Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Artikelen over Esso-Vloot (Algemeen)
ESSO-tankers hadden weinig behouden vaart
Bron : Leidse Courant, 1 April 1966

ESSO-tankers hadden weinig behouden vaart

Zo welvarend als de American Petroleum Company te land was, zo weinig gelukkig heeft de A.P.C.-vloot gevaren. Bij de oprichting werden door de firmanten vier stoomschepen ingebracht,namelijk de Bremerhaven van 2179 ton, de Chester en de Ocean, beide van 1872 ton en de Charlois van 1851 ton, die gezamenlijk op Rotterdam gingen varen. In de jaren daarna werden er vier stoomschepen aan toegevoegd, namelijk de American, Rotterdam, New-
York en Antwerpen, die de vaart onderhielden op Antwerpen.

In 1902 werd de maatschapplj getroffen door de eerste ramp, toen de Bremerhaven ten onder ging door een na-latigheid van een volstrekt onbekwarne kapitein.
Opmerking : Over deze bewering is in geen enkel archief een verklaring te vinden. A.A.V.

Dertien jaar later verdween de Chester onder de golven, als slachtoffer van een vliegende storm. Het stoomschip
Antwerpen ging in 1916 ten onder, nadat het nauwelijks enige maanden gereed was gekomen. Het werd, met volle lading onderweg naar London, door een Duitse onderzeeer aangevallen.

Onder de kust van Noorvvegen tenslotte ging in 1917 de Charlois met man en muis ten onder. Er is nimmer iets van teruggevonden.

Deze ernstige verliezen voor de APC-vloot en het feit, dat een schip een andere bestemming kreeg, hadden tot ge-
volg, dat er na de eerste wereldoorlog nog drie achepen waren overgebleven, waardoor men was aangewezen op
charters. Daarvan was overigens, ondanks de eigen vloot vroeger ook reeds gebruik gemaakt.

Een probleem was trouwens dat er gedurende enlge jaren door de steeds groeiende vraag naar petroleumprodukt-en volstrektr onvoldoende scheepsruimre was. Dit gemis word in 1912 op z'n hevigst gevoeld. De situatie was op dat moment dermate penibel, dat men een noodsprong maakte door houten vaten te gebruiken, die op normale vrachtvaarders konden worden vervoerd. Deze vaten werden aan de Sluisjesdijk in Rotterdam, leegepompt en ver-volgens teruggezonden naar de Verenigde Staten om opnieuw te worden gevuld.
Op deze wijze, maakten 75.000 vaten regelmatig retourtjes over de oceaan.

Omstreeks 1920 kwam de APC tot het besef zelf niet in staat te zijn om zich met de tranaporten bezig te houden, daarom word de dochterondememing NV Petroleum Industrie Maatschappij opgericht, die als reder van de vloot
optrad.

De in de beginperiode geleden verliezen aan scheepsruimte werden tussen de jaren 1928 en 1930 ingehaald door de bouw van drie tankers, die voor eigen rekening werden gebouwd. Het waren de Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. die evenwel weer verloren gingen in de tweede wereldoorlog. Reeds in 1942 waren ze alle drie getorpe-deerd. Veertig mensen verloren daarbij hun leven.

Na, de tweede wereldoorlog word evenwel opnieuw een oplossing gevonden voor de verliezen door de ingebruik-neming van de Esso's Den Haag, Rotterdam en Amsterdam, die uit de geallieerde vloot van T2 schepen werden betrokken.

Dit drietal deed tot 1950 dienst. Zes jaar later werd gestart met een nieuwbouwprogramma van super- en mam-
moettankers. De Esso Nederland van 27.000 ton was de eerste, daarna volgden de Esso Amsterdam en Esso Rot-
terdam, beide 37.000 ton en drie jaar geleden de Esso Den Haag van 90.000 ton.
Daarvan vaart op het ogenblik alleen de Den Haag op Rotterdam, want van de drie anderen is er een verkocht, ter-
wijl de overige twee in charter zijn ge-geven aan de zustermaatschappij Standard Bahamas. In de verdere eigen be-
hoefte wordt voorzien met long-time charters.

Om een Indruk te geven van wat de Esso Den Haag met z'n negentigduizend ton vervoert. In een reis voert dit groot-
ste schip van de Nederlandse koopvaardij meer aan dan de hoeveelheid olie, die 4,5 miljoen Nederlanders samen in 1891 nodig hadden.

In Duitsland en Frankrijk zijn op het ogenblik weer tankers van 150.000 ton en 170.000 ton in aanbouw.

Voor de bevoorrading van de landelijke depots maakt Esso vrijwel uitsluitend gebruik van riviertankers, waarvan er 18 zijn. Ze hebben een gezamenlijk tonnage van veertienduizend ton.
Maar dit is niet voldoende voor de bevoorrading, zodat ook hier Esso gebruik maakt van gehuurde scheepsruimte.