Auke Visser´s ESSO Tankvaart Mij. Site     |   home
Esso Den Haag (1) - (1946-1959)
Snelle hulp aan een van onze tankers
Uit : EssoBron Juli 1956.
Snelle hulp aan een van onze tankers
Op 3 april j.l. arriveerde het s.s. "Esso Den Haag" in Sidon aan de Libanese kust. Het Nederlandse tankschip zou, op een van zijn geregelde reizen naar het Midden-Oosten, op de rede van deze stad aardolie inladen, bestemd voor de Esso raffinaderij te Antwerpen.
Toen de "Esso Den Haag" de volgende middag aan de boeien meerde om de lading in te nemen bleek een kortsluiting in een der fasen van de hoofdgenerator te zijn opgetreden. Een deskundige van het American Bureau of Shipping te Beiroet kwam over om de schade op te nemen en volgens zijn aanwijzingen werden herstelwerkzaamheden aan de beschadigde machine verricht. Op 6 april kwam men hiermee gereed; het schip maakte een korte proefvaart en werd geschikt bevonden alsnog te worden beladen. Door slechte weersomstandigheden kon dit niet dezelfde dag gebeuren. Toen men de volgende dag bezig was de "Esso Den Haag" te meren trad wederom een mankement op in de hoofd generator waarop de machine ogenblikkelijk werd stop gezet. Een onderzoek wees uit dat drie windingen, onderdelen van de generator waarin de elektrische stroom wordt opgewekt, zwaar beschadigd waren.
Aangezien moest worden aangenomen dat met de herstelwerkzaamheden enkele weken gemoeid zouden zijn en de "Esso Den Haag" niet op de rede van Sidon kon worden gerepareerd, werd besloten het schip, dat niet meer op eigen kracht kon varen, naar Beiroet te laten verschepen, waar het in de haven voor anker kon gaan. Op 8 april sleepte de Italiaanse tankboot "Andromeda" de "Esso Den Haag" naar Beiroet waar het schip de volgende morgen een beschutte ligplaats in St. Andries-baai vond. .
Een tankschip als de "Esso Den Haag", dat door ernstige storing van de machine tijdelijk uit de vaart moet worden genom-en, ligt niet "kosteloos" aan de kant. Behalve de dure herstelwerkzaamheden en de onvermijdelijke uitgaven in verband met voedsel en gage der bemanning, het onderhoud der machines, enz., moeten hoge havengelden worden betaald terwijl bo-vendien dagelijks grote sommen gelds moeten worden afgeschreven op de levensduur van het kostbare kapitaal goed, dat het tankschip is.
Het is dan ook te begrijpen dat alles in het werk werd gesteld om de periode waarin het schip gedoemd was werkloos te liggen zo kort mogelijk te doen zijn. Zo bleek, na aankomst in Sidon van een Nederlandse Esso expert, de heer S. S. Ulrich, en van twee deskundigen van de Electrotechnische Fabriek A. de Hoop N.V. te Rotterdam, dat er tijd en geld zou worden gewonnen indien men niet de beschadigde windingen door nieuwe zou vervangen doch een complete stator en rotor uit Ameri-ka zou laten overkomen, hetgeen uit een oogpunt van tijdsbesparing, het best per vliegtuig kon geschieden. Aangezien de stator en de rotor respectievelijk een gewicht van 10 ton en 4 ton hadden waren voor het vervoer hiervan vrachtvliegtuigen met een bijzonder groot draagvermogen vereist. De K.L.M. had twee van zulke toestellen ter beschikking. Deze werden ogenblikkelijk naar New York gezonden.
Op 16 april arriveerde de stator en op 18 april de rotor. Aangezien op het vliegveld Khaldé nabij Beiroet uiteraard geen kranen aanwezig waren, geschikt om zulke zware vrachten te verplaatsen, was tevoren gezorgd voor het huren van een hijskraan en voor de mogelijkheid van snel transport van de machine dwars door de drukke stad - van het vliegveld naar St. Andries-baai. Daar lag de enige drijvende bok van Beiroet gereed om te assisteren bij de verwisseling van de oude voor de nieuwe machine aan boord van het schip.
Dank zij deze voorbereidingen verliep een en ander uiterst vlot; zo nam het uit het vliegtuig laden van de machines niet meer dan 4 uur tijd in beslag.
Op 21 april kwam men met de herstelwerkzaamheden aan het s.s. "Esso Den Haag" gereed en na een succesvolle proef-vaart van 3 uur was de tanker reisvaardig. Nog dezelfde avond vertrok het schip naar Port Said om vandaar, in verband met een gewijzigd reisprogramma, naar Ras Tanura aan de Perzische Golf door te varen.
Zo kon de schade aan het tankschip, door de efficiënte medewerking van de K.L.M. en van de Esso Shipping Company te New York, door de goede samenwerking met het American Bureau of Shipping te Beiroet en de Libanese autoriteiten, zomede door het voortreffelijke werk van gezagvoerder, scheepsofficieren en manschappen van de "Esso Den Haag", onder wie vooral de hoofdwerktuigkundige F.G. Siliakus moet worden genoemd, binnen de kortst mogelijke tijd met de meest moderne middelen worden hersteld.