Auke Visser´s Esso Belgium Tanker's site     |   home
Esso Brussels (2) - (1967-1973)
De aanvaring "Esso Brussels (2)" - "Sea Witch"... verhaal van Etienne Bogaert
Met dank aan Jos Hermans en Kapt. Alain VanHoucke Zingle
De aanvaring Esso Brussel -Sea Witch... verhaal van Etienne Bogaert, een overlevende.

"...Nadien zijn we vertrokken richting New York waar we op vrijdag 1juni aankwamen.
Het schip was geladen met Nigeriaanse ruwe olie die bestemd was voor de rafinaderij van Bayway dichtbij New York.
Er waren negenendertig bemanningsleden aan boord. Enkele waren bij aankomst afgelost geweest.
Ten einde de diepgang te verminderen ,alvorens aan de raffinaderij aan te leggen gingen we in de nacht van vrijdag op zaterdag voor anker op de rede van NewYork in een daar voor gereserveerde zone ten noorden van de Verrazano-brug om daar te lichteren.

Alles was kalm;de meeste bemanningsleden sliepen in hun cabine. De zichtbaarheid was normaal.
Ik sliep aan stuurboord op vijftien meter van het achterdek.
Drie en dertig jaar later trillen mijn handen nog steeds als ik bezig ben met typen. Ineens voelde ik een enorme klap.Het schip helde over naar bakboord en daarna een doffe geweldige knal. Ik liep naar het achterdeck om te zien wat er gebeurd was, Ik was zo goed als naakt.
Een enorme massa stak in de stuurboord zijde.Het container schip Sea Witch die de haven van New York verliet had ons op volle kracht geramt.Ik liep terug naar mijn cabine waar ik vliegens vlug mijn overal en mijn werkschoenen aantrok.
Intussen rinkelde het brandalarm en het alarm abandon ship(verlaat het schip) De twee tanks van 1250 ton die geraakt waren ontploften vliegensvlug en toen ik terug rende om iets aan te trekken geraakte ik bijna niet meer in mijn cabine.Ik had ook mijn zwemvest aangetrokken ,toen ik terug op het achterdek kwam aangelopen was het één grote warboel,er was geen paniek maar niemand wist in feite wat er gebeurde,het ganse schip stond in brand.
De bemanning van het middenschip moest over deck lopen naar het achterschip terwijl Constant Dert de kapitein nog al de cabines open gooide die hij kon en nog iedereen wakker maakte die hij kon.

Ik hoorde iemand roepen Foam Foam maar niemand kon nog bij de blus instalatie. Foam was een blus systeem met schuim die regelmatig getest werd tegen dat er iets gebeurde,maar ik zeg het in een minimum van tijd stond het ganse schip in lichterlaaie, de machinisten van wacht hadden direct de vuren gestopt van de stoomketels want de Esso Brussels was een stoomturbine en er is toch nog iemand naar beneden gelopen om de nood diesel te starten.
Het was niet alleen het schip die brande, honderden meter ver was er vuur,want de brandende olie liep uit de twee ontplofte tanks en dreef brandend op het water.
Het vuur krulde zich als een tang rond het schip,reeds waren een paar mannen weggesprongen, een spanjaard heb ik zien springen van het achterschip zeer zeker zijn dood tegemoet,want in feite sprong hij vlak in het vuur die van langs achter kwam,hij heeft het ook niet overleeft.
De enige kans was nog een achterste reddingssloep uit zetten het geen we dan ook maar gedaan hebben.
Ik weet nog goed Alois Peeters de bootsman heeft ons laten zakken met bijna de ganse bemanning erin,eerst lag die reddingssloep nog vast langs voor.
De sloep hing zo scheef als een krab aan één ketting met de ganse bemanning erin. Alois trok hem kalm terug op zonder paniek tot op goede hoogte tot de ketting los was en liet ons dan terug vieren. Dat zicht van de bootsman heb nooit vergeten,een man met veel ervaring een gelaat verweert door de zee als laatste aan boord van een brandende tanker had ons leven in zijn handen,een zeebonk zacht van aard, in omgang van niets bang, zo herinner ik me Alois Peters, liet ons kalm en tot zijn laatste minuut zijn plicht vervullend tot op het water zakken. Dan maar eerst sprong hij ons achterna. Alois Peeters is voor mij een held hij heeft helpen mijn leven en dat van ons allemaal proberen te redden hij is er niet in gelukt, hij heeft zijn poging met zijn eigen leven bekocht ALOIS PEETERS overleefde de ramp niet.

Mijn werk bestond er in de motor van de reddingsloep te starten. Verschillende malen heb ik die motor gestart bij bootrol, nooit geen probleem, van de eerste tik startte die motor maar ik en Leo Beelaert hebben ons bijna onozel gedraaid aan dat spel en niet willen starten.
Toen iedereen zag dat die motor niet wilde starten,de een sprong weg de andere sprong weg, en de kapitein wilde nog roeien maar het was te laat.
Ook het vuur kwam altijd maar dichterbij en maakte zo'n angst aanjagend geluid, de tang rond het schip begon zich te sluiten.
Kapitein Dert, een van de beste kapiteins die ik gekend heb, zie ik nog altijd zitten met de log boek onder zijn arm "Roeien, Roeien" riep hij, we konden heelaas niets meer voor hem doen.
KAPITEIN CONSTANT DERT heeft de Esso Brussels niet overleeft, naar het schijnt kon hij niet zwemmen.
DE meeste waren reeds over boord gesprongen toen ik zei tegen Leo Beelaert: "Springen Leo" , dan zijn we allebei over boord gesprongen, ik heb hem nooit meer terug gezien,
LEO BEELAERT overleefde de Esso Brussels niet.
Van de moment dat ik in het water lag concentreerde ik mij op een peiler van de Verazano brug, zag dat ik het zeker niet kon halen met een zwemvest aan,deed alles uit en zwom poedelnaakt verder. Achter mij was een lawaai van jewelste, ik hoorde brullen en tieren en hetgeen ik mij het best herinner was het door merg en beensnijdende geroep en gehuil van de vrouw van onze steward René Rome. Naar het schijnt kon ze ook niet zwemmen. Een matroos die het overleeft heeft vertelde me dat hij ze nog geprobeerd heeft mee te trekken maar dat ze hysterisch was en altijd terug naar het schip wilde. RENE ROME, noch zijn vrouw, overleefden de klap.
Zeker moment terwijl ik aan het zwemmen was maakte ik mij klaar om te sterven,het vuur kwam altijd maar dichterbij, de schepen dreven af al brandend in elkaar gehaakt.
Angst, ongelooflijke angst te sterven in die vuurzee. IK hoorde nog zag niemand meer,ik had mijn pakkingmes verloren die ik altijd bij me had, ik had erop zeker moment een einde aan gemaakt. De peiler van de brug welke ik geprobeerd had te bereiken was verder dan ooit,en dat afgrijslijk gebrom van het vuur die ik zoveel jaren nadien nog altijd hoor!!!
Op zeker moment had ik de indruk dat het vuur verder weg was, en inderdaad de tang opende zich een moment, ondertussen waren er een massa drenkelingen door, het vuur heeft zich achteraf gesloten met alle gevolgen vandien. Die er nog inzat is levend verbrand.
Intussen was de grootste schrik er een beetje uit.

Ik was een zeer goed zwemmer en kon uren op het water blijven dobberen,een geluk bij een ongeluk dat het ongeval gebeurde in Juni, het water had een redelijke temperatuur.
Had het in de winter gebeurd was er zeker geen enkele overlevende. Ik werd meegesleurd door de stroming naar open zee,ik had geen enkel benul waar ik ging uitkomen het enige probleem op dat moment was niet verzuipen. Ik zag toch dat helicopters van de reddingsdiensten het water afspeurden met zoeklichten maar bij het schip kon niemand en aan bakboord zijde waren honderden meter vuur.
Plotseling na enige tijd (ik heb geen enkel benul hoelang dat geduurd heeft) doemde plots een zwarte massa op een zoeklicht had me te pakken,ik schreewde luidkeels om hulp, een heaving line werd gegooid,een amerikaanse sleper had mij gevonden.
Toen ze mij aan boord getrokken hadden kreeg ik een deken,ik was vuil en smerig van de fuel,begon ik te trillen over mijn ganse lichaam. Ik besefte maar op dat moment waaraan ik was ontsnapt.
Ze hebben in ieder geval nog een paar drenkelingen met die sleper opgepakt maar ik weet niet meer wie. Het enige wat had bijgedragen tot mijn redding was dat ik altijd het hoofd had koelgehouden en nooit in paniek ben geslagen.
Toen ik op die sleper was zochten ze nog altijd voort, draaiden rond die twee brandende schepen, dat zoeken duurde eindeloos lang, ik had nog altijd de schrik te pakken en hield me gereed terug overboord te springen als er iets gebeurde. Het zicht op die brandende schepen was afschuwelijk.
Op dat containerschip kropen de containers tegen elkaar op van de hitte,het was één grote vuurhaard.

IK begon terug te beven bij het zicht van die vuurhaard. Toen ik eindelijk tegen de kaai geraakte werden we af gevoerd met een ambulance naar een hospitaal waar we ons konden douchen en slaap kleren kregen voor de nacht.
Er liepen verpleegsters rond nog altijd in paniek. Ik zocht de bad plaats en opende een deur en zag Portas liggen, de pompman, de verpleegster liet mij begaan. Ik nam hem vast en zei nog "Portas, amigo" meer kreeg ik er ook niet uit mij er kwam een krop in mijn keel, want Portas was een goede vriend.
Hij opende nog zijn ogen brabbelde wat onverstaanbaars en een paar minuten later was hij dood. Hij stierf in mijn armen,gestikt van de fuel in zijn longen. Volgens mij had dat in België gebeurt leefde hij nog.Het kwam er precies niet te nauw in die klinik. FRANCISCO OUBINA PORTAS overleefde de Esso brussels niet.
S'nachts was er een warboel van jewelste, niemand wist wat,dat er doden waren dat wisten we zeker, maar ze zeiden eerst dat er van ons nog lagen in een ander hospitaal, maar niets was daar van waar. Van de negen en dertig bemannings leden hadden het er dertien niet overleefd, juist een derde.
Er lagen ook amerikanen van de Sea Witch bij ons op de kamer,bij hen waren er ook doden zeker de kapitein die was overleden, maar bij hun hadden ze de meeste bemanning er kunnen afhalen met een sleper voor de ganse boel de lucht in ging. Een schip is rap tweehonderd vijftig meter lang en de wind moet van stuurboord gekomen zijn zodat met de wind en de stroming van het water wij de grootste vuurhaard op het water hebben gehad.
Er was in feite maar één bemanningslid die aan boord gestorven is en dat was OTTO BERTIL onze tweede stewart.
Ook een goede vriend van mij was een van marokko afkomstig machinis,t zeer goede jongen, aangenaam om mee te werken, LAIDI TAJI.

De Esso Brussel was een goed schip met goede mentaliteit,van matroos tot kapitein en zeker met Constant Dert als gezagvoeder, iedereen was gelijk en dan ziet ge die mensen sterven op zulke mannier, moeilijk.
Na een paar dagen zijn we overgevlogen van New York naar Zaventem, en bij onze thuis komst werd ons gevraagd om zo weinig mogelijk te vertellen tegen de pers uit respect voor de doden. We werden opgewacht door onder andere Kapitein Vriends, een zeer verstandig man.

Het aller triestige was de H.mis ter nagedachtenis van de doden velen zaten er met een krop in de keel en zagen de film nog eens afdraaien. De middag heb ik door gebracht bij vrienden van Jean Baptiste Kercamy, een vierde machinist en Alain Dussard, en in de namiddag hebben ze mij naar huis gevoerd. Dussard is nog bij ons thuis gebleven tot na het weekend! Dussard was ook een geval apart, was oud para commando, kon weinig of niet zwemmen, heeft na de aanvaring zijn zwemvest aangetrokken en is direct overboord gesprongen. Hij heeft zich weten drijvende te houden en is in volle zee opgepikt geweest van een sportvisser.
Een paar weken nadien ben ik met het vliegtuig naar het midden oosten gevlogen waar ik nog twee jaar aan boord van de Esso Antwerp ben gebleven."
Etienne Bogaert .

Nog 2 fotos van de Esso Brussel, na de brand.