Auke Visser's International Esso Tankers site     |   home
Esso Rotterdam (3) - (1972-1977)
Launch of the "Esso Rotterdam (3)"
Only in Dutch. ( From Essofoon 1972)

Alle ingrediënten om een perfecte stapelloop van de „Esso Rotterdam" te garanderen waren op zaterdag 22 april
bij de Verolme Dok en Scheepsbouw Maatschappij N. V. voorhanden. Daar waren bijvoorbeeld het erepodium, de
reuzenfles champagne, een stralend zonnetje, de vaartuigen met knipperlichten van de politie en de havenautoriteiten,
de werfmensen die de laatste voorbereidingen troffen op de helling en het schip op scherp stelden alsmede de vele
tientallen employés van Verolme en Esso die met hun familie en kennissen de spectaculaire gebeurtenis bijwoonden.
Daar was ook het Rozenburgse muziekkorps UDI („Uitspanning Door Inspanning") dat voor de muzikale omlijsting en
het spelen der volksliederen zorgde en niet te vergeten de 12-jarige Els Bubberman, dochter van een timmerman van
de werf, die bloemen aanbood aan de doopster.

En zo kon mevrouw R. E. Mays, echtgenote van het hoofd van de afdeling administratie van de Standard Oil Company (New Jersey),
het belangrijkste stuk gereedschap van die morgen gaan hanteren, een bijltje, waarmee de champagnedoop van de „Esso Rotterdam"
werd ingeleid. Met de wens „behouden vaart" gleed de 251.000 DWT turbinetanker massief, trots, rechtlijnig en een beetje rokend
naar een verre toekomst op de wereldzeeën.
Na bijlslag van doopster mevrouw Mays een perfecte stapelloop van de „Esso Rotterdam (III)".
Mevrouw Mays heeft zojuist de doop van het schip verricht.
Perfecte stapelloop van de „Esso Rotterdam (3)".

De „Esso Rotterdam", bestemd voor de Esso Tankers Inc. te Monrovia, is de vierde tanker in de 250.000 DWT-klasse die door
de VDSM werd gebouwd. Eerder werden de „Esso Cambria", de „Esso Nederland" en de „Esso Europoort" door de werf te Rozenburg
afgeleverd. Onmiddellijk na de tewaterlating van de „Esso Rotterdam" werd de kiel gelegd voor een vijfde tanker van dezelfde grootte,
de „Esso Bonaire", die onder bouwnummer 828 voor rekening van de Esso Tankvaart Nederlandse Antillen (ETNA) wordt gebouwd en die
onder de vlag van het Koninkrijk komt te varen. De „Esso Bonaire" wordt eind 1972 opgeleverd.
A. Rijke: verloren tijd inhalen
Terug in de receptiehal na de tewaterlating sprak, voor een haag van prachtige rose lente-bloesems, de heer A. Rijke, lid van de Raad
van Bestuur der Rijn-Schelde Verolme groep tot de aanwezigen, terwijl champagne werd gepresenteerd. De heer Rijke heette een
groot aantal gasten welkom, waaronder mevr. Mays en haar man, de heer N. Belknap, vice-presi-dent van Esso Europe Inc. en echtgenote,
de heer R. L. Preston, president van Esso Tankers Inc. en echtgenote alsmede de hoofddirecties en leden der bedrijfsleiding van
Rijn-Schelde Verolme en Esso, de Ambassadeur van Liberia en mevrouw Thomas en directies en vertegenwoordigers van gemeente-
en overheidsinstanties, TH Delft, banken en scheepvaartinstanties.
De heer Rijke memoreerde de bouw van 100.000-tons Esso schepen in de jaren 1960-1963 zoals de Hampshire, Lybia en Den Haag,
gevolgd door de tankers Cambria, Nederland en Europoort in de klasse van 250.000 DWT uit de jaren 1968-1970 en ook het mammoet-
dok (Prins Willem Alexander dok) dat Verolme bouwde voor reparaties en onderhoud van deze tweede groep schepen, waarvan de
„Esso Europoort" als eerste gebruik maakte.
Voor het vertrouwen dat de opdrachtgever in de werf stelden sprak hij een dankwoord en hij schonk de heer R. L. Preston ter herinnering
de bijl waarmee mevrouw Mays de doop kort daarvoor verrichtte.
Ook een woord van dank sprak de heer Rijki tot het grote aantal mensen en instanties die bij de bouw een bijdrage hebben geleverd.
Tot de medewerkers van de Verolme-werf bracht hij de staking van enige tijd geleden in herinnering. De tijd van ca 3 a 4 weken dat door
de arbeidsonrust verloren is gegaan, za moeten worden ingehaald. Daarvoor is een grote inzet nodig van alle employés. Voor de nieuwe
tanker met bouwnummer 828 ligt al voor 15.000 ton aan secties gereed van de in totaal 36.000 ton. Er moet tevens gestreeft worden naar
verkorting van de bouwtijden voor grote tankschepen. In totaal werden door de Verolme United Shipyards 11 mammoettankers opgeleverd,
waarvan 5 door de Verolme Dok- en Scheepsbouw Mij. In totaal zijn in opdracht of in aanbouw 14 mammoettankers, waarvan 7 bij de VDSM.
De „Esso Rotterdam" na de tewaterlating in de Nieuwe Waterweg.
De heer R. L. Preston toont de bijl die hij ten geschenke kreeg.
De heer R. L. Preston spreekt de genodigden toe; op de voorgrond laat Mevrouw Mays aan haar man de armband zien.

Bij de NDSM en de VDSM is in totaal 3.386.000 ton in opdracht en/of in aanbouw. Deze bedragen tonen wel aan dat wij kunnen
concurreren met scheepsbouw in het buitenland, aldus de heer Rijke tenslotte, die vervolgens aan mevrouw Mays een witgouden
armband, versierd met enkele diamanten, ten geschenke aanbood.
R. L. Preston: 425 miljoen geïnvesteerd
De heer R. L. Preston, president-directeur van de Esso Tankers Inc., New York, verklaarde dat de stapelloop van een tanker van
een dergelijke afmeting voor velen misschien al een routine-aangelegenheid was geworden, maar voor hem, de eerste keer, zeer
opwindend en indrukwekkend was geweest. Hij dankte mevrouw Mays voor haar aandeel in de tewaterlating en vele anderen voor hun
aandeel bij de voorbereidingen en de bouw.
De heer Preston maakte een vergelijking met de eerste tanker die onder de naam „Rotterdam" voor Esso voeren die in 1895 in de
vaart kwam en meer dan 40 keer kleiner was. De „Rotterdam" werd in 1924 uit de vaart genomen en daarna heeft er in minder dan
50 jaar een enorme ontwikkeling plaats gevonden in de scheepstransporten en bouw. Dat is niet alleen een compliment voor de
opdrachtgevers, maar ook voor de werven die de schepen bouwen. De „Esso Rotterdam" en de „Esso Bonaire" zullen het totale
tonnage dat in Esso-dienst vaart en door de Verolme-werf werd gebouwd, brengen op meer dan i-ï miljoen DWT. Met de bouw van
vijf tankers in de 250.000 DWT-klasse door Esso in Nederland is een totale investering van 425 miljoen gulden gemoeid. Dat is
ongeveer eenvierde van de totale investeringen van het Esso-concem in Nederland gedurende de laatste vijf jaar. De overige
investeringen omvatten ca 230 miljoen in de sector petroleum-produkten, ca 400 miljoen in de chemische sector, 560 miljoen
 in de produktie en distributie van het Nederlandse aardgas, waarin de Standard Oil Cy. (New Jersey) participeert, en nog eens ca
50 miljoen in Esso Motor Hotels en andere faciliteiten. Daarbij gevoegd de 425 miljoen van het tankerbouwprogram-ma, bedraagt
de totale investering van Esso in Nederland in de periode 1967-1972 ruim 1,6 miljard gulden.
De heer Baart overhandigt de heer Preston vier ingelijste foto's van tankers die de naam Rotterdam droegen.
Tradities
Namens Esso Tankers Inc. overhandigde de heer Preston tenslotte een bedrag van 3000 gulden aan de heer Wiegman, secretaris
van het personeelsfonds van de Verolme-werf. Deze bijdrage aan het fonds, zo zei de heer Preston, is om onze dank te betuigen
voor het uitstekende werk dat alle employés bij de bouw hebben verricht. Het vakmanschap van alle betrokkenen is in
overeenstemming met de tradities van zowel de werf Verolme, als de Nederlandse scheepsbouwindustrie. De heer Preston kreeg
van de heer drs. J. A. Baart, president-directeur van Esso Nederland N. V., de ingelijste foto's van de vier Esso tankschepen
met de naam „Rotterdam" als herinneringsgeschenk aangeboden.
Opwindenste dag
Mevrouw Mays besloot daarop de officiële plechtigheid met een geestige toespraak, waarbij ze twee ingelijste afbeeldingen van de
stad Rotterdam aanbood ter uitbreiding van de inventaris van het nieuwe schip. Ze zei onder meer: „Het is de meest opwindende
dag uit mijn leven. Nee, dat moet ik terugnemen. Het is de meest opwindende dag op mijn huwelijksdag na. De volgende keer zal ik
de tewaterlating allicht beter doen, als er tenminste nog iemand is, die mij daarvoor wil uitnodigen. Ik hoop dat ik nog eens aan boord
van de „Esso Rotterdam" zal kunnen komen. Misschien kan ik dan meteen van de gelegenheid gebruik maken om deze twee
schilderijtjes recht te hangen".
Na de tewaterlating van de „Esso Rotterdam" werd de kiel gelegd voor een volgende Esso-tanker,
bouwnummer 828. Op de foto ziet men een deel van de eerste sectie die op 22 april werd geplaatst.