Auke Visser´s Esso Belgium Tanker's site     |   home
75 JAAR GESCHIEDENIS
Vervolg, 75 jaar geschiedenis
In de nacht van 15 februari 1930, na dagenlange stortregens, doorbrak de Schelde haar dijken. Na enkele uren stonden al de
inrichtingen, te Hoboken aan de stroom gelegen, onder water. Gelukkig kon het grootste gedeelte van het materieel gered worden en 48 uren na de dijkbreuk werd het werk hervat.
Op 15 februari 1930, werden de Scheldedijken doorbroken; in enkele uren stonden de installaties van de A.P.C. onder water.

De American Petroleum Company bezat vitaliteit genoeg om aan alle stormen het hoofd te bieden. Gedurende de somberste jaren van de depressie boekte zij nieuwe suksessen op elk gebied. In 1933 werden nieuwe raffinaderijen bij de Atlas gevoegd; zij
maakten het mogelijk reeds het volgende jaar een duizendtal vaten ruwe aardolie te distilleren. De firma had haar voertuigenpark
aanzienlijk uitgebreid; het telde 150 tankwagens en auto's, 1.050 tankkarren, 282 tankwagons, 21 lichters en 2 zeeschepen, met een gezamenlijke tonnenmaat, welke hoger lag dan die van de tien schepen, die bij het uitbreken van de oorlog in de vaart waren. De onderneming bezat ook 699 paarden en beschikte over 5.000 pompen en 5.000 olievergaarbakken. De oppervlakte van de publiciteits-borden langs de wegen bedroeg 12.500 m2 en doorheen het ganse land vestigden 5.000 geëmailleerde borden de aandacht der weggebruikers op de koopwaar van de A.P.G.
De American Petroleum Company beschikte over een reeks wagens die kosteloos hulp verstrekten aan automobilisten die onderweg met pech hadden af te rekenen.

Daar de omzet steeds toenam, werd in 1937 besloten de administratie over verschillende sektoren te verdelen : Brussel, Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik. In 1938 kwam het merk Esso te voorschijn op de Belgische markt. Van toen af verkocht de
American Petroleum Company al haar produkten onder die naam. Ook de handelsnaam van de firma werd op 20 juli gewijzigd
in «Standard American Petroleum».
Intussen was de vloot uitgebreid met een indrukwekkend tankschip : de «Esso Belgium». Het was het grootste schip onder
Belgische vlag, met een bruto-tonnenmaat van 15.000 t; het was 155 m lang en 23 m breed, en werd voortbewogen door een
motor van 4.000 pk. Met een bemanning van 40 zielen legde het in 18 dagen de afstand af tussen Antwerpen en Aruba, een eiland voor de Venezolaanse kust, centrum van de voortbrengst en de raffinage van aardolie.
De eerste tankwagens veschijnen op de Belgische wegen en bevoorraden het binnenland vanuit de installaties te Antwerepn.

1938 werd weer een rouwjaar. De voorzitter van de vennootschap en Mevr. Maurice Speth kwamen om door een jammerlijk verkeersongeval. De onderneming betreurde in de persoon van de H. Maurice Speth een man die bij de leiding van de zaken blijk
had gegeven van de bevoegdheid, de werklust en de vastberadenheid, die hij van zijn vader had overgeërfd.
De H. Charles Speth nam op zijn beurt het voorzitterschap van de maatschappij waar en bestuurde haar samen met de H. Y. van
Maquinay. Enkele maanden later zag de internationale toekomst er onheilspellend somber uit ; de hoop, dat de oorlog aan België
zou voorbijgaan, werd niet vervuld. Het is wellicht overbodig te wijzen op het lijden, nog zo nabij in de tijd, waaronder ons land bijna vijf jaar lang gebukt ging. Men zal evenwel licht begrijpen dat, na de bevrijding, alles moest herbegonnen worden.
De firma, dank zij de veerkracht die zij zich in de eerste vijf decennia van haar bestaan had eigen gemaakt, slaagde erin na vier
jaar verbeten zwoegen de plaats die zij vóór de oorlog had bezet in de nationale ekonomie weer te bemachtigen. In 1948 werd de handelsnaam nogmaals gewijzigd: de «Standard Arnerican Petroleum Company» werd de «Esso Standard» (Belgium). De H. Robert Andersen had intussen in het bestuur van de onderneming de plaats ingenomen van de H. Yvan Maquinay, in 1946
overleden.
M. Charles Speth, voorzitter van 1938 tot 1958.

Het kapitaal van de vennootschap was van 120 op 240 miljoen gebracht, om drie jaar later 310 miljoen te bereiken. Deze laatste
kapitaalsverhoging viel samen met de plechtigheden, waarmede de 60e verjaardag van het bedrijf werd herdacht. In 1952, nieuwe
kapitaalsverhoging: 408 miljoen ditmaal.
Van dat ogenblik af ging de maatschappij een nieuw tijdperk van welvaart tegemoet. Het werd ingeluid op 3 september 1953, met de inhuldiging door de toenmalige eerste-minister, de H. Van Houtte, van de nieuwe raffinaderij te Antwerpen. Toen zij in dienst werd genomen gold die raffinaderij als de modernste ter wereld. Zij ontstond overeenkomstig de algemene politiek van de Standard Oil (N. J.), die voorstander was van de oprichting van raffinagecentra in de nabijheid van de verbruikszones. Met dit doel werd een nieuwe firma, de «Esso Standard Refinery», gesticht, met een kapitaal van 350 miljoen.
Deze onderneming, een zustermaatschappij van de «Esso Standard» (Belgium), zou in het noorden van Antwerpen, tussen de Schelde en de nieuwe petroleumhaven, een stalen stad aanleggen, waarvan de ontwerpen, reeds in 1949 ontstaan, te beginnen van 1951 werden uitgevoerd. Zij hielden rekening met de laatste verbeteringen inzake raffinagetechniek. De firma kon dan ook, bij de inhuldiging, trots doen opmerken dat deze raffinaderij de eerste ter wereld was die de drie raffi-nageverrichtingen gelijktijdig kon uitvoeren, dank zij de «Combination Unit». Tot dan toe hadden deze verrichtingen afzonderlijk plaatsgevonden.
Het depot van Gent ( 1965 ).

Bij de inhuldiging van de raffinaderij bracht de H. T.R. Corbett, toen afgevaardigde beheerder van de «Esso Standard Refinery»,
in de volgende bewoordingen hulde aan de verwezenlijkers van dit grootse werk en verklaarde o.m. : «Deze raffinaderij steunt in hoge mate op de bekwaamheid en de schranderheid van haar medewerkers. Haast ieder van hen is bij machte het sukses van de onderneming te verhogen of te verminderen, hetzij op het gebied van de voortbrengst, het onderhoud of de techniek, hetzij op dat van het administratief werk. Terwijl wij machines uitvinden die de handenarbeid vervangen, eisen wij tevens van het individu meer verstandelijke inspanning en geven hem de kans levendiger bewust te worden van zijn verantwoordelijkheid.»
Gezien de buitengewone vlucht welke de raffinaderij sinds haar ontstaan vóór 13 jaar heeft genomen, mogen wij daaruit besluiten dat de leden van ons personeel in hoge mate blijk hebben gegeven van de kwaliteiten, door de H. T.R. Corbett aanbevolen, en hebben bijgedragen tot haar bloei.
Algemeen gezicht op de Esso-raffinaderij te Antwerpen, met vooraan het administratiegebouw.

Enkele distillatie-eenheden van de raffinaderij van Esso Belgium.

De cijfers spreken hier een duidelijker taal dan welk kommentaar ook. Er werd een dagelijkse produktie voorzien van 25.000 vaten, zegge 4 miljoen liter. Maar de vraag steeg zozeer dat de raffinaderij in 1964 ongeveer 78.500 vaten per dag zou voortbrengen, dus 13 miljoen liter. Dat jaar voerden 77 tankschepen 2.835.0001 ruwe aardolie aan in de Antwerpse haven, en 4.702  lichters, geladen met afgewerkte produkten, verlieten haar.
Intussen stelde de N. V. «Esso Belgium», in 1957 geboren uit de versmelting van «Esso Standard» (Belgium) en «Esso Standard Refinery», een moderne tankervloot samen, waarvan de bruto-tonnenmaat tegenwoordig 130.000 t bedraagt.
De "Esso Antwerp (I)" ( 26.800 DWT ), in 1955 te water gelaten.

De «Esso Antwerp», een schip van 26.800 DWT, liep van stapel op 2 oktober 1955. In 1960 werd de «Esso Brussels» (41.500 ton),
in dienst genomen. 19 mei van hetzelfde jaar werd een belangrijke datum in de geschiedenis van de firma en van de Antwerpse
haven : de «Esso Liege», een schip met een bruto-tonnenmaat van 47.500 t, werd te Hamburg te water gelaten. Op 23 oktober
zou deze eenheid, de grootste die ooit de Schelde was opgevaren, triomfantelijk de havenstad bereiken. Het schip mocht het
bezoek van Z.M. Koning Boudewijn en van Z.K.H. Prins Albert ontvangen. Op het einde van 1964 kwam de «Esso Ghent»,
zusterschip van de «Esso Brussels», de vloot van Esso Belgium aanvullen.
Voor het ogenblik omvat de Esso binnenvloot 7 eenheden en vertegenwoordigt een laadkapaciteit van 5.500 ton, waarvan het
grootste schip 1.500 ton meet.
Sedert het begin van haar ontstaan heeft onze maatschappij er steeds aan gehouden over een eigen binnenvloot te beschikken
met dit tweeledig doel voor ogen : een doeltreffende uit-bating en gunstige vervoersvoorwaarden enerzijds, en anderzijds een
gewaarborgde bevoorrading van opslagplaatsen en industrieën over het ganse land verspreid.
Vermeldenwaardig is het baanbrekend werk gedurende de laatste jaren door Esso verricht inzake de continuvaart in ons land.
Deze binnenvaartpolitiek komt uiteindelijk en niet in het minst ook ten gunste van de verbruiker.
Wat de struktuur van de onderneming zelf betreft dient de stichting te worden vermeld, op 4 mei 1956, van de N. V. «Esso Congo
Belge», met een kapitaal van 1miljoen Congolese frank. De maatschappij werd later overgenomen door «Esso Méditerranée»,
te Genève gevestigd ; de handelsnaam werd eveneens gewijzigd en luidt thans «Esso Central Africa».
Op 28 mei 1957 werd een nieuwe maatschappij gesticht, de N.V. «Esso Marine» (Belgium), met een kapitaal van 250 miljoen
frank. Dezelfde dag werd de raffinaderij Atlas opgenomen in de «Esso Standard Refinery» die, zoals hoger vermeld, een maand
later zou versmelten met de «Esso Standard» (Belgium) en voortleven als N.V. «Esso Belgium».
In 1958 onderging het bestuur van de vennootschap bepaalde wijzigingen door het heengaan van de H. Charles Speth, tot dan toe voorzitter van de beheerraad. De H. Robert Andersen volgde hem op.
M. Robert Andersn, voorzitter van 1958 tot 1962.

Op 7 juli 1962, nauwelijks vier jaar na zijn verkiezing, werd de H. R. Andersen door een schielijke en wrede dood ontrukt aan de genegenheid van zijn medewerkers en vrienden. Zijn herinnering zal blijven leven bij allen die hem ontmoetten en zonder uitzondering getroffen werden door zijn hartelijkheid en zijn ondernemingsgeest.
Tegenwoordig neemt de H. Georges Delespinette de zware taak van de H. Andersen waar. Het is onder zijn voorzitterschap dat Esso Belgium het geluk heeft de 75e verjaardag van haar stichting te vieren.
De N. V. Esso Belgium, met een kapitaal van een miljard driehonderd miljoen frank en een raffinagevermogen van 4.100.000 t per jaar, behoort tot de belangrijkste bedrijven van het land. Naast een uitgebreid net van service stations,
biedt onze maatschappij haar talrijke kliënteel een volledige reeks petroleumprodukten : benzine voor auto's en vliegtuigen, butaan- en propaangas, asfalt, white spirit, oplosmiddelen, syntetisch rubber, brandstof voor reaktoren, gasoil en fuel oil,  smeeroliën, vetten, paraffine, in de landbouw gebruikte stoffen, enz.
De Combination Unit, die in 1953 slechts acht petroleum-derivaten voortbracht, levert er nu ongeveer tachtig.
Deze rijke verscheidenheid van produkten, die Esso Belgium voortdurend poogt aan te vullen en te vervolmaken, staat ten dienste van de nijverheid, de landbouw en de verbruikers in het algemeen.
Op onze dagen neemt Esso Belgium in de Belgische ekonomie een vooraanstaande plaats in; dank zij haar menigvuldige
aktiviteiten gaat zij vol vertrouwen de weg naar verdere ontplooiing en vooruitgang op.
Onze raffinage-inrichtingen en opslagplaatsen in de haven van Antwerpen, vanuit de lucht gezien.