Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
ETM-nieuwtjes uit de Essofoon
Essofoon - 8e jaargang 1962 Nrs 7 - 12
No. 7 - Juli 1962

VAN DE TANKVLOOT.
In dienst getreden:
R. R. v. d. Brink    ass. werktuigkundige
Vertrokken:
J. R. Beentje           3e stuurman

No. 8 - Augustus 1962

Esso in het kort.
AAN OUD-GEZAGVOERDER H. Schol is door H. M. de Koningin toegekend de gouden medaille als erkenning van langdurige en bijzondere
verdiensten op het gebied der maritieme meteorologie.
DE HEER R. STRUYS, vroeger 2e stuurman bij de E.T.M., heeft bij beschikking van de Min. van Verkeer en Waterstaat als onderscheiding
een aneroïde-barometer toegekend gekregen.
DE OFFICIËLE overhandiging van beide onderscheidingen zal plaatsvinden op zaterdag 20 oktober in „Esplanade" te Utrecht door de heer
J. A. van Duynen Montijn.
OP 24 JULI arriveerde op de Esso Raffinaderij Rotterdam de tot nu toe grootste tanker voor het laden van petroleumprodukten.
Het was de „Esso Stuttgart".
DEZE DUITSE TANKER is 13.710 bruto register ton groot en heeft een laadcapaciteit van ongeveer 45.500 Engelse tonnen. Het schip laadde
stookolie en dieselolie voor Noordduitsland.

"Esso Nederland" voer binnen 12 uur door de sluizen van het Panamakanaal.

Routekaart Panama-kanaal.
Van de gezagvoerder van de „Esso Nederland", kapitein C. M. Schoemaker, ontvingen wij een verslag van de doorvaart door
het Panama-kanaal op 19 juni. Binnen de 12 uur, om precies te zijn in 11 uur en 9 minuten, was de „Esso Nederland" de verschil-
lende sluizen gepasseerd. De 1e stuurman J. Jansen en de telegrafist K. J. Albers maakten van die doortocht enige foto's, die
een duidelijk beeld geven van de sluizen.
Met het graven van het Panamakanaal werd in 1880 begonnen onder leiding van de Franse ingenieur Ferdinand de Lesseps.
In 1889 moest worden opgegeven wegens verschillende financiële schandalen en het hoge sterftecijfer door gele koorts onder
de arbeiders. De toenmalige Amerikaanse regering nam het project over en in l914 werd het kanaal geopend. Bij de opening
bleek dat de moeilijkheden niet geheel waren verdwenen, want een aardverschuiving deed veel mensenlevens en graaf-
materiaal verloren gaan.
Het kanaal, gedeeltelijk gegraven en gedeeltelijk door meren lopend, wordt afgesloten door 12 sluizen, namelijk zes voor noord-
gaande en zes voor zuidgaande schepen. Aan beide zijden van de sluizen lopen doorlopende rails, waarover de elektrische
locomotieven rijden die de schepen door de sluizen trekken. Aan de Atlantische zijde, dus nabij Christobal, zijn de Gatunsluizen.
Deze bestaan uit drie sluizen, die de schepen 85 voet omhoog of omlaag brengen. Aan de zijde van de Stille Oceaan is de eerste
sluis Pedro Miguel geheten, die het schip 35 voet laat zakken. Daarna gaat schip door de Mira Floressluizen, die een verschil
in hoogte van soms 22 voet moeten overbruggen.

In de morgenuren van 19 juni werd het anker van de „Esso Nederland" gelicht direct nadat twee Amerikaanse loodsen aan boord waren genomen
en later 21 man hulppersoneel de Esso-bemanning had versterkt. De eerste sluis was reeds open en al spoedig waren aan beide zijden van de
Nederlandse tanker vijf locomotieven met staaldraad vastgemaakt. Het tijdelijk hulppersoneel, de linesmen, is hiervoor speciaal aangesteld en
wordt door de Esso-bemannings-leden aan boord alleen maar geassisteerd.

Het geheel had een bijzonder rustig verloop, zonder geschreeuw, ondanks de geringe ruimte tussen schip en wal, die aan beide zijden niet meer
dan ruim 6 voet was.
Het contact tussen loodsen, sleepboot en het personeel van de 10 locomotieven wordt in stand gehouden door draagbare radio zend- en ontvangst-
installaties, die gemakkelijk te hanteren zijn en aan een minimum aan geluid voldoende hebben om duidelijk verstaan te worden. Als het schip door
de sluis gaat, staan de beide loodsen ieder aan één kant van het schip en houden voortdurend contact met elkaar om er voor te zorgen dat het schip
precies midden in de sluis blijft.
Het oplichten van het schip in elke sluis tot het gewenste niveau neemt slechts weinig tijd in beslag. Met 12 tot 14 minuten is dat gebeurd. In de
bodem en zijden van elke sluis zijn 100 gaten aangebracht, waardoor het water door het niveauverschil van het Gatunmeer snel binnen stroomt. Het
is een indrukwekkend gezicht zo'n grote tanker binnen een kwartier te zien rijzen met een snelheid, die ongelofelijk aandoet. Na de drie sluizen komt
men op het Gatunmeer en via de Pedro Miguel sluis en de Mira Flores sluizen komt men op het niveau van de Stille Oceaan. De loodsen gingen even
voorbij Balboa van boord en op een aangegeven boeienroute voer de „Esso Nederland" naar buiten.
Foto hiernboven : De elektrische locomotieven, de „mules".
Foto hierboven :
Het Gatunmeer, waar de „Esso Nederland" enige uren voor anker ging voordat bet de Pedro Miguelsluis kon worden binnengesleept.
Foto hierboven:
De Esso-tanker in een van de sluipen met de stijgende locomotieven aan de rechterzijde, worden met staaldraden
aan de tanker verbonden.
Foto hierboven:
De laatste sluis, die de Nederlandse tanker moest „nemen" voordat het niveau van de Stille Oceaan was bereikt.
Op de achtergrond de verkeersbrug.

VAN DE TANKVLOOT:
In dienst getreden :
J. A. G. Portier,         4e stuurman
H. G. A. Mulder,    asst. werktuigkundige
Vertrokken:
W. A. Zoete,              3e werktuigkundige

Op het achterblad : "Esso Libya".
Mevrouw Rathbone, echtgenote van de president van de Standard 011 Company (N.J.) verrichtte donderdag 23 augustus de doopplechtigheid
van deze tweede tanker in een serie van drie bestemd voor het Jersey-concern. De „Esso Libya" (86.000 DWT) komt in de vaart voor Standard
Tankers (Bahamas). De doopplechtigheid vond plaats in aanwezigheid van de heer W. R. STOTT, directeur van Standard 011 Company (N.J.),
en directieleden van verschillende dochtermaatschappijen van het Jersey-concern.
Uiteraard bestond er op de werf van Verolme Verenigde Scheepwerven te Rozenburg die donderdag grote belangstelling voor deze bijzondere
gebeurtenis. Fotograaf J.A. Vrijhof maakte deze foto enkele weken voor de doopplechtigheid op een moment dat de werklieden van de werf
nog druk in de weer waren met de afbouw.

No. 9 - September 1962
Bij de voorplaat : Doopplechtigheid "Esso Libya".
Mevrouw Rathbone verlaat samen met de heer W. R. Stott, vice-president van het Jersey-concern, het Noorse schip
"Soerlandet", waarop de doopplechtigheid plaatsvond.

"Esso Libya" gedoopt.
Het moment waarop de grote fles champagne (6 1/2 liter) tegen de scheepswand van de „Esso Libya" uiteen spatte,
nadat de eerste poging was mislukt.
Mevrouw Rathbone sprak de gasten na de doop van de „Esso Libya" toe, Geheel rechts directeur T. R. Corbett
met daarnaast scheepsbouwer C. Verolme.
„ESSO LIBYA" - meet 86.000 DWT
„ESSO LIBYA" - is 260 meter lang
„ESSO LIBYA" - is 38 meter breed
„ESSO LIBYA" - heeft een diepgang van 14 meter
„ESSO LIBYA" - is het grootste in Europa gebouwde schip
„ESSO LIBYA" - kostte ongeveer ƒ 50 miljoen
„ESSO LIBYA" - werd binnen één jaar gebouwd
„ESSO LIBYA" - heeft een stoomturbine van 26.500 pk
„ESSO LIBYA" - heeft een dienstsnelheid van 30 km/u
„ESSO LIBYA" - heeft drie rijen van 13 tanks
„ESSO LIBYA" - heeft air-conditioning

Op donderdag 23 augustus is door mevrouw Rathbone, echtgenote van de president van het Jersey-concern, bij Verolme Verenigde Scheeps-
werven te Rozenburg de „Esso Libya" gedoopt.
Het schip is bestemd voor Standard Tankers (Bahamas) en is de grootste tanker ooit op een Nederlandse werf gebouwd. Het is tevens de
grootste tanker van de Jersey-vloot.
Van het Jersey-concern waren verschillende directeuren aanwezig. Zo was er de heer W. R. Stott, vice-pre-sident van Standard Oil Company
(N.J.), de heer R. A. Eeds, president van Esso Libya Inc., en de heer H. Howard, president van Standard Tankers (Bahamas). Ook waren onze
directeuren de heren C. R. Smit, A. J. Kuselbos, drs. J. A. Baart en T. R. Corbett bij de plechtigheid.
Aan het diner in hotel „De Witte-brug" te Den Haag werden over en weer met behulp van telexapparatuur en sateliet Telstar groeten en felicitaties
gewisseld tussen de Jersey-directie in Amerika en de verschillende dochtermaatschappijen in Europa. Er werd ook een groet gezonden aan de
president van het Jersey-concern, de heer M. J. Rathbone, die echter door ziekte was verhinderd te komen. Het was voor het eerst dat een
particuliere onderneming gebruikmaakte van de sateliet Telstar als communicatiemiddel.
Mevrouw Nicholson, dochter van mevrouw Rathbone, kreeg van scheepsbouwer Verolme ook een geschenk.
Staande v.l.n.r. mevrouw Kuselbos, de heer Smit en de heer G. Geyer, president van Esso A. G. Zittend links
van mevrouw Nicholson, de echtgenote van de heer Verolme.
Mevrouw M. J. Rathbone in gesprek met twee Libische gasten, de heren Ali Sahahli, persoonlijk
vertegenwoordiger van de koning, en Anwar ben Gharsa, minister voor Petroleumzaken.

Braaaand !!!
Onder gezagvoering van kapitein C. M. Schoemaker was de „Esso Nederland" op 4 en 5 augustus behulpzaam bij het blussen
van brandende butaantanks te Ras Tanura aan de Perzische Golf. Kort nadat op 4 augustus omstreeks 9.00 uur de loods aan
boord kwam, brak brand uit bij de drie waltanks. De „Esso Nederland" zorgde voor het pompen van water naar de vuurhaard.
Pas de volgende dag nam een Japanse tanker dit werk over. Uiteraard werd de hulp op prijsgesteld en bedankte de havenleiding
voor de assistentie.
Marconist K. J. Albers zorgde er voor dat „Essofoon" in het bezit kwam van een foto van deze brand, waardoor wij het niet behoeven
te laten bij deze regels tekst, doch onze lezers ook een indruk kunnen geven van de omvang van de brand.

"Esso Nederland 39" in het water.

        
Werklieden van de werf verwijderen de laatste blokken.             De „Esso Nederland 39" op het moment dat zij in het water plonst.

Met een eigen gewicht van ongeveer 120 ton plonsde donderdagmorgen 30 augustus het roestige casco van de „Esso Nederland 39" in het water
van de Schie, waarbij het de golven tot over het wegdek aan de overzijde van Scheepswerf „De Hoop" joeg. Deze werf in Schiedam bouwt sinds jaren
binnen-lichters en leurboten voor onze maatschappij en maakte daarom niet veel ophef van deze laatste opdracht.
De „Esso Nederland 39" zal omstreeks november van dit jaar geheel zijn afgebouwd en daarna worden verankerd te Zwijndrecht. Het is dan een bunk-
erschip van circa 550 ton dat onder meer 450.000 ltr. gasolie kan bergen.
De bovenbouw wordt op de werf ingericht tot woonruimte voor het gezin van de heer M. S. Levisson, die de helft van die bovenbouw tot zijn beschikking
heeft als winkel en „showroom". De schippers kunnen in die winkel niet alleen terecht voor alle Esso-produkten, maar ook voor huishoudelijke artikelen.
Zelfs radio's, T.V.-toestellen en wasmachines behoren tot de sortering van dit schip.
Het bunkerschip doet tevens dienst als „moederschip" voor twee patrouilleboten, terwijl bovendien 3 Rijnschepen tegelijk kunnen worden voorzien van
nieuwe brandstof.
Wanneer het schip in november in Zwijndrecht ligplaats zal kiezen, is de „Esso Nederland 39" het grootste schip dat dienst doet als opslaglichter en vast
verkooppunt. Mede door de verkoop van een reeks niet olieproducten hoopt de exploitant, de fa. L. G. Schless, te komen tot een betere klantenbinding.
Voor Scheepswerf „De Hoop" was deze tewaterlating, ondanks de ongeveer 70 voorgangers, toch nog een beetje een experiment. Het casco moest
namelijk zijdelings met zijn volle lengte van 43 meter in het water terechtkomen. Omdat het geheel eigenlijk een grote rechthoekige bak is, was het
niet mogelijk een lange glij helling onder het schip te bouwen. Het experiment lukte echter uitstekend en het schip richtte zich snel in het water op,
nadat de laatste steunen waren weggeslagen en de 120 ton met een klap op het water terecht kwam.
        
De tewaterlating lukte voortreffelijk.                                                De toekomstige winkelruimte van de „Esso Nederland 39".

VAN DE TANKVLOOT:
In dienst getreden:
B. Kelderman        asst. werktuigkundige
F. A. Baarh            asst. werktuigkundige
Vertrokken:
R. R. v. d. Brink     asst. werktuigkundige
C. J. de Ruyter      wnd. 2e stuurman

No. 10 - October 1962

"Esso Cardiff" in Amsterdam te water gelaten.
Bij de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam is dinsdagmiddag 11 september het turbinetankschip „Esso Cardiff"
door mevrouw Margaret K. Johnson, echtgenote van een der directeuren van Esso Petroleum Company, Ltd., gedoopt en tewatergelaten.
Kort daarvoor was het zusterschip van de „Esso Cardiff", de tanker „Esso Lincoln" aan de Engelse zustermaatschappij van Esso Nederland
N.V. overgedragen. De plechtigheid geschiedde in aanwezigheid van een groot aantal genodigden, waaronder directieleden van onze maat-
schappij, de president-directeur van Esso Petroleum Company, Ltd. en de burgemeester van Cardiff, dr. C. A. Bence.

ESSO op een dag 520 meter schip en 180.000 Dwt rijker.

    
Foto Links : Mr. R. H. Rogers, geheel rechts, aanvaardt de „Esso Spain" van Howaldtswerke, Hamburg.
Foto rechts : De „Esso Spain" verlaat het dok bij Verolme, Op de achtergrond de „Esso Libya" klaar voor de overdracht.

Op maandag l oktober j.l. werd Esso's wereldtankervloot binnen enkele uren tijds uitgebreid met niet minder dan 180.000 ton draagvermogen.
Deze unieke gebeurtenis in de geschiedenis van het concern vond plaats op Verolme's werf in Rozenburg.
Zouden tien jaar geleden nog tien van de toen gangbare schepen van het type T2 nodig zijn geweest om eenzelfde tonnage bijeen te brengen,
nu was die enorme capaciteit broederlijk verdeeld over twee zusterschepen, de door Verolme gebouwde „Esso Libya" en de bij Howaldtswerke
in Hamburg gebouwde „Esso Spain".
Neus aan neus aan de afbouwkade afgemeerd vormden beide mammoettankers ruim 520 meter schip, waarop de ca. 100 genodigden elkaar
dan ook beslist niet verdrongen. Tot die genodigden behoorden van onze maatschappij o.a. directeur T. R. Corbett, Refincry Manager
W. S. Harney en de heer J. A. Claassens (Manager afd. Bevoorrading en Transport).
In de morgenuren was men er getuige van hoe Esso Petroleum Company Ltd., onze Engelse zustermaatschappij, de „Esso Spain" overnam
van de Duitse werf. Het schip had tevoren gedokt bij Verolme omdat het enige Hamburgse dok van voldoende capaciteit niet beschikbaar was.
Vice-president R. H. Rogers van Esso Tankers Inc. nam het schip over van werfdirecteur Schecker, om het op zijn beurt toe te vertrouwen aan
gezagvoerder Rutherford.
aan captain Price, die er voor Standard Tankers (Bahama's) het gezag over zal voeren.
Beide schepen zijn stoomturbinetankers. Zij varen met een bemanning van 75 koppen. Van dit type is thans een serie van zes in de vaart op
internationale route's. Nog twee schepen zijn in aanbouw, waaronder de „Esso Den Haag" bij Verolme. Eind 1961 bestond Esso's wereld-
tankervloot uit 115 schepen met een totaal draagvermogen van ruim 3,5 miljoen ton.
Gezagvoerder Price aanvaardt het gezag over de „Esso Libya". Links de heer C. Verolme.
De „Esso Austria' van 72.000 DWT in de 3e Petroleumhaven, een record dat inmiddels door de
„Esso Spain" al is achterhaald.
De „Esso Spain" heeft inmiddels haar maidentrip achter de rug. Op 24 oktober arriveerde het schip in Rotterdam met een lading ruwe olie die
in Banias was ingenomen. Dankzij wekenlange bagger-activiteitcn van het Rotterdamse Havenbedrijf was het mogelijk deze mammoet voor
steiger 1 van onze raffinaderij te ontvangen, weliswaar niet vol afgeladen, maar met ruim 14 meter toch ruim een meter dieper stekend dan waar-
voor de haven oorspronkelijk is ontworpen.'
Eerder in de maand, op 6 oktober j.l., had men in de „Esso Austria" - een supertanker van „maar" 72.000 DWT - al een voorproefje gehad van dit
unieke gebeuren.

VAN DE TANKVLOOT:
In dienst getreden :
R. A. Keasberry     asst. werktuigkundige
M. v. d. Waal          asst. werktuigkundige
Vertrokken:
P. Vogelaar            asst. werktuigkundige

No. 11 - November 1962

Kapitein H. Schol kreeg gouden medaille en oorkonde.
„Varen is nodig voor het behoud van onze nationale en internationale welvaart", zei zaterdag 20 oktober drs. H. A. Korthals, minister van verkeer
en waterstaat, tijdens een bijeenkomst in „Esplanade" te Utrecht, waar aan 27 kapiteins, 28 stuurlieden en 7 radio-officieren onderscheidingen
werden uitgereikt. „De wereld van de maritieme meteorologie is een wereld waarin een zeer geselecteerde groep van waarnemers en schepen -
zij worden dan ook officieel met recht als ,selected ships' aangeduid - onderling en met wetenschapsmensen samenwerken voor een gemeen-
schappelijk doel: de beoefening der natuurwetenschappen en haar toepassingen", vervolgde de minister tot het grote gezelschap, voordat hij
persoonlijk de onderscheidingen ging uitreiken.
Van de Esso Tankvaart Maatschappij N. V. waren de directeuren F. J. C. Barten en J. A. Claassens aanwezig, die met belangstelling toezagen
hoe oud-gezagvoerder H. Schol de gouden medaille kreeg als erkenning van langdurige en bijzondere verdiensten op het gebied van de maritieme
meteorologie. Tevens ontving kapitein Schol een fraaie oorkonde. Er werden slechts twee gouden medailles door minister Korthals uitgereikt.
Veel groter was het aantal aneroïde-baro-meters dat werd uitgereikt. De heer R. Struys, vroeger 2e stuurman bij de E.T.M., kreeg er een als beloning
voor zijn aandeel in de bewerking van aan het K.N.M.I. te De Bilt ingezonden meteorologische- en stroomjournalen.
Voordat minister Korthals de talrijke onderscheidingen had uitgereikt, had de hoofddirecteur van het K.N.M.I., ir. C. J. Warners, een uiteenzetting
gegeven van de wording, het wezen, het werken en de waarde van de arbeid die thans wordt aangeduid met maritieme meteorologie.
Foto boven:
Kapitein Schol (rechts) ontvangt de oorkonde uit handen van ir. C. J. Warners. Geheel links minister Korthals.
De heer F. J. C. Barten bekijkt de gouden medaille van kapitein Schol, terwijl v.l.n.r. kapitein Schol, zijn echtgenote,
de heer J. A. Claassens en mevr. Claassens meer aandacht hebben voor de oorkonde.
De heer R. Struys, vroeger 2e stuurman bij de E.T.M, kreeg een aneroide-barometer.

VAN DE TANKVLOOT :
Vertrokken:
F. A. Baarh         asst. werktuigkundige

„Esso Spain" (9o.ooo DWT) in Europoort en bij de raffinaderij.


De „Esso Spain", die 90.000 DWT meet en begin oktober bij Verolme's werf werd overgedragen aan de Engelse Esso Petroleum Company
Ltd., liep op 24 oktober j.l. voor de eerste maal Rotterdam binnen.
In totaal had het schip 73.000 ton in zijn ruimen; het lag daarmee 43 voet (13 meter) diep. In verband met deze diepgang was in overleg met
de autoriteiten besloten dat eerst 12.000 ton van de lading Irakcrude zou worden gelost bij de Caltex-Esso installatie in Europoort.
De „Esso Spain" is het grootste schip dat ooit Rotterdam aanliep. Zo groot zelfs dat het na de lossing in Europoort weer buiten de pieren moest
worden gebracht om opnieuw voorgaats te kunnen komen voor het opvaren naar onze raffinaderij, waar het de rest van zijn lading aan pier I loste.
Het schip kon met zijn 250 meter lengte niet ineens uit Europoort de Nieuwe Waterweg opdraaien.
Vrijdag 26 oktober werd voor de eerste maal gebruik gemaakt van de pijpleiding van Europoort naar onze raffinaderij; de aansluiting van deze
leiding naar de raffinaderij was kort daarvoor voltooid. Het verpompen van de ruim 12.000 ton ruwe olie uit Europoort nam ongeveer 12 uur in
beslag. Met de totale invoer van de „Esso Spain" werden ruim vier van de 12 grote crude tanks van de raffinaderij gevuld.

No. 12 - December 1962


Internationale scheepstentoonstelling „Europoort".

   

Het pronkstuk van de internationale scheepstentoonstelling „Europoort", die van 20 tot en met 24 november in de Ahoyhal te Rotterdam is ge-
houden, was ongetwijfeld de vierbladige Lipsschroef voor de tanker „Esso Den Haag", die thans bij Verolme Verenigde Scheepswerven te Rozenburg
wordt gebouwd. De schroef, die meer dan 35 ton weegt, is direct na afloop van de tentoonstelling naar de werf overgebracht en gemonteerd aan de
achtersteven van de 90.000 DWT metende tanker.

1962 Jubilea & Service Buttons & met Pensioen.

PENSIOENEN
C. M. Schoemaker       ETM-zeeschepen     31-12-1963  Pensioen
SERVICE-BUTTONS
P. R. Heyn Papousek  ETM-zeeschepen         9- 5-1963 10 jaar

PERSONALIA

VAN DE TANKVLOOT:
Vertrokken:
L. J. Volkert    assistent werktuigkundige