Kapitein van de "Tubantia":
Vier uur heeft onze boot moeten varen, eerst roeiend tot het licht werd, zeilened voor wij de "La Campine" ontmoetten. Even voor ons vertrek pikten wij nog vijf drenkelingen op uit een beschadigde sloep - vier zaten erin, een hing er aan.
Op de La Campine zijn wij prachlig ontvangen. Hoewel het 't schip op de uitreis was, stelde de kapitein er zijn eer in, ons weer naar het vaderland terug te brengen, bij Maassluis zijn wij op een loodskotter overge-gaan.

Hoek Van Holland.
 't Sloomschip "La ampine" heeft hier 43 leden van de bemanning en 2 passagiers van de "Tubantia" aange-bracht . Later kwam de "Breda" met 'n groot aantal.

Opmerking : De TUBANTIA vertrok op 15 maart 1916 van Amsterdam naar Buenos Aires met een lading stukgoederen. Aan boord waren 86 passagiers en 294 leden van de bemanning. In de nacht van 15 op 16 maart 1916 kwam er dikke mist opzetten en men besloot vrij kort na 02.00 uur in de morgen van 16 maart 1916 op 3 mijl ten westen van het lichtschip NOORD-HINDER voor anker te gaan. Hiermede bezig zijnde zag men om 02.20 uur aan stuurboordzijde een bellenbaan van een torpedo recht op de TUBANTIA afkom-en. Een hevige explosie vond plaats en de TUBANTIA begon te zinken. Binnen een half uur na de ontploffing hadden alle passagiers en een groot deel van de bemanning het schip in de sloepen verlaten. Alleen de ge-zagvoerder en 20 man bleven aan boord, doch het schip zonk langzaam weg en om 06.38 uur gingen ook deze 21 man van boord. Om 06.53 uur 's morgens van de 16e maart 1916 dook de TUBANTIA voorover, viel daarna over bakboord opzij en zonk in de diepte weg op 6½ mijl van het lichtschip NOORD-HINDER in peiling west 1/8 zuid in positie 51-48(-40) NB en 02-50(-15) OL. Alle opvarenden konden worden gered. De TUBANTIA was getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot UB 13. De Duitse regering betaalde later schadevergoeding.

Algemeen Handelsblad, 04-09-1916.
Scheepsberichten.
LA CAMPINE. (IJmuiden, 3 Sept.) Het van Londen binnengekomen s.s. Maasstroom rapporteert een scheepsboot te hebben zien drijven  van het s.s. "La Campine" uit Rotterdam.
Deze boot was geheel uitgerust en aan den spiegel beschadigd.

Algemeen Handelsblad, 05-09-1916
Scheepsberichten.
LA CAMPINE. (IJmuiden, 4 Sept.) De scheepsboot van het tankstoomsehip „La Campine" (zie ochtendblad 4 dezer) is Dinsdag j.l. op de afgeloopen reis naar Rottordam reeds verloren gegaan, zoodat het vinden daarvan geen redenen tot ongerustheid behoeft te geven.

Algemeen Handelsblad, 06-09-1916
Scheepsberichten.
LA CAMPINE. (IJmuiden, 5 Sept.) De ronddrijvende scheepsboot van het stoomschip "La Campine" (zie Ochtendblad 5 Sept.) is opgepikt en hier aangebracht door den stoomkorder Y.M. 90 (Catharina).

Bron : Vlissingse Courant, 17 Februari 1917
Een Nederlandsch schip beschoten.
Het gisteren te Hoek van Holland binnengekomen Nederlandsche tankstoomschip "La Campine" rappor-teert in het Engelsche Kanaal twee keer door een Duitschen onderzeeër, te zijn beschoten.
Nadat de bemanning in de sloepen was gegaan, begaf de gezagvoerder zich met de papieren aan boord van den onderzeeër, na inzage waarvan men verlof kreeg de reis te vervolgen.

Bron : Leidsche Courant, 20 Februari 1917
Een Nederlandsch schip beschoten.
Het te Rotterdam van Baton Rouge binnengekomen Nederlandsche tankstoomschip "La Campine" rappor-teert, in het Engelsche Kanaal door een Duitschen onderzeeër te zijn beschoten. Nadat de bemanning zich in de sloepen had begeven, ging de gezagvoerder met de papieren naar den onderzeeër. Na inzage van de papieren kreeg men verlof de reis te vervolgen.
Eerst is er een schot gelost en daarna een scherp schot. Niemand is gekwetst.
De lading bestaat uit ongeveer 3100 ton petroleum.
De "La Campine" behoort aan de American Petroleum Company.

Bron : Zierikzeesche Nieuwsbode, 21 Februari 1917
De verscherpte duikboot oorlog.
Het te Rotterdam van Baton Rouge binnengekomen Nederlandsche taukstoomschip"La Campine" rappor-teert, in het Engelsche Kanaal door een Duitschen obderzeer te zijn beschoten. Nadat de bemanning zich in de sloepen had begeven, ging de gezagvoerder met de papieren naar den onderzeer.
Na insage vande papieren kreeg men verlof de reis te vervolgen.
De lading bestaat uit ongeveer 3100 ton petroleum.

Bron : Goessche Courant, 22 Februari 1917
Binnenland
De verscherpte duikboot oorlog.
Het te Rotterdam van Baton Rouge binnengekomen Nederlandsche tankstoomschip "La Campine" rappor-teert, in het Engelsche Kanaal door een Duitschen onderzeer te zijn beschoten. Nadat de bemanning zich in de sloepen had begeven, ging de gezagvoerder met de papieren naar den onderzeeër.
Na inzage van de papieren kreeg men verlof de reis te vervolgen.
Eerst is er een los schot gelost en daarna een scherp schot. Niemand is gekwetst.
De lading bestaat uit ongeveer 1300 ton petroleum.
De La Campine behoort aan de American Petroleum Company.

Bron : Goessche Courant, 15/03/1917
Binnenland.
De Scheepvaart
Nu de Noordelijke vaargeul van 15 dezer af blijkens mededeling van de Duitsche autoriteiten absoluut veilig zal zijn, zal het motorschip "Gallia" van de firma Ph. van Ommeren te Rotterdam, op genoemden datum de reis via Halifax naar Noord-Amerika aanvaarden. De stoomschepen "La Campine" en "New York", van de American Petroleum Company, hebben reeds eenige dagen geleden langs dezelfde route de reis aanvaard.