Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Esso Amsterdam (2) - (1960-1970)
De "Esso Amsterdam" sold to Petromar.
De laatste laadhaven van de „Esso Amsterdam",
Amuay Bay in Venezuela.

De „Esso Amsterdam" is verkocht. Deze Esso-tanker die het eigendom was van de
E.T.N.A. ( de Esso Tankvaartmaatschappij Nederlandse Antillen ) en die gereed werd
door de E.T.M. ( de Esso Tankvaart Maatschappij ) werd op 27 januari door de gezagvoerder,
de heer L. Veen, overgedragen aan de nieuwe eigenaar Petromar de Navigacion S.A., de
Argentijnse scheepvaart maatschappij van Esso.

De „Esso Amsterdam" werd in juni 1960 in gebruik genomen terwijl korte tijd daarvoor
in september 1959 de „Esso Rotterdam" de Van der Giessen's scheepswerf had verlaten.
Beide tankers meten rond de 38.000 DWT.

Twee mammoets voor E.T.N.A.
Aanvankelijk was men van plan om de „Esso Rotterdam" éérst te verkopen, doch aangezien
de Argentijnse regering heeft bepaald dat geen schepen van ouder dan 10 jaar mogen worden
gekocht werd het de „Esso Amsterdam", wat niet wegneemt dat er tevens nog plannen bestaan
om ook de „Esso Rotterdam" in de loop van dit jaar van de hand te doen.
Al enige tijd waren de beide tankers verhuurd aan de Standard Tankers Bahamas. De beide schepen
waren uit het oogpunt van logistiek te klein voor de aanvoer van ruwe olie naar Rotterdam-Europoort,
waar ze echter sporadisch nog wel verschenen. De E.T.N.A. kan binnenkort beschikken over de
255.000 DWT metende „Esso Nederland" die op 20 december 1969 tewater werd gelaten. Na
deze tewaterlating werd de kiel gelegd voor een volgende tanker van hetzelfde tonnage die
eveneens bestemd zal zijn voor de E.T.N.A.
Kapitein L. Veen (l) tekent de overdrachtspa-pieren.     
De Argentijnse vlag wordt gehesen.
Daarachter wordt de Nederlandse driekleur opgevouwen.
De „Petromar Campana" komt langszij de „Esso Amsterdam" om ca. 8000 ton ruwe
olie over te nemen voordat de reis vervolgd kan worden op de Rio Parana
Rio Ia PIata
De „Esso Amsterdam" werd op 27 januari overgedragen aan de Argentijnse Esso-collega's.
Kapitein Veen vertelt hierover:
„We moesten met de „Esso Amsterdam" naar de Argentijnse Esso-raffinaderij in Campana.
Een plaats aan een zijrivier van de Rio la Plata ongeveer 150 mijl stroomopwaarts. Op een
afstand van ongeveer 100 mijl van Buenos Aires. Het schip is bestemd voor transporten in
en om Zuid-Amerika. Het is daar geschikt voor omdat het door een niet te groot tonnage de
rivieren kan opvaren. Die zijn vrij diep maar aan de monding van de Rio la Plata ligt een brede
delta die erg ondiep is. Die vormt als het ware een drempel. We waren niet vol-beladen, maar
voeren met 2/3 lading. Hiermee konden we nog niet het laatste gedeelte van de
drempel over. We gingen bij La Plata voor
Zegening van schip en bemanning door een Argentijnse priester
anker waar we moesten wachten op een ander schip om wat lading van ons over te nemen.
Het duurde 3 dagen. Het woordje „manjana" kennen ze daar erg goed. Toen kwam de „Petromar
Campana" langszij.
Het was de oude „Esso Antwerpen" van 26.000 DWT die tegelijk in 1956 met de oude „Esso Nederland"
werd gebouwd.
Overdracht
Met minder lading vervolgden we onze weg de rivier op. Er kwamen 4 loodsen aan boord, 2 van Esso
en 2 gouvernementsloodsen. De rivier is erg kronkelig. We hadden een uur gevaren toen we weer heel
dichtbij de plaats waren waar we een uur eerder een grote bocht waren ingegaan. Ze vertelden
dat de rivier over een paar jaar z'n eigen bocht gaat afsnijden.
Tijdens de overdracht werd de naam reeds overgeschilderd.
De „Esso Amsterdam" werd de „Petromar Mendoza".

In Campana vond om 4 uur in de middag van 27 januari de overdracht plaats. Er waren Esso-mensen
en vele autoriteiten alsmede pers en ik geloof ook televisie. We tekenden de overdrachtspapieren en
daarna vond het vlag-genprotocol plaats. Er was een geestelijke die in het Spaans iets voorlas wat
ik niet kon verstaan en die de „Esso Amsterdam" vervolgens zegende. De manager van de Campana
raffinaderij hield een toespraak waarna ik zei dat de „Esso Amsterdam" een goed en prettig schip is
en dat het ons aan het hart ging om het weg te doen. Ik wenste hen toe dat zij er veel en prettig mee zouden
mogen varen. Tenslotte was er een receptie die werd aangeboden door Petromar in de rooksalon. Wij
zijn naar Nederland terug komen vliegen terwijl er nog een paar machinisten en een stuurman aan boord
zijn gebleven voor het geven van instructies".
45 keer de aarde rond
Kapitein Veen is als ie stuurman in 1960 met de „Esso Amsterdam" uitgevaren. In 1962 volgde zijn
eerste reis als kapitein. Hij heeft uitgerekend dat van de ca. 9 1/2 jaar dat de „Esso Amsterdam" heeft
gevaren, hij er, uitgedrukt in zeedagen, 4,5 jaar op heeft gevaren, waarvan 2 jaar en 4 maanden als
kapitein. Of ruwweg 400.000 zeemijlen.
De „Esso Amsterdam" heeft ongeveer 200 reizen gemaakt en ongeveer 7 a 8 miljoen ton ruwe olie
vervoerd tijdens haar gehele dienst-periode. In die diensttijd heeft de tanker ca. 1 miljoen zeemijlen
afgelegd, dat is ongeveer 45 keer de aarde rond over de evenaar.
Kapitein L. Veen (l) kijkt toe hoe de Nederlandse vlag wordt gestreken.